Auto-immuun pancreatitis: symptomen, oorzaak en behandeling

Last Updated on 14 mei 2024 by M.G. Sulman

Auto-immuun pancreatitis (of auto-immune pancreatitis, afgekort AIP) is een soort alvleesklierziekte die anders is dan andere vormen van alvleesklierontsteking (pancreatitis), zoals alcoholische of hereditaire pancreatitis. Mensen met deze ziekte hebben vaak geen typische pijn, maar kunnen geel worden doordat de galweg verstopt raakt. Als je een scan van de alvleesklier maakt, lijkt het soms alsof er sprake is van alvleesklierkanker is. De enige manier om zeker te weten of het auto-immuun pancreatitis is, is door een stukje alvleesklier te onderzoeken onder een microscoop. Vroege diagnose is belangrijk omdat het (dan) goed te behandelen is met corticosteroïden. Er zouden antistoffen in het bloed kunnen zitten, maar dat is lang niet altijd het geval.

Alvleesklier
Ligging van de alvleesklier in het lichaam / Bron: Decade3d /Shutterstock.com

Wat is auto-immuun pancreatitis?

Bij auto-immuun pancreatitis valt je immuunsysteem per ongeluk je alvleesklier aan, denkend dat het schadelijke indringers zijn. Dit veroorzaakt ontsteking en zwelling in de alvleesklier. Het gaat hier dus om een zogenaamde ‘auto-immuunstoornis’.

Vóórkomen

Auto-immuun pancreatitis is behoorlijk zeldzaam. Het treft minder dan 1 op de 100.000 mensen. En van alle gevallen van langdurige (chronische) pancreatitis, vertegenwoordigt het slechts ongeveer 2%.

Wie krijgt het?

Auto-immuun pancreatitis wordt vaak gezien bij mensen tussen de 50 en 60 jaar oud, maar het kan ook op jongere leeftijd voorkomen. Het treft mannen twee keer vaker dan vrouwen,

Soorten

Er zijn twee soorten auto-immuun pancreatitis:

Type 1 auto-immuun pancreatitis

Type 1 auto-immuun pancreatitis is de meest voorkomende vorm. Het wordt geassocieerd met verhoogde niveaus van een eiwit genaamd immunoglobuline G4 (IgG4). Hoge niveaus van IgG4-antilichamen duiden op ontsteking. Deze vorm van auto-immuun pancreatitis kan ook andere organen aantasten. Denk aan de galwegen, nierbuisjes, lever, longen, galblaas, speekselklieren en schildklier.

Type 2 auto-immuun pancreatitis

Type 2 auto-immuun pancreatitis heeft alleen invloed op de alvleesklier. Het treedt op wanneer witte bloedcellen, genaamd neutrofielen, de alvleesklier en de pancreaskanalen beschadigen. Mensen met deze vorm zijn vaak jonger en kunnen ook een inflammatoire darmaandoening hebben.

Symptomen van auto-immuun pancreatitis

Verschijnselen

Het kan lastig zijn om auto-immuun pancreatitis (AIP) te diagnosticeren omdat het vaak geen symptomen veroorzaakt. Maar als het wel klachten geeft, lijken die soms op die van alvleesklierkanker. Mogelijke symptomen zijn:

Voor mensen met type 1 AIP is geelzucht de meest voorkomende klacht. Grofweg 80% van de patiënten treft het. Dit komt door geblokkeerde galwegen. Het gaat vaak gepaard met weinig tot geen pijn. Bij type 2 AIP kunnen terugkerende aanvallen van acute pancreatitis (alvleesklierontsteking) voorkomen.

Het verschil tussen type 1 en type 2 AIP

Type 1 AIP kan naast de alvleesklier ook andere organen aantasten, terwijl type 2 alleen de alvleesklier beïnvloedt, maar vaak samenhangt met inflammatoire darmziekte.

Type 1 AIP komt vaker voor bij mannen tussen de 50 en 60 jaar oud, terwijl type 2 AIP zowel mannen als vrouwen van alle leeftijden treft, maar vaak op jongere leeftijd begint.

Na stopzetting van de behandeling is de kans op terugval groter bij type 1 AIP.

Complicaties

Auto-immuun pancreatitis kan complicaties veroorzaken zoals:

  • Exocriene pancreasinsufficiëntie, wat diarree, gewichtsverlies en vitamine- en mineralentekorten kan veroorzaken.
  • Diabetes als gevolg van beschadiging van de alvleesklier.
  • Vernauwing van de pancreas- en galwegen (galgangstrictuur).
  • Verkalking of de vorming van stenen in de alvleesklier (alvleesklierstenen)

Oorzaak van auto-immuun pancreatitis

De precieze oorzaak van auto-immuun pancreatitis is anno 2024 nog onbekend. Het gaat om een auto-immuunziekte, maar de exacte trigger is nog niet bekend.

Risicofactoren

De twee soorten auto-immuun pancreatitis komen met verschillende frequenties voor in verschillende delen van de wereld. In Nederland heeft ongeveer 80 procent van de mensen auto-immuun pancreatitis type 1.

Mensen met type 1 auto-immuun pancreatitis zijn vaak:

  • Ouder dan 60 jaar
  • Mannelijk

Mensen met auto-immuun pancreatitis type 2:

  • Zijn meestal ouder dan 40 jaar (een paar jaar jonger dan mensen met type 1)
  • Even waarschijnlijk man als vrouw
  • Hebben een grotere kans op een inflammatoire darmaandoening, zoals colitis ulcerosa

Onderzoek en diagnose

Auto-immuun pancreatitis is lastig te diagnosticeren. Dit komt doordat de symptomen sterk lijken op die van alvleesklierkanker.

Mensen met AIP hebben vaak een vergrote alvleesklier, soms met een massa erin. Om de diagnose te stellen en het type AIP te bepalen, is bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek nodig.

Behandeling van auto-immuun pancreatitis

De behandeling van auto-immuun pancreatitis kan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Stent in de galwegen: Als er symptomen van obstructieve geelzucht zijn, kan een buisje in de galwegen worden geplaatst om ze te openen. Dit kan nodig zijn voordat de behandeling met medicijnen begint.
  • Corticosteroïden: Een korte stootkuur met prednisolon of prednison kan vaak de symptomen verbeteren. Veel mensen reageren goed op deze behandeling. Corticosteroïden zijn niet altijd nodig.
  • Immunosuppressiva en immunomodulatoren: Bij terugkerende episodes kan langdurige behandeling nodig zijn. Medicijnen zoals mycofenolaat, mercaptopurine, azathioprine en rituximab kunnen worden toegevoegd om de noodzaak van steroïden te verminderen of zelfs te elimineren.
  • Monitoring van andere organen: Omdat type 1 AIP vaak andere organen aantast, is regelmatige controle belangrijk. Dit kan bestaan uit het controleren van vergrote lymfeklieren, speekselklieren, galwegen, lever en nieren.

Prognose

Je herstelt vaak goed van auto-immuun pancreatitis na behandeling met corticosteroïden. Meestal treden er geen complicaties op. Een episode heeft over het algemeen geen invloed op de levensverwachting. Terugkerende episoden komen vaker voor bij type 1 en kunnen binnen de eerste drie jaar na de diagnose optreden. Herhaalde episoden vergroten het risico op complicaties.

Preventie

Je kunt niets doen om auto-immuun pancreatitis te voorkomen

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over auto-immuun pancreatitis, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.