Last Updated on 12 maart 2024 by M.G. Sulman
De ziekte van Hashimoto is een aandoening waarbij je immuunsysteem per ongeluk je schildkliercellen aanvalt en vernietigt. Hierdoor vertraagt langzaamaan de werking van de schildklier. Dit orgaan produceert dan steeds minder schildklierhormonen. Het eindresultaat is hypothyreoïdie, wat betekent dat de schildklier te langzaam werkt. Het is een complexe situatie waarbij je lichaam in feite zichzelf saboteert. Een traag werkende schildklier leidt tot diverse symptomen, zoals vermoeidheid, gewichtstoename, koudegevoeligheid, haaruitval en een algemeen gevoel van lethargie.
Inhoud
Wat is de ziekte van Hashimoto?
De ziekte van Hashimoto is een auto-immuunziekte, waarbij het immuunsysteem de schildklier aanvalt met specifieke stoffen. Dit veroorzaakt hypothyreoïdie.Dat is een te traag werkende schildklier. Een enkele keer kan de ziekte ook leiden tot hyperthyreoïdie. Dat is een overactieve schildklier.
Naamgeving
De aandoening is vernoemd naar Dr. Hakaru Hashimoto, die het in 1912 identificeerde.
Wat is de schildklier?
De schildklier is een klein, vlinderachtig orgaan aan de voorkant van je hals. Bij mensen met de ziekte van Hashimoto valt het immuunsysteem de schildklier aan door antilichamen te produceren. Hierdoor hopen zich grote aantallen witte bloedcellen op in de schildklier, wat leidt tot schade aan je schildklier en een verminderde productie van schildklierhormonen. Deze hormonen reguleren het energiegebruik in je lichaam en hebben invloed op bijna elk orgaan, zelfs de manier waarop je hart klopt.
Oorzaak van de ziekte van Hashimoto
De ziekte van Hashimoto is een auto-immuunziekte waarbij het afweersysteem antistoffen produceert die gericht zijn tegen de schildklier, wat resulteert in een chronische ontsteking. Deze aanval beschadigt door de tijd heen het schildklierweefsel. Het wordt vervangen door littekenweefsel, waardoor de schildklier steeds minder hormonen produceert. Dit leidt tot hypothyreoïdie, oftewel een te traag werkende schildklier. Ofschoon het anno 2024 niet duidelijk is waarom het afweersysteem zich tegen de schildkliercellen keert, komt de ziekte vaker voor bij volwassen vrouwen en kan het samengaan met andere auto-immuunziekten.
Symptomen van de ziekte van Hashimoto
De symptomen van de ziekte van Hashimoto zijn:
Initiële stadia:
-
- Sommige mensen vertonen in het begin mogelijk geen symptomen.
- Progressie van de aandoening kan leiden tot een vergrote schildklier, bekend als struma, zonder pijn maar met een gevoel van volheid in de onderhals en zichtbare zwelling.
Symptomen bij een trage schildklier:
-
-
- Vermoeidheid, lethargie en overmatige slaap.
- Licht gewichtstoename.
- Obstipatie.
- Droge huid.
- Koude gevoeligheid.
- Tragere dan normale hartslag (bradycardie).
- Gewrichtsstijfheid en spierpijn.
- Broos haar, langzame haargroei of haaruitval.
- Lage stemming of depressie.
- Gezwollen ogen en gezicht.
- Geheugen- en concentratieproblemen.
- Zware of onregelmatige menstruatie.
- Verminderd libido.
- Onvruchtbaarheid bij zowel mannen als vrouwen.
-
Symptomen bij een overactieve schildklier:
Een overactieve schildklier genoemd, kan optreden wanneer de schildklier wordt aangevallen door antilichamen en in eerste instantie meer schildklierhormonen produceert. Een tijdelijk te snel werkende schildklier die na een paar maanden over gaat in een te traag werkende schildklier, staat bekend als Hashitoxicose. Dit gebeurt niet bij iedereen, maar het kan symptomen veroorzaken zoals gevoeligheid voor warmte, een versnelde hartslag, overmatig zweten, gewichtsverlies, trillingen en angst.
Hoe je je voelt met Hashimoto:
- Mogelijk dat je anavankelijk geen merkbare veranderingen opmerkt.
- Bij ontwikkeling van hypothyreoïdie: gevoel van niet welzijn, verminderde energie, vertraagde lichaamsfuncties, lagere hartslag, hersenmist, emotionele veranderingen, verminderd libido en vertraagde spijsvertering.
- Bij het ervaren van een ‘slow motion’-gevoel, is het raadzaam contact op te nemen met je huisarts.
Risicofactoren voor de ziekte van Hashimoto
Genetische component
Sterke genetische invloed, vooral bij eeneiige (monozygote) tweelingen met een concordantie van 38-55% en een hoge concordantie van circulerende schildklierantilichamen, tot 80% bij monozygote tweelingen. Dit betekent dat als één tweeling van eeneiige tweelingen de ziekte van Hashimoto heeft, er een aanzienlijke kans is (38-55%) dat de andere tweeling ook de ziekte zal ontwikkelen. De hoge mate van overeenstemming van circulerende schildklierantilichamen (tot 80%) bij eeneiige tweelingen benadrukt de sterke genetische invloed op de ontwikkeling van schildklierauto-immuniteit binnen deze genetisch identieke paar.
Medicijnen die van invloed zijn op je schildklierfunctie
Medicijnen kunnen de manier waarop je schildklier werkt beïnvloeden. Dit kan door veranderingen te veroorzaken in de eiwitten die betrokken zijn bij het transport van schildklierhormonen in het bloed, of door de stofwisseling van schildklierhormonen buiten de schildklier te beïnvloeden.
Voorbeelden zijn o.a. oestrogenen, glucocorticoïden, propranolol, amiodaron, en furosemide.
HLA Genen
Associatie met auto-immuunziekte in het MHC-gebied op chromosoom 6p21, vooral specifieke HLA-allelen zoals DR3, DR5 en DQ7.
CTLA-4 Genen
Tweede belangrijke immuunregulerende gen betrokken bij auto-immuunziekte, met polymorfismen die de T-celproliferatie verminderen.
PTPN22 Gen
Recente identificatie als immuunregulerend gen op chromosoom 1p13, geassocieerd met verminderde remming van T-celactivatie.
Mutaties in genen zoals IFN-γ, IL-4, TGF-β, FoxP3 en TNF-α geassocieerd met hypothyreoïdie en ontwikkeling van de ziekte van Hashimoto.
Omgevingsfactoren
Jodiuminname, seleniumtekort, infectieziekten en bepaalde medicijnen kunnen bijdragen aan auto-immuunziekte bij genetisch vatbare individuen.
Jodium
Overmatige jodiuminname staat bekend als een bekende trigger voor schildklierauto-immuniteit. Te veel jodium kan leiden tot een verhoogde immunologische reactie in de schildklier en het ontstaan van auto-immuunziekten zoals de ziekte van Hashimoto.
Geslacht
Het feit dat vrouwen vaker getroffen worden door schildklierauto-immuniteit kan mogelijk te maken hebben met genen op het X-chromosoom. Dit komt doordat genen op het X-chromosoom een rol spelen in het immuuntolerantieproces, en de inactivatie van één X-chromosoom bij vrouwen kan leiden tot een verstoring in dit evenwicht, wat mogelijk bijdraagt aan de vatbaarheid voor auto-immuunziekten zoals de ziekte van Hashimoto.
Andere auto-immuunziekten
Verhoogd risico bij aanwezigheid van andere auto-immuunziekten zoals coeliakie, diabetes type 1, vitiligo en alopecia.
Chromosomale stoornissen
De kans op het krijgen van de ziekte is groter bij mensen die genetische aandoeningen hebben zoals het syndroom van Turner, syndroom van Down en het syndroom van Klinefelter.
Onderzoek en diagnose
Eerst zal de arts vragen stellen over je symptomen en medische geschiedenis, om ververvolgens een lichamelijk onderzoek uit te voeren, inclusief het voelen van je schildklier. Daarna wordt bloedonderzoek verricht, waaronder een TSH-test (voor de activiteit van de schildklier), een T4-test (voor het thyroxine-niveau) en een antithyroid-antilichaamtest om de ziekte van Hashimoto te bevestigen. Soms kan een echografie van de schildklier worden aanbevolen om de grootte van dit orgaan te controleren en eventuele gezwellen uit te sluiten.
Bij het bloedonderzoek voor de ziekte van Hashimoto worden verschillende bloedwaarden beoordeeld. De belangrijkste zijn:
- Thyroid Stimulating Hormone (TSH): TSH wordt geproduceerd door de hypofyse en stimuleert de schildklier om schildklierhormonen (T4 en T3) te produceren. Bij de ziekte van Hashimoto is de schildklier vaak minder actief, wat leidt tot een verhoogd TSH-niveau. Een verhoogd TSH kan wijzen op een onderactieve schildklier.
- Thyroxine (T4): T4 is een van de belangrijkste schildklierhormonen. Bij de ziekte van Hashimoto kan het niveau van T4 in het bloed lager zijn dan normaal, omdat de schildklier beschadigd is en minder hormonen produceert.
- Triiodothyronine (T3): Hoewel T4 belangrijk is, wordt een deel ervan omgezet in het actievere hormoon T3 in de weefsels van het lichaam. Bij de ziekte van Hashimoto kan ook het T3-niveau lager zijn dan normaal.
- Anti-thyroid peroxidase antistoffen (anti-TPO): Deze antilichamen worden geproduceerd wanneer het immuunsysteem de schildklier aanvalt. Het meten van deze antilichamen kan helpen bij het bevestigen van de diagnose van de ziekte van Hashimoto.
Behandeling van de ziekte van Hashimoto
De behandeling van de ziekte van Hashimoto bestaat uit het innemen van voorgeschreven schildklierhormoonpillen, zoals levothyroxine (T4). Er is weinig bewijs dat het toevoegen van het hormoon T3 nuttig is. Daarom wordt dit zelden voorgeschreven.
Het is belangrijk om levothyroxine ‘s ochtends op een nuchtere maag, minstens een half uur voor het ontbijt, met water in te nemen. De dosering wordt aangepast aan je persoonlijke situatie. De arts zal darabij ook rekening houden met het eventuele gebruik van andere medicijnen. Vermijd gelijktijdige inname met melk of ijzertabletten, omdat dit de opname van het schildklierhormoon kan verminderen.
Aaangeraden wordt om minstens één keer per jaar je schildklierfunctie te laten controleren, bijvoorbeeld via de huisarts.
Speciaal dieet
Voor de ziekte van Hashimoto is er geen speciaal dieet. Bepaalde voeding, medicijnen of supplementen kunnen echter van invloed zijn op de opname van levothyroxine. Vermijd het gelijktijdig innemen van ijzer- en calciumsupplementen, sucralfaat, cholestyramine en aluminiumhydroxide met levothyroxine. Overleg met je huisarts of een diëtist bij vragen over voeding.
Een gezonde levensstijl met evenwichtige voeding, regelmatige lichaamsbeweging, voldoende slaap en stressmanagement ondersteunt je immuunsysteem.
Preventie
Helaas is er niets wat je kunt doen om de ziekte van Hashimoto te voorkomen. De risicofactoren, zoals genetische factoren en leeftijd, zijn niet veranderbaar.
Prognose
Met levenslange monitoring en behandeling is de prognose uitstekend.
Als hypothyreoïdie niet wordt behandeld, kan het leiden tot bepaalde gezondheidsproblemen, waaronder:
- Hoog cholesterol.
- Hartziekte en hartfalen.
- Hoge bloeddruk.
- Depressie.
- Myxoedeem-coma.
Reacties en ervaringen
Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over de ziekte van Hashimoto, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.
Ben sinds 6 jaar bekend met Graves, jarenlang Strumazol geslikt. In september vorig jaar een Cortisone injectie in de knie gehad en sindsdien in mijn TSH aan het stijgen en FT4 langzaam aan het zakken. TSI is inmiddels 0,8 maar anti TPO >1000. Kan dit direct of indirect met de corticosteroïden of lidocaïne te maken hebben? Zo ja, kunnen mijn schildklier en hypofyse zich weer “herstellen” tot normaalwaardes?
Corticosteroïden, zoals cortisonen, kunnen invloed hebben op het endocriene systeem, waar de schildklier deel van uitmaakt. Ze kunnen de hypothalamus-hypofyse-schildklieras beïnvloeden, wat kan leiden tot veranderingen in de schildklierfunctie. Lidocaïne heeft (voor zover ik kan nagaan) geen directe invloed op de schildklierfunctie. Je kan dit het beste bespreken met de behandelend arts. Ja kan het ook vragen aan de apotheker.
Een TSH-stijging en een langzame daling van FT4 kunnen wijzen op hypothyreoïdie. Hierbij produceert de schildklier niet voldoende schildklierhormonen.
TSI zijn antistoffen die door je eigen afweersysteem worden gemaakt. Ze laten de schildklier sneller werken. De antistoffen zijn gericht tegen de TSH-receptor. De TSI-waarde is relevant bij auto-immuunziekten zoals Graves. Een afname van TSI kan positief zijn omdat het kan wijzen op een verminderde stimulatie van de schildklier door deze antilichamen. In het geval van Graves, waarbij TSI overmatige stimulatie van de schildklier veroorzaakt, kan een afname van TSI gunstig zijn omdat het kan betekenen dat de auto-immuunrespons tegen de schildklier afneemt, wat de overactieve schildklierfunctie zou verminderen.
Een anti-TPO-waarde van meer dan 1000 geeft aan dat er sprake is van een aanzienlijke auto-immuunreactie tegen de schildklier. Hoge anti-TPO-waarden zijn kenmerkend voor de auto-immuunaandoening, zoals de ziekte van Hashimoto.
Of volledig herstel mogelijk is, kan alleen door een arts worden bepaald na een grondige beoordeling van je medische geschiedenis en de testresultaten.
Sinds half januari heb ik een eenzijdige stembandverlamming. Ik ben al 26,5 jaar schildklierpatient (auto-immuunziekte). Helaas is de diagnose (Hashimoto) met verhuizingen niet terecht gekomen in mijn huidige medisch dossier. Medio april heb ik een consult bij een internist die aan de hand van bloedonderzoek naar TSH/FT4 en anti-TPO. Kan ik verwachten dat er dan wat meer duidelijkheid gaat komen? Hopelijk kan mijn stemband herstellen. Het is zo’n heftig gebrek. Wat zijn de kansen dat het met Hashimoto of een andere auto-immuunziekte te maken heeft? Is hierover iets te zeggen? Het wachten is een klus…
Een eenzijdige stembandverlamming kan verschillende oorzaken hebben, waaronder neurologische aandoeningen, virale infecties, letsel aan de zenuwen en soms ook auto-immuunziekten. Gezien uw medische voorgeschiedenis van Hashimoto, is het verstandig om met de behandelend arts te bespreken of er een verband bestaat tussen uw stembandverlamming en een auto-immuunproces.