Last Updated on 21 april 2024 by M.G. Sulman
Van darmkanker spreekt men bij aanwezigheid van een kwaadaardig gezwel in de dunne darm, dikke darm of endeldarm, ook wel ‘rectum’ genoemd. Bijna alle darmkankers ontstaan in (het laatste deel van) de dikke darm. De kans op kanker in de dunne darm is zeer klein. Meestal ontstaat het gezwel in de endeldarm of in het sigmoïd, het s-vormige gedeelte voor de endeldarm. Dikkerdarmkanker (waar zowel colon- als rectumkanker onder wordt verstaan) is één van de meest voorkomende vormen van kanker in Nederland. Ongeveer 6 procent van de bevolking in de Westerse landen ontwikkelt op enig moment in zijn leven darmkanker.
Inhoud
Wat is darmkanker?
Darmkanker is een vorm van kanker die begint in de dikke darm (colon). De dikke darm is het laatste deel van het spijsverteringskanaal. De voedselbrij is al bijna helemaal verteerd als het in de dikke darm aankomt.
Wie krijgt het?
Dikkedarmkanker treft meestal ouderen, hoewel het op elke leeftijd kan gebeuren. Het begint meestal als kleine, goedaardige klompjes cellen, poliepen genaamd, die zich aan de binnenkant van de dikke darm vormen. Na verloop van tijd kunnen sommige van deze poliepen evolueren in darmkanker..
Synoniemen
Darmkanker staat ook bekend als colorectale kanker. Dit is de verzamelnaam voor tumoren in de dikke darm (colon) en de endeldarm (rectum).
Vóórkomen
De diagnose darmkanker wordt in Nederland14.000 keer per jaar gesteld (bron: Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL)).
Darmkanker ontstaat vaak uit een darmpoliep
Dikke darmkanker ontstaat vrijwel altijd uit een poliep, een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. Poliepen variëren in grootte en in vorm en komen naar schatting bij vijf tot twintig procent van alle mensen boven de vijftig jaar voor. Vaak hebben mensen een poliep zonder er erg in te hebben, omdat ze vaak geen klachten hebben. De meeste poliepen zijn goedaardig en blijven ook goedaardig Sommige poliepen bevatten echter ‘onrustige’ cellen en kunnen op een gegeven ogenblik uitgroeien tot een kwaadaardige tumor. Deze poliepen worden ‘adenomen’ of ‘adenomateuze poliepen’ genoemd. Wanneer kwaadaardige cellen in de wand van de dikke darm groeien, wordt gesproken van ‘dikke darmkanker’. De kanker kan zich uitzaaien wanneer de (kanker)cellen zich verspreiden via bloedvaten.
Oorzaak van darmkanker
Leefstijlfactoren spelen de belangrijkste een rol bij het ontstaan van darmkanker. Daarnaast is er de invloed van genetische (erfelijke) factoren.
Leefstijlfactoren
De consumptie van rood vlees en vleeswaren verhogen het risico op darmkanker. Een beschermend effect gaat uit van de consumptie van koolsoorten, groene bladgroenten en melk. Voedingsvezels beschermen tegen darmkanker. Er zijn aanwijzingen dat plantaardige vezels een betere bescherming bieden dan graanvezels. Recente studies hebben verder aangetoond dat bepaalde stoffen in groenten, bijvoorbeeld isothiocyanaten, die Brassica (kool, broccoli, spruitjes, bloemkool) hun karakteristieke scherpe smaak geven, extra bescherming bieden tegen kanker.
Overmatig alcoholgebruik, maar ook overgewicht en obesitas zijn ook belangrijke risicofactoren voor darmkanker. Roken verhoogt het risico op het ontstaan van darmpoliepen, toch is de relatie tussen roken en darmkanker anno 2024 (nog) onduidelijk. Voorts is lichamelijke inactiviteit een risicofactor voor het krijgen van colonkanker.
Genetische factoren
Ongeveer 10 procent van de darmkankers hebben een sterk genetisch component. De term ‘erfelijke darmkanker’ is op zich weer de verzamelnaam voor een aantal subgroepen, waarvan dht Lynch syndroom (ook wel bekend onder de naam HNPCC-Lynch) de meest voorkomende is. Deze aandoening wordt veroorzaakt door verandering in het DNA, als gevolg waarvan een kwaadaardige poliep ontstaat. Dikkedarmkanker ontstaat bij patiënten met Lynch meestal voor het 50e levensjaar.
Patiënten met colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn hebben ongeveer een vijfvoudig verhoogd risico op darmkanker. Het risico wordt waarschijnlijk verminderd door het regelmatig innemen van mesalazine (5-aminosalicylzuur), een lokaal ontstekingsremmend middel, dal decennia gebruikt voor de behandeling van chronisch inflammatoir darmlijden (Inflammatory Bowel Disease, IBD). Wetenschappelijk onderzoek duidt erop dat 5-ASA therapie ook het ontstaan van dikke darmkanker bij deze patiënten kan voorkomen.
Symptomen van darmkanker
De volgende klachten kunnen wijzen op darmkanker:
- Bloed in de ontlasting, soms met slijm. Het bloed is niet altijd met het blote oog te zien.
- De ontlasting kan door het bloed donker van kleur zijn, soms zelfs bijna zwart. Soms is het bloed juist helderrood van kleur. Afhankelijk van de plaats van de tumor in de darmen varieert dit.
- Verandering in de frequentie van de stoelgang. Je moet vaker of juist minder vaak poepen dan je gewend bent. Wat ook voorkomt is dat je de ene dag last hebt obstipatie (verstopping) en de andere dag van diarree. Wanneer de tumor de ontlasting deels tegenhoudt, kan verstopping ontstaan. Je ontlasting kan hierdoor ook de vorm van een potlood aannemen. Dit fenomeen wordt ‘potloodontlasting’ genoemd.
- Loze aandrang. Het gevoel dat de endeldarm niet helemaal leeg is.
- Bloedarmoede als gevolg van het bloedverlies in de darm. Hierdoor kun je je doorlopend moe voelen of licht in je hoofd.
- Onverklaarbaar gewichtsverlies. Gewichtsverlies zonder duidelijke oorzaak.
- Buikpijn, buikrampen, een opgeblazen gevoel, of een gevoelige plek in uw buik.
Onderzoek en diagnose
Mogelijke onderzoeken
Afhankelijk van de plek in de darm waarvan men vermoedt dat de kanker aanwezig is, krijg je één of meer onderzoeken (endoscopie met weefselonderzoek, CT-scan, echografie, enz.) op basis waarvan de juiste diagnose wordt gesteld en bepaald wordt in welk stadium de kanker zich bevindt. De verschillende stadia hebben te maken met de uitgebreidheid van de tumor (is de tumor beperkt tot de darmwand of groeit deze er juist doorheen, eventueel tot in de regionale lymfeklieren?) en de eventuele aanwezigheid van uitzaaiingen in nabijgelegen lymfeklieren of elders in het lichaam. Het bepalen van het stadium is van belang om te bepalen welke behandeling op zijn plaats is.
Stadia
Zodra duidelijk is hoe ver de kanker zich heeft verspreid, kan de tumor worden ingedeeld in een van de vijf stadia volgens een schema van de International Association against Cancer (UICC):
- In stadium 0 is de kanker slechts oppervlakkig aanwezig en is het nog ‘slechts’ een voorstadium van kanker.
- In stadium I is de kanker beperkt in zijn verspreiding naar de oppervlakkige lagen van de darmwand.
- In stadium II worden ook de diepere lagen van de darmwand geïnfiltreerd.
- In stadium III worden aangrenzende lymfeklieren aangetast of is de kanker al uitgegroeid tot het weefsel rond de darm.
- In stadium IV zijn er dochtertumoren in andere organen (uitzaaiingen of metastasen op afstand).
Behandeling van darmkanker
Wanneer vaststaat dat je darmkanker heeft, zal de aandacht van de behandeld arts zich richten op de beste behandeling (bestraling, chemo of operatie of een combinatie). Wanneer genezing niet mogelijk blijkt, krijg je palliatieve zorg.
Chirurgie
Wanneer de kanker niet uitgezaaid is, kan men overgaan tot een operatie waarbij de tumor verwijderd wordt door een groot deel van je darmen, lymfeklieren en lymfevaten te verwijderen. Daarna worden de twee darmuiteinden aan elkaar vastgemaakt, waardoor er een nieuwe verbinding ontstaat. Wanneer dit onmogelijk of onwenselijk is, maakt de chirurg een kunstmatige opening in je darm met een uitgang in uw buikwand (stoma).
Chemotherapie
Chemotherapie is de behandeling van kanker met zogeheten cytostatica, dat zijn medicijnen die cellen doden of hun celdeling remmen. Chemotherapie kan een aanvullende behandeling zijn bij darmkanker. Je krijgt dit voor of na een operatie, of in combinatie met radiotherapie (bestraling), waarbij de chemotherapie de werking van de radiotherapie versterkt.
Radiotherapie
Radiotherapie is het behandelen van veelal kwaadaardige cellen door middel van bestraling. het wordt daarom ook wel ‘bestraling’ genoemd. Voor of na de operatie is radiotherapie een mogelijke behandeling. Hiermee wordt de kans dat de tumor terugkeert gereduceerd. Soms wordt radiotherapie gecombineerd met chemotherapie.
Chemoradiatie
Chemoradiatie is een behandeling waarbij chemotherapie en bestraling (radiotherapie) gecombineerd worden. Chemotherapie versterkt de werking van de bestraling.
Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie (HIPEC)
De HIPEC-operatie is een grote ingreep, waarbij de chirurg tumorweefsel uit de buikholte verwijdert. Het is een combinatie van chirurgie en chemotherapie. Deze behandelmethode wordt toegepast bij dikkedarmkanker die is uitgezaaid naar het buikvlies.
Doelgerichte therapie
Bij dikkedarmkanker met uitzaaiingen kun je soms ook doelgerichte therapie krijgen. Doelgerichte therapie remt de groeisignalen van kankercellen. Bij dikkedarmkanker zijn dit de middelen bevacizumab en panitumumab/cetuximab. Zo bindt bevacizumab zich aan de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF). Bij ongeveer 20% – 30% van de patiënten zullen de uitzaaiingen door de behandeling zodanig verkleinen dat zij alsnog geopereerd kunnen worden.
Immunotherapie
Immunotherapie is een medicamenteuze behandeling waarbij je immuunsysteem wordt gebruikt om kanker te bestrijden. Het ziektebestrijdende immuunsysteem van je lichaam valt de kanker mogelijk niet aan omdat de kankercellen eiwitten produceren die de cellen van het immuunsysteem verblinden zodat ze de kankercellen niet herkennen. Immunotherapie werkt door dat proces te verstoren. Het eigen afweersysteem ruimt dan de kankercellen op.
Patiënten met darmkanker, maar nog zonder uitzaaiingen op afstand, kunnen baat hebben bij kortdurende behandeling met immuuntherapie voorafgaande de operatie. Tumoren kunnen aanzienlijk slinken, of verdwijnen in heel korte tijd.
Prognose en overleving
De vijfjaarsoverleving van patiënten met gelokaliseerde colon- en endeldarmkanker is ongeveer 90%. Wanneer de kanker zich heeft verspreid naar de regionale lymfeklieren in de buurt van de plaats van oorsprong, is de vijfjaarsoverleving ongeveer 71%. Wanneer de kanker is uitgezaaid naar verre plaatsen in het lichaam (stadium IV, zie boven), daalt de vijfjaarsoverleving naar ongeveer 14%.
Preventie
De beste benaderingen om het risico op darmkanker te verkleinen zijn:
- Eet een verscheidenheid aan fruit, groenten en volkoren producten. De consumptie van veel groene groenten, vooral kool, broccoli, spruitjes of bloemkool, is aan te raden. Fruit, groenten en volkoren granen bevatten vitamines, mineralen, vezels en antioxidanten, die een rol kunnen spelen bij de preventie van kanker.
- De consumptie van rood vlees beperken.
- Vermijd vooral verbrand vlees, die kanker-bevorderende stoffen bevatten.
- Het behouden of bereiken van een normaal lichaamsgewicht.
- Het voorkomen van inactiviteit door regelmatig aan lichaamsbeweging te doen.
- Drink alcohol met mate, of liever helemaal niet. Voor mannen en vrouwen geldt sowieso: niet meer dan één consumptie per dag.
- Stop met roken.
- Zorg voor een gezond gewicht. Als je een gezond gewicht hebt, werk dan aan je gewicht door een gezond dieet te combineren met dagelijkse lichaamsbeweging.
Reacties en ervaringen
Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over darmkanker of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.