Contrastnefropathie: symptomen, oorzaak en behandeling

Last Updated on 7 januari 2024 by M.G. Sulman

Contrastnefropathie (CN) is een vorm van nierschade die ontstaat door het gebruik van contrastmiddelen bij medische onderzoeken. Het wordt ook wel ‘iatrogene acute nierinsufficiëntie’ genoemd. De term ‘contrastnefropathie’ wordt gebruikt om verwarring te voorkomen tussen verschillende benamingen voor dit probleem. Hoewel nierproblemen door contrastmiddelen meestal vanzelf verbeteren, kunnen ze leiden tot een langer verblijf in het ziekenhuis en een hoger risico op complicaties en overlijden. De ernst hangt af van factoren zoals de eigenschappen en hoeveelheid van het contrastmiddel, bestaande gezondheidsproblemen, en de vochtbalans van de patiënt. In de loop der tijd zijn de eigenschappen van contrastmiddelen verbeterd, zijn risicofactoren beter bekend geworden en zijn preventieve maatregelen genomen, waardoor het risico op nierproblemen na het gebruik van contrastmiddelen is verminderd.

Nier
Nier / Bron: Pixabay

Definitie van contrastnefropathie

Contrastnefropathie is een vorm van acute nierschade die optreedt nadat contrastvloeistof is toegediend. Het wordt vastgesteld wanneer het serum creatininegehalte in het bloed binnen 48-72 uur na de contrastvloeistof toeneemt met 25% of meer, of als er een absolute toename van 44,2 µmol/L is. Er mogen geen andere verklaringen zijn voor de verslechtering van de nierfunctie. Hoewel de definitie wordt gebruikt door het VMS veiligheidssysteem en de European Society of Cardiology, wijst literatuur uit dat de piek van het serum creatininegehalte soms pas optreedt na drie tot vijf dagen.1NVHVV. Literatuurstudie naar de beste manier van intraveneuze hydratie. https://www.nvhvv.nl/wp-content/uploads/2017/10/Preventie-van-contrast-Cordiaal_2017-3_LR.pdf (ingezien op 7-1-2024)

Oorzaak van contrastnefropathie

Anno 2024 begrijpen we niet precies hoe contrastnefropathie ontstaat. Toch zijn er verschillende ideeën over de mogelijke oorzaken:

  1. Verminderde zuurstoftoevoer naar het binnenste deel van de nieren door een afname van stoffen die de bloedvaten verwijden (zoals stikstofmonoxide of prostaglandinen) of juist een toename van stoffen die de bloedvaten vernauwen (zoals adenosine en endotheline).
  2. Directe schade aan de nieren door de contrastvloeistof, mogelijk gerelateerd aan schadelijke effecten van vrije radicalen en oxidatieve stress. Men denkt dat reactieve vrije radicalen, geactiveerd door ontstekingsmediatoren, hierbij een rol spelen. Mogelijk dat het verminderen van de vorming van vrije radicalen CN kan verminderen door de pH-waarde van de niercellen te verhogen.
  3. Apoptose, een proces van geprogrammeerde celdood, kan ook een rol spelen bij de ontwikkeling van CN.2Mohammed NM, Mahfouz A, Achkar K, Rafie IM, Hajar R. Contrast-induced Nephropathy. Heart Views. 2013 Jul;14(3):106-16. doi: 10.4103/1995-705X.125926. PMID: 24696755; PMCID: PMC3969626.

Risicofactoren

Een verminderde nierfunctie, waarbij de geschatte Glomerulaire Filtratiesnelheid (eGFR) minder is dan 60 ml/min/1.73m2, is de belangrijkste reden waarom patiënten die een hartcatheterisatie (CAG) en/of een percutane coronaire interventie (PCI) ondergaan, een verhoogd risico lopen op contrastnefropathie. Andere risicofactoren zijn onder andere aandoeningen zoals multipel myeloom (ziekte van Kahler) en diabetes, alsook lage bloeddruk, bloedarmoede, uitdroging, hartfalen en het gebruik van bepaalde schadelijke medicijnen. Bovendien spelen leeftijd, verminderde pompkracht van het hart (linkerventrikelejectiefractie), en de hoeveelheid toegediende contrastvloeistof ook een rol bij het ontstaan van contrastnefropathie.3NVHVV. Literatuurstudie naar de beste manier van
intraveneuze hydratie. https://www.nvhvv.nl/wp-content/uploads/2017/10/Preventie-van-contrast-Cordiaal_2017-3_LR.pdf (ingezien op 7-1-2024)

Onderzoek en diagnose

Serumcreatininegehalte

Een stijging van meer dan 25% in het serumcreatininegehalte binnen 48 uur na het gebruik van contrastmiddelen, is het hoofdcriterium voor de diagnose. Het serumcreatininegehalte verwijst naar de concentratie van creatinine in het bloedserum. Deze stof ontstaat bij de afbraak van spierweefsel. Door het serumcreatininegehalte te meten, kan de nierfunctie beoordeeld worden. Dit komt doordat de nieren creatinine uit het bloed filteren en uitscheiden. Een stijging van meer dan 25% in het serumcreatininegehalte wijst op mogelijke nierschade, zoals bij CN. Doch natuurlijk moeten andere mogelijke oorzaken worden uitgesloten.

Acidose en serumkalium

Naast de stijging van het serumcreatinine, kunnen tevens acidose en een verhoging van het serumkalium (hyperkaliëmie) aanwijzingen zijn.

Acidose verwijst naar een abnormale toestand in het lichaam waarin het bloed zuurder is dan normaal. Het kan optreden wanneer er te veel zuur wordt geproduceerd, de nieren niet voldoende zuur uitscheiden, of als er verlies van bicarbonaat (een stof die helpt bij het neutraliseren van zuur) is. Bij CN kan de aanwezigheid van acidose een aanwijzing zijn voor verstoringen in de zuur-basebalans.

Serumkalium verwijst naar de concentratie van kalium in het bloedserum, de vloeibare component van bloed zonder de bloedcellen. Kalium is een elektrolyt dat essentieel is voor verschillende lichaamsfuncties, waaronder de normale werking van spieren en zenuwen, en het handhaven van een gezonde hartslag. Een verhoging van het serumkaliumniveau, hyperkaliëmie genoemd, kan wijzen op problemen met de nierfunctie. Bij CK kan een toename van het serumkalium duiden op een verstoorde elektrolytenbalans en mogelijke nierproblemen.

Andere biomarkers

Het duurt meestal 24 tot 48 uur voordat veranderingen in het serumcreatinine zichtbaar zijn na blootstelling aan het contrastmiddel. Het is dus een beetje een latere indicator.

Teneinde dit proces sneller en gevoeliger te kunnen detecteren, worden verschillende biomarkers onderzocht:

  • Plasma-neutrofiele gelatinase-geassocieerde lipocaline (NGAL): Stijgt snel, al binnen 2 uur na contrast-geïnduceerde neuropathie.
  • Plasmacystatine-C (CysC): Toont aanzienlijke toename na 8 uur bij CN.
  • Urine-interleukine-18 (IL-18): Als dit meer dan 60 pg/ml is 24 uur na blootstelling aan contrastmiddelen, wordt dat als significant beschouwd.
  • Vetzuurbindend eiwit van het levertype (L-FABP): Stijgt aanzienlijk na 24 uur, maar kan minder specifiek zijn.

Kortom, dit is zo’n beetje de scoop hoe ze contrastnefropathie proberen op te sporen!

Behandeling van contrastnefropathie

Voor contrastnefropathie is er geen specifieke behandeling. Er kan eigenlijk alleen ondersteunende zorg gebodne worden, zoals hydratatie en aanpassing van medicatie terwijl men wacht op herstel van de nierfunctie. Soms herstelt de nierfunctie niet volledig.

Aangezien behandelmogelijkheden beperkt zijn, is preventie belangrijk. De focus ligt hierbij op het identificeren van risicopatiënten vóór het gebruik van contrastvloeistof. Richtlijnen benadrukken preventieve maatregelen, zoals hydratatie voor en na procedures bij patiënten met nierproblemen, tijdelijk stoppen van nefrotoxische medicatie en het minimaliseren van het gebruikte volume contrastvloeistof.4NVHVV. Literatuurstudie naar de beste manier van intraveneuze hydratie. https://www.nvhvv.nl/wp-content/uploads/2017/10/Preventie-van-contrast-Cordiaal_2017-3_LR.pdf (ingezien op 7-1-2024)

Prognose

Het is niet zeker of contrastnefropathie leidt tot blijvende verslechtering van de nierfunctie. Dit komt doordat er weinig onderzoeken zijn waarin patiënten langer dan 72 uur zijn gevolgd. Een meta-analyse toonde aan dat de achteruitgang van de nierfunctie bij slechts 1,1% van de patiënten met CN aanhield.5Kooiman, Judith; Pasha, Sharif M.; Zondag, Wendy; Sijpkens, Yvo W. J.; Molen, Aart J. van der; Huisman, Menno V.; Dekkers, Olaf M. (2012-10-01). “Meta-analysis: Serum creatinine changes following contrast enhanced CT imaging”. European Journal of Radiology. 81 (10): 2554–2561.

Preventie

Als je het risico loopt op contrastnefropathie, dan zijn er verschillende manieren om dit te voorkomen:

  • Aanpassing van de dosis contrastmiddel: De hoeveelheid contrastmiddel moet worden aangepast aan jouw nierfunctie.
  • Behandelen of verminderen van risicofactoren: Het aanpakken van andere gezondheidsproblemen, zoals hydratatie verbeteren, kan helpen.
  • Gebruik van alternatieve beeldvormingsmethoden: In plaats van contrastmiddelen te gebruiken, kunnen andere onderzoeksmethoden zoals echografie of MRI worden overwogen.
  • Dosisaanpassing volgens richtlijnen: Er zijn Europese richtlijnen die aangeven hoeveel contrastmiddel veilig kan worden gebruikt in relatie tot de nierfunctie.
  • Behandeling met medicijnen: Sommige medicijnen, zoals N-acetylcysteïne en statines, kunnen helpen bij het verminderen van het risico op CN.
  • Hydratatie: Voldoende drinken of intraveneuze vloeistoffen voor en na het contrastonderzoek kan ook beschermend zijn.

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over contrastnefropathie. Of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.