De 8 ontwikkelingsfasen van Erik Erikson: uitleg 8 levensfasen

Last Updated on 5 januari 2024 by M.G. Sulman

Erik Erikson was een Duits-Amerikaanse psychoanalyticus en ontwikkelingspsycholoog. Hij ontwikkelde zijn theorie van de 8 ontwikkelingsfasen of levensfasen in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw en publiceerde deze voor het eerst in 1950 in zijn boek ‘Childhood and Society’. In het Nederlands: ‘Het Kind en de samenleving’. De psychosociale ontwikkelingstheorie van Erik Erikson beschrijft acht stadia die mensen tijdens hun leven doormaken van de wieg tot de graf. Dus beginnend bij de geboorte en eindigend bij de dood. Elk stadium vertegenwoordigt een cruciale periode waarin een mens wordt geconfronteerd met een psychosociale crisis of uitdaging. De manier waarop deze uitdagingen worden opgelost, beïnvloedt de verdere ontwikkeling van het individu en kan invloed hebben op hun latere leven.

Ontwikkelingsfasen of levensfasen van de mens / Bron: Freepik

Wie was Erik Erikson?

Erik Erikson (1902-1994) was een vermaarde Duits-Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog die vooral actief was als psychoanalyticus. Hij zag het levenslicht in Frankfurt (Duitsland). de moeder van Erikson, Karla Abrahamsen, kwam uit een vooraanstaande joodse familie in Kopenhagen, Denemarken. Er is weinig bekend over de biologische vader van Erik, behalve dat hij een niet-joodse Deen was. Na de geboorte van Erik volgde Karla een opleiding tot verpleegster. In 1905 trouwde ze met een joodse kinderarts, Theodor Homburger. In 1908 werd de naam van Erik Salomonsen veranderd in Erik Homburger, en in 1911 werd hij officieel geadopteerd door zijn stiefvader. Karla en Theodor vertelden Erik dat Theodor zijn echte vader was. Pas in zijn late jeugd werd de waraheid omtrent zijn afkomst onthuld. Erikson bleef zijn hele leven verbitterd over het bedrog.1Wikipedia. Erik Erikson. https://en.wikipedia.org/wiki/Erik_Erikson (ingezien op 17-3-2023)

In het jaar 1927 volgt hij in Wenen de analytische opleiding. Hij komt hier in contact met Anna Freud, de vrouw van Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalyse. In 1933 emigreert Erikson naar de Verenigde Staten en vestigt zich er als kinderanalyticus. Hij krijgt er een baan aan de universiteit van Harvard, waar hij jarenlang heeft gedoceerd.

Erikson ontwikkelde in de loop der jaren zijn eigen theorie over de psychosociale ontwikkeling van de mens. Zijn theorie is gebaseerd op de ideeën van Freud, maar gaat verder dan de psychoseksuele ontwikkeling die Freud beschreef. Erikson richtte zich vooral op de sociale en culturele invloeden op de ontwikkeling van een persoon en benadrukte het belang van sociaal-culturele factoren in elke fase van het leven.

Erikson heeft verschillende boeken geschreven, waaronder ‘Childhood and Society’ (1950),  over de sociale betekenis van de kindertijd, en ‘Identity and the Life Cycle’ (1959). Zijn werk heeft een grote invloed gehad op de ontwikkelingspsychologie en de psychoanalyse, en wordt nog steeds veel bestudeerd en toegepast. Onder meer op universiteiten en Hbo en Mbo-opleidingen.

De psycholoog Erik Erikson postuleerde acht ontwikkelingsfasen / Bron: Wikimedia Commons

Video over het leven en het werk van Erikson

De 8 levensfasen in vogelvlucht met uitleg

Erikson postuleerde acht ontwikkelingsfasen die een mens doorloopt vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood. Dus vanaf de wieg tot het graf. De 8 ontwikkelingsfasen in de theorie van Erikson zijn als volgt:

  1. Vertrouwen versus wantrouwen (0-1 jaar): In dit stadium moeten baby’s leren vertrouwen op de mensen om hen heen, met name hun ouders of verzorgers.
  2. Autonomie versus schaamte en twijfel (1-3 jaar): Tijdens deze periode proberen peuters meer onafhankelijkheid te ontwikkelen en zichzelf te ontdekken, wat kan leiden tot gevoelens van schaamte en twijfel.
  3. Initiatief versus schuldgevoel (3-6 jaar): In deze fase beginnen kinderen hun omgeving actief te verkennen en leren ze om beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te nemen voor hun acties.
  4. Vlijt versus minderwaardigheid (6-12 jaar): Kinderen ontwikkelen in deze fase hun vaardigheden en zij vinden hun plek in de wereld. Succesvolle ervaringen in deze periode kunnen bijdragen aan een gevoel van competentie, terwijl mislukkingen en tegenslagen gevoelens van minderwaardigheid teweeg kunnen brengen.
  5. Identiteit versus identiteitsverwarring (12-18 jaar): Tieners beginnen hun eigen identiteit te vormen en proberen hun plaats in de maatschappij te vinden. Deze fase kan gepaard gaan met onzekerheid en verwarring.
  6. Intimiteit versus isolement (18-40 jaar): Jongvolwassenen moeten leren hoe ze intieme relaties kunnen aangaan en zich verbinden met anderen. Het niet kunnen bereiken van deze verbinding kan leiden tot gevoelens van isolement.
  7. Generativiteit versus stagnatie (40-65 jaar): In dit stadium richten mensen zich op het ondersteunen van toekomstige generaties en dragen ze bij aan de maatschappij. Gebrek aan productiviteit kan leiden tot gevoelens van stagnatie.
  8. Integriteit versus wanhoop (65+ jaar): Ouderen reflecteren op hun leven en moeten vrede krijgen met hun keuzes en ervaringen. Een gebrek aan tevredenheid over hoe het leven gelopen is, kan leiden tot gevoelens van wanhoop.

Ofschoon elk stadium een specifieke leeftijdsgroep beslaat, hoeft een individu niet noodzakelijkerwijs elk stadium volledig af te sluiten voordat hij of zij doorgaat naar het volgende. De ervaringen in elk stadium kunnen doorwerken in latere stadia en individuen kunnen terugkeren naar eerdere stadia om onopgeloste uitdagingen en conflicten alsnog op te lossen.

Ontwikkelingsfasen of levensfasen van de mens volgens Erikson

De 8 ontwikkelingsfasen van Erik Erikson

Vertrouwen vs wantrouwen (0 – 1 jaar)

Het eerste levensjaar is cruciaal voor de ontwikkeling van een kind. Tijdens deze fase van vertrouwen versus wantrouwen, leren baby’s of ze wel of niet op hun omgeving kunnen vertrouwen en of ze zich veilig voelen in de wereld.

Ouders en verzorgers dienen op een liefdevolle en responsieve manier op de behoeften van hun baby te reageren, zoals voeden, troosten en verzorgen. Als de baby de zorg en aandacht krijgt die hij nodig heeft, ontwikkelt hij vertrouwen in zijn verzorgers en in de wereld om hem heen. Als de baby echter verwaarloosd of mishandeld wordt, kan dit leiden tot een fundamenteel gevoel van wantrouwen in de wereld. Dit kan later in het leven leiden tot problemen met het vertrouwen van anderen en het ontwikkelen van relaties.

Een baby is volstrekt hulpeloos en afhankelijk van de liefdevolle zorg van de omgeving / Bron: Freepik

Autonomie vs twijfel en schaamte (1 – 3 jaar)

Tijdens de peutertijd gaan kinderen op zoek naar autonomie en willen ze zelf de wereld ontdekken. Ze willen hun eigen beslissingen nemen en hun omgeving verkennen. Ouders dienen de ontdekking van hun kind te stimuleren en hem op een liefdevolle en begripvolle manier te begeleiden bij het nemen van zijn eerste beslissingen en het maken van fouten.

In geval ouders te streng of überkritisch zijn, kan dit leiden tot schaamte en twijfel bij het kind. Dit kan ervoor zorgen dat het kind onzeker wordt over zijn eigen kunnen en moeite heeft om beslissingen te nemen en zijn omgeving te exploreren. Wanneer ouders hun kinderen nochtans steunen en aanmoedigen in hun onafhankelijkheid, dan kan het kind uitgroeien tot een zelfstandig individu die vertrouwen heeft in hun eigen capaciteiten en mogelijkheden.

Kind verkent de wereld om haar heen / Bron: Freepik

Initiatief vs schuld (3 – 6 jaar)

Een kind in de leeftijd van 3 tot 6 jaar wil zich graag ontwikkelen tot een onafhankelijk individuutje en in deze fase heeft het de sterke drang om nieuwe dingen te leren en uit te proberen. Het kind speelt rollen na van de persoon die ze later willen worden en ontwikkelt zijn eigen interesses en hobby’s.

Wanneer ouders deze ontwikkeling van hun kind ondersteunen en aanmoedigen, zal hij een gevoel van initiatief ontwikkelen, wat kan leiden tot een gevoel van ambitie en verantwoordelijkheid. Indien ouders echter te kritisch of te streng zijn op hun kinderen, kan dit leiden tot schuldgevoelens en een gevoel van angst om nieuwe dingen te proberen. Ouders dienen te zoeken naar een balans tussen het aanmoedigen van initiatief en het bieden van grenzen en structuur, zodat het kind zich ten volle kan ontwikkelen tot een zelfverzekerd en onafhankelijk individu.

Meisje is aan het krijten / Bron: Freepik

Vlijt vs minderwaardigheid (6 – 11 jaar)

Kids in de leeftijd van 6 tot 11 jaar gaan naar de basisschool en leren belangrijke vaardigheden, zoals lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast leren ze ook hoe ze kunnen samenwerken met anderen en hoe ze zich kunnen aanpassen aan verschillende sociale situaties. Het is van belang dat kinderen in deze fase positieve ervaringen opdoen met het leren en samenwerken met anderen, zodat ze een gevoel van competentie en zelfvertrouwen ontwikkelen.

Indien kinderen te maken krijgen met te veel negatieve ervaringen, zoals kritiek of afwijzing, kan dit leiden tot gevoelens van minderwaardigheid en een gebrek aan motivatie om te leren en nieuwe dingen te proberen. Ouders en leraren moeten kinderen ondersteunen en aanmoedigen om hun vaardigheden te ontwikkelen en hen prijzen voor hun inzet en prestaties. Zodoende kunnen kinderen een gevoel van vlijt en ijverigheid ontwikkelen, wat een basis legt voor succes in het latere leven.

Op de basisschool oefenen kinderen hun vaardigheden en leren ze met anderen samen te werken. / Bron: Freepik

Identiteit vs rolverwarring (12 – 20 jaar)

Tijdens de puberteit en adolescentie (12-20 jaar) gaan jongeren op zoek naar hun eigen identiteit en trachten ze antwoorden te vinden op de vragen ‘Wie ben ik?’, ‘Waar kom ik vandaan’, ‘Waar ga ik heen’ en ‘Wat wil ik worden?’. Deze zoektocht is vaak een proces van experimenteren met verschillende rollen en identiteiten, waarbij de jongere verschillende waarden en doelen uitprobeert om te ontdekken wat bij hem past.

Het is een proces van vallen, opstaan en weer doorgaan. Als dit proces succesvol verloopt, ontwikkelt de jongere een stabiele identiteit, met een duidelijk gevoel van wie hij is en welke doelen hij wil nastreven. Als het proces mislukt, kan dit leiden tot identiteitsverwarring en twijfel over wie hij is en wat hij worden.

Ouders, opvoeders en andere volwassenen in de omgeving van de tiener dienen steun te bieden en hem de ruimte geven om te experimenteren en te ontdekken wie hij is en wat bij hem past. Zo kan de jongere zich ontwikkelen tot een volwassene met een stabiele identiteit.

Tienermeisjes die een selfie nemen / Bron: Freepik

Intimiteit vs isolatie (18 – 30 jaar)

Tijdens de fase van intimiteit versus isolatie (18-30 jaar) is het belangrijkste psychosociale conflict de vraag of de jongvolwassene in staat is om intieme relaties op te bouwen. De persoon probeert hierbij een balans te vinden tussen zelfexpressie en intimiteit met anderen. Als dit lukt, kan hij een gevoel van verbondenheid, liefde en veiligheid ervaren in zijn relaties. Als hij hier niet in slaagt, kan dit leiden tot gevoelens van eenzaamheid, isolatie en vervreemding.

In deze faseleer je om open en eerlijk te communiceren en vertrouwen te ontwikkelen in anderen en jezelf. Ook ontwikkel je de vaardigheden en skills die nodig zijn om intieme relaties op te bouwen en te onderhouden.

In de fase van Intimiteit tegenover isolement gaat het erom dat mensen een wederzijdse en intieme relatie opbouwen. Erikson noemt daarbij verschillende voorwaarden voor een succesvolle relatie, zoals een wederkerigheid van orgasme, een beminde partner van het andere geslacht, de bereidheid om wederzijdse verantwoordelijkheid te delen, en de capaciteit om de cycli van werk, voorplanting en recreatie te reguleren. Een goede relatie kan helpen om een bevredigend leven te leiden en bij te dragen aan de ontwikkeling van het nageslacht.

In deze fase staat de mens voor de ontwikkelingstaak een wederkerige en intieme relatie op te bouwen / Bron: Freepik

Generativiteit vs stagnatie (30 – 60 jaar)

In deze ontwikkelingsfase draait het om de uitdaging om een gevoel van betekenisvolle bijdrage aan de maatschappij te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een gezin te stichten, een carrière of loopbaan te ontwikkelen of door je in te zetten voor anderen middels vrijwilligerswerk. Indien je er niet in slaagt om je op deze manier te engageren, kan dit resulteren in gevoelens van nutteloosheid en gebrek aan een doel in het leven.

Bewegen of wandelen
Het stichten van een gezin / Bron: Goodluz/Shutterstock.com

Ego-integriteit vs wanhoop ( > 60 jaar)

In de laatste fase van het leven blikken mensen terug op hun leven. Kernbegrippen in deze fase zijn: ontwikkeling, verantwoording en aanvaarding. In het beste geval blik je terug op je leven waar je betekenis en zin aan kunt geven en accepteer je de naderende dood. Het ontbreken van ego-integriteit kan resulteren in gevoelens van spijt, ontevredenheid, bitterheid en zelfs wanhoop over het leven dat geleid.

In de laatste fase van het leven blikken mensen terug op hun leven / Bron: Freepik

Hoe kun je het model van Erikson gebruiken?

Het model van Erik Erikson kan gebruikt worden om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van een individu gedurende zijn of haar hele leven, met name op sociaal en emotioneel vlak. Het kan bijvoorbeeld helpen om bepaalde gedragingen, emoties en ontwikkelingsmijlpalen van een persoon beter te begrijpen en te verklaren.

Het model kan ook nuttig zijn voor ouders, opvoeders en leraren om de ontwikkeling van kinderen te begrijpen en hen te helpen bij het overwinnen van bepaalde uitdagingen in elke fase van hun leven. Daarnaast kan het ook voor hulpverleners, maatschappelijk werkers en therapeuten een nuttig instrument zijn om cliënten te begrijpen en te ondersteunen bij het overwinnen van psychische problemen.

Het model van Erikson kan natuurlijk niet worden gebruikt als een exacte wetenschap om het leven van een individu te voorspellen of te verklaren. Ieder mens is immers uniek is en ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Het model moet derhalve worden gezien als een hulpmiddel om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van een persoon, maar het moet niet te rigide worden gebruikt of worden beschouwd als een absolute leidraad.

Kritiek op het model

Er is vanuit verschillende kanten kritiek geuit op het model van Erikson:

Culturele beperkingen

Het model van Erikson is ontwikkeld vanuit een Westers referentiekader. Het kan daardoor minder geschikt zijn voor andere culturen. Het model gaat namelijk uit van individuele ontwikkeling en hecht veel waarde aan autonomie en individualiteit. In sommige culturen wordt er echter meer nadruk gelegd op collectiviteit en onderlinge afhankelijkheid, waardoor het model mogelijk minder goed aansluit bij hun belevingswereld.

Gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing

Het model van Erikson is vooral gebaseerd op observaties en interviews en niet op wetenschappelijk onderzoek. Hoewel het model wel veel invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de (ontwikkelings)psychologie, zijn er ook wetenschappers die kritische noten kraken ten aanzien van de wetenschappelijke onderbouwing van het model.

Te weinig aandacht voor individuele verschillen

Het model van Erikson gaat ervan uit dat iedereen dezelfde fasen doorloopt en zich voor dezelfde uitdagingen gesteld ziet. Er is echter veel variatie tussen individuen in de manier waarop zij omgaan met bepaalde uitdagingen en in de snelheid waarmee zij zich ontwikkelen.

Beschouw het model van Erikson dan ook als één van de vele modellen die er zijn om de ontwikkeling van mensen te begrijpen.

Video van de 8 levensfasen

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over de ontwikkelingsfasen van Erikson, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.