Slangen in Frankrijk: giftige en niet-giftige slangen

Last Updated on 5 januari 2024 by M.G. Sulman

In Frankrijk zijn er heel wat verschillende soorten slangen. Wees gerust, de meeste daarvan zijn niet-giftig en volstrekt ongevaarlijk. Veel mensen zijn bang voor slangen. Slangen, zeker in Frankrijk, zijn over het algemeen onschadelijk. de meest slangen kun je niet gemakkelijk benaderen. Ze nemen het hazenpad wanneer je ze nadert. Angst voor slangen is vaak ongegrond. Slangen spelen een belangrijke rol in het ecosysteem, zowel als roofdier als prooi. Als roofdier helpen ze bij het onder controle houden van populaties van kleine knaagdieren en amfibieën. Slangen zijn echter ook een voedselbron voor veel vogel- en zoogdiersoorten. Haviken, valken, eksters, uilen, adelaars, vossen, marters, wilde zwijnen en zelfs kikkers zijn enkele van de soorten die profiteren van een enkele keer een lekkere slang op hun menu. Bovendien zijn slangen belangrijke zaadverspreiders. Slangen eten muizen, ratten en andere kleine dieren die zaadjes van planten in hun maag hebben. De slang verteert het dier, maar de zaadjes poept hij uit. En een zaadje kan een nieuwe boom of plant worden.

Slangen in Frankrijk: Couleuvre a collier (natrix natrix) / Bron: Wikimedia Commons

Slangen doden in Frankrijk is strafbaar

In Frankrijk is het anno 2024 illegaal om slangen, waaronder giftige adders, te doden. Deze nieuwe wetgeving is het gevolg van een verandering in het bewustzijn over de waarde van slangen voor het ecosysteem. Er bestaat in Frankrijk een diepgewortelde en irrationele angst voor slangen, die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Veel mensen hebben de neiging om slangen te doden zodra ze er een zien, maar dit is dus illegaal en strafbaar. Voorheen was er een uitzondering in de wet die mensen toestond om adders te doden, maar nu riskeren overtreders een gevangenisstraf van maximaal twee jaar en een boete van €150.000.

De afgelopen jaren werden er in Frankrijk een recordaantal slangen waargenomen in tuinen, vermoedelijk als gevolg van de lockdown waarin mensen meer tijd thuis doorbrachten.

Slangenbeten zijn zeldzaam

Hoewel nationale statistieken over slangenbeten moeilijk te vinden zijn, suggereert een artikel uit 2002, gebaseerd op een studie van het Institut Pasteur gericht op het verbeteren van een tegengifserum, dat de kans om in Frankrijk door een slang gebeten te worden (ongeacht of de slang giftig is) 3,5 per 100.000 mensen is. De kans om gebeten en geïnjecteerd te worden met gif is 0,4 per 100.000 mensen, en het aantal gevallen dat ziekenhuisopname vereist, is 0,2 per 100.000 mensen. De sterftecijfers als gevolg van slangenbeten worden geschat op 0,003 per 100.000 mensen.

Aantal sterfgevallen zijn nihil

Het aantal sterfgevallen door slangenbeten is ongelooflijk zeldzaam in Frankrijk. Het land heeft een nationaal systeem van tegengif beschikbaar voor mensen die door adders zijn gebeten, maar dit wordt tegenwoordig alleen gebruikt bij de meest ernstige gevallen. Het gif van adders werkt langzaam, waardoor artsen de voortgang van de beet kunnen observeren voordat ze besluiten het tegengif toe te dienen. De laatste gepubliceerde dood door een slangenbeet in Frankrijk vond ongeveer begin jaren ’10 jaar van deze eeuw plaats, toen een slangenhobbyist tijdens een demonstratie werd gebeten door een adder en vervolgens een hartaanval kreeg.

Niet giftige slangen

Ringslang of Couleuvre à collier (Natrix natrix)

De Couleuvre à collier, ook bekend als de ringslang (Natrix natrix), is een veelvoorkomende slangensoort in heel Frankrijk. Ze gedijen zowel in waterrijke gebieden als op het vasteland, zelfs op hoogtes tot 2.000 meter. Volwassen exemplaren hebben een lengte van 1 tot 1,5 meter, maar er kunnen uitschieters zijn die tot 2 meter lang zijn. De kleur van de couleuvre à collier is meestal grijs, met zwarte vlekken op de rug.

Deze slangensoort is voornamelijk overdag actief. Ze jagen op een verscheidenheid aan prooien, waaronder kikkers, padden, kleine knaagdieren, salamanders en vissen. Het zijn goede zwemmers en ze maken gebruik van hun omgeving om prooien te besluipen en te vangen. De ringslang staat erom bekend dat ze vaak in de buurt van water te vinden zijn, waar ze hun eieren leggen en waar jonge slangen opgroeien.

Over het algemeen is de couleuvre à collier een niet-giftige slang en vormt ze geen gevaar voor mensen. Ze gaan juist confrontaties met de mensuit de weg en zullen eerder vluchten dan aanvallen.

Couleuvre à collier (natrix natrix) / Bron: Wikimedia Commons

Esculaapslang of Couleuvre d’esculape (Zamenis longissimus)

Ten zuiden van Parijs, overal verspreid uitgezonderd het zuidwesten, vind je de Esculaapslang (Couleuvre d’Esculape), ook wel bekend als de Zamenis longissimus. Deze slangensoort heeft een lengte van ongeveer 1,50 meter, maar kan groeien tot wel 2 meter lang. Ze hebben een bruingroene kleur en hebben dikwijls een gele vlek rond hun kop, hals en zijkant.

De Couleuvre d’Esculape voedt zich hoofdzakelijk met hagedissen, vogels en hun eieren, evenals insecten. Deze slang is actief en behendig in het vangen van zijn prooi. Ze maken gebruik van hun camouflagekleur om onopgemerkt te blijven en naderen hun prooi met precisie en snelheid.

Esculaapslang of Zamenis longissimus / Bron: Wikimedia Commons

Geelgroene toornslang of Couleuvre verte et jaune (Hierophis viridiflavus)

In gans Frankrijk, behalve in het Rhône- en Garonne-dal en in Bretagne, kun je de geelgroene toornslang of Couleuvre verte et jaune, ook bekend als de Hierophis viridiflavus, tegenkomen. Deze slang heeft een lengte van 1 tot 1,5 meter. Ze hebben doorgaans een groen-gele kleur met een zwartachtige glans en een witte buik.

De Couleuvre verte et jaune voelt zich zowel op het land als in bomen thuis. Ze zijn behendige klimmers en kunnen zich door de bomen bewegen. Van jongs af aan voeden ze zich voornamelijk met insecten en hagedissen, maar naarmate ze groeien, gaan ze ook muizen, hagedissen, vogels en soms zelfs andere slangen eten.

De geelgroene toornslang (Hierophis viridiflavus) / Bron: Wikimedia Commons

Adderringslang of Couleuvre vipérine (natrix maura)

De adderringslang of adderslang, ofwel de Couleuvre vipérine, ook wel bekend als de Natrix maura, dankt haar naam aan de gelijkenis met adders. Ze komt voornamelijk voor in het zuidwesten van Parijs, met name in de buurt van moerassen, meren en riviertjes. Deze slang is meestal te vinden in het water, dus als je een slang ziet zwemmen met zijn kop boven water, is de kans groot dat het de Couleuvre vipérine is.

De rug van deze slang is grijs-groen van kleur en heeft donkere vlekken of een donker zigzagpatroon. Vanwege deze uiterlijke kenmerken en de beperkte lengte van maximaal 1 meter, wordt de Couleuvre vipérine vaak verward met een adder. Deze slang is echter volledig ongevaarlijk en heeft geen gevaarlijke beten.

De voeding van de Couleuvre vipérine bestaat voornamelijk uit kikkers en kleine vissen. Ze jaagt actief in het water en maakt gebruik van haar snelheid en behendigheid om haar prooi te vangen. Deze slang speelt een rol in het ecosysteem door het reguleren van populaties van amfibieën en vissen.

Adderringslang / Bron: Wikimedia Commons

Trapslang of Couleuvre à échelons (rhinechis scalaris)

De trapslang of Couleuvre à échelons, ook bekend als de Rhinechis scalaris, komt veel voor in de Midi-regio. Je kunt ze herkennen aan hun geelgrijze of bruinachtig grijze rug met twee donkere strepen die over de hele zijkanten lopen. Bij jonge exemplaren zijn deze strepen verbonden door horizontale streepjes, waardoor de rugtekening lijkt op een ladder.

Deze slangensoort komt vaak in de buurt van menselijke bewoning voor, maar ze zijn volledig ongevaarlijk. Ondanks hun ongevaarlijke karakter kunnen volwassen exemplaren een lengte van ongeveer 1,50 meter bereiken. De Couleuvre à échelons voedt zich voornamelijk met knaagdieren. Ze vangen hun prooi door verstikking toe te passen.

Trapslang (Rhinechis scalaris) / Bron: Wikimedia Commons

Gladde slang of Couleuvre lisse (coronella austriaca)

De gladde slang of Couleuvre lisse, ook wel bekend als de Coronella austriaca, is een kleine slang die overal in Frankrijk voorkomt, behalve in het uiterste noorden en het zuidwesten. Deze slang heeft een maximale lengte van ongeveer 70 centimeter. De kleur van de Couleuvre lisse varieert van grijs tot geelachtig. Het patroon op hun lichaam kan ook variëren, waarbij sommige exemplaren geen vlekken hebben en andere wel.

Deze vriendelijke slang wordt meestal aangetroffen tussen kreupelhout of stenen. Ze hebben een goedaardig karakter en zijn in het geheel niet gevaarlijk voor mensen. De Couleuvre lisse voedt zich voornamelijk met andere reptielen, waarbij hagedissen een belangrijk onderdeel van hun dieet vormen. Ongeveer driekwart van hun voeding bestaat uit andere reptielen.

De gladde slang (Coronella austriaca) / Bron: Wikimedia Commons

De zuidelijke gladde slang of Couleuvre girondine (coronella girondica)

De zuidelijke gladde slang of Girondische gladde slang (Coronella girondica) of Couleuvre girondine, komt voornamelijk voor in de Midi-regio en in de streek rond Bordeaux. Uiterlijk lijkt deze slang sterk op de Couleuvre lisse, zowel qua lengte als qua algemeen uiterlijk. Ze varieert in lengte tussen de 50 centimeter en 1 meter. Een verschil is echter dat de Couleuvre girondine scherpere lijnen en een rodere gloed heeft.

Deze slang voelt zich het meest thuis in de buurt van kreupelhout of stenen. Ze is een behendige klimmer en kan gemakkelijk muren ‘beklimmen’ tijdens de jacht op hagedissen. Haar prooi bestaat voornamelijk uit hagedissen, die ze actief jaagt in haar omgeving.

De zuidelijke gladde slang of Girondische gladde slang (Coronella girondica) / Bron: Wikimedia Commons

Giftige slangen

De hagedisslag of Couleuvre de Montpellier (Malpolon monspessulanus)

De Couleuvre de Montpellier, ook bekend als de Malpolon monspessulanus, is een slang die alleen voorkomt in het zuidoosten van Frankrijk, langs de hele Middellandse Zeekust. Deze slang kan indrukwekkende lengtes bereiken tot wel 2,50 meter. Hij heeft meestal een grijsbruine kleur en opvallend grote ogen. De favoriete leefomgeving van deze slang is kreupelhout en wijngaarden.

Interessant genoeg is de Couleuvre de Montpellier de enige giftige slang in Frankrijk die geen adder is. Deze slang is buitengewoon snel en kan zich oprichten als een cobra wanneer hij zich bedreigd voelt. Op dat moment valt hij naar voren en kan hij bijten. De manier waarop deze slang aanvalt en bijt, verschilt van die van adders, waardoor een beet van deze slang, ondanks zijn gevaarlijke uiterlijk, bijna nooit schadelijk is voor mensen. De giftanden bevinden zich namelijk helemaal achterin de bek, waardoor ze normaal gesproken de menselijke huid niet kunnen doorboren.

In zeldzame gevallen kan een beet echter wel schadelijk zijn, bijvoorbeeld als de slang de huid tussen duim en wijsvinger raakt, waar hij voldoende druk kan uitoefenen om gif in te spuiten.

De hagedisslang of westelijke hagedisslang (Malpolon monspessulanus) / Bron: Wikimedia Commons
Gevolgen van een beet van een hagedisslang / Bron: Wikimedia Commons

Aspisadder of Vipère aspic (vipera aspis)

De aspisadder of Vipère aspic, ook bekend als Vipera aspis, is een addersoort die in heel Frankrijk voorkomt, grofweg ten zuiden van Parijs. Ze geeft de voorkeur aan drogere en rotsachtige leefomgevingen, maar kan zich aanpassen aan verschillende habitats. Deze adder kan zelfs worden aangetroffen op hoogtes tot 3.000 meter. De Vipère aspic is een giftige slang waarbij voorzichtigheid geboden is.

De Vipère aspic is moeilijk te identificeren, omdat ze sterk varieert in kleur en patroon. Ze kan tussen de 70 en 90 centimeter lang worden. Haar dieet bestaat voornamelijk uit hagedissen en kikkers.

De beet van de Vipère aspic is zelden dodelijk. Een slangenbeet van deze slang bevat doorgaans niet genoeg toxine om een volwassen mens te doden. Niettemin moet een beet van deze slang serieus worden genomen. Schakel direct medische hulp in als je gebeten bent. De effecten van een adderbeet kunnen variëren, afhankelijk van verschillende factoren, zoals de locatie van de beet en de reactie van het individu op het gif.

De aspisadder (Vipera aspis) / Bron: Wikimedia Commons

Adder of Vipère péliade (vipera berus)

De adder of Vipère péliade, ook bekend als Vipera berus, is een addersoort die voornamelijk voorkomt in het noordwesten van Frankrijk, het Massif Central en de Alpen. Ze wordt zelden langer dan 60 centimeter. De Vipère péliade heeft meestal een bruin- of grijsachtige kleur met een zwarte buik en een zwart patroon op de rug.

Interessant is dat de Vipère péliade ook in Nederland voorkomt, met name op de Veluwe en in veengebieden. Net als andere adders voedt ze zich hoofdzakelijk met kikkers en hagedissen.

Ga met de nodige voorzichtigheid te werk wanneer je je in een gebied begeeft waar de Vipère péliade kan voorkomen. Hoewel haar beet over het algemeen niet dodelijk is voor volwassenen, kan deze adder wel een nare giftige beet toedienen. Mocht je onverhoopt gebeten worden door een adder of een andere giftige slang, dan is het van cruciaal belang om onverwijld medische hulp in te schakelen. Een deskundige kan de juiste beoordleing maken en zo nodig het juiste antiserum toedienen om mogelijke complicaties te voorkomen.

De adder (Vipera berus) / Bron: Wikimedia Commons

De spitssnuitadder of Vipère d’Orsini (vipera ursinii)

De spitssnuitadder of weide-adder (vipère d’Orsini), ook bekend als Vipera ursinii, is een addersoort die een zeer beperkt leefgebied heeft. Ze komt alleen voor in de zuidelijke Alpen op hoogtes tussen 1.500 en 2.000 meter. Met een maximale lengte van 45 centimeter is ze de kleinste adder van Frankrijk en zelfs de kleinste giftige slang van heel Europa.

De vipère d’Orsini vertoont veel gelijkenissen met de vipère péliade, maar is kleiner en heeft fijnere tekeningen. Ondanks dat het een giftige slang is, zijn beten van deze adder over het algemeen ongevaarlijk voor mensen. Dit komt door de kleine bek en het relatief zwakkere gif van deze soort.

De spitssnuitadder of weide-adder (Vipera ursinii) / Bron: Wikimedia Commons

De Cantabrische adder of Vipère de Séoane (vipera seoanei)

De Cantabrische adder of vipère de Séoane, ook bekend als Vipera seoanei, is een addersoort die voornamelijk voorkomt in het uiterste zuidwesten van Frankrijk. Vanwege haar aanwezigheid in de Pyreneeën wordt ze ook wel de Pyreneeënadder genoemd. Qua uiterlijk lijkt ze sterk op de vipère péliade, maar ze is iets kleiner, met een gemiddelde lengte van ongeveer 50 centimeter.

De vipère de Séoane is een aanpassingsvaardige soort, maar heeft een voorkeur voor vochtige en beboste leefomgevingen. Ze kan worden aangetroffen in bosrijke gebieden, langs beekjes en in bergachtige streken. Deze addersoort heeft zich goed aangepast aan haar leefomgeving en kan zich camoufleren tussen het gebladerte.

De Cantabrische adder (Vipera seoanei) / Bron: Wikimedia Commons

Top 10 plekken in Frankrijk waar relatief veel slangen zijn

Hier zijn 10 gebieden in Frankrijk waar relatief veel slangen voorkomen:

  • Cevennen: Dit bergachtige gebied in het zuiden van Frankrijk staat bekend om zijn diversiteit aan slangensoorten, waaronder de hagedisslang en de trapslang.
  • Camargue: Deze regio in Zuid-Frankrijk, bekend om zijn moerassen en wetlands, biedt een geschikte habitat voor slangen zoals de Spitssnuitadder en de trapslang.
  • Provence: Het warme klimaat en de gevarieerde landschappen van de Provence trekken verschillende slangensoorten aan, waaronder de geelgroene toornslang en de Aspisadder.
  • Pyreneeën: Dit bergachtige gebied, dat de grens vormt tussen Frankrijk en Spanje, herbergt slangen zoals de Cantabrische adder en de adder.
  • Alpen: De Franse Alpen bieden een gevarieerde omgeving voor slangen, waaronder de spitssnuitadder en de adder.
  • Centraal Massief: Dit uitgestrekte bergmassief in het centrum van Frankrijk is de thuisbasis van verschillende slangensoorten, waaronder de adder en de gladde slang.
  • Corsica: Het eiland Corsica heeft een unieke slangenfauna, waaronder de endemische Corsicaanse hagedisslang.
  • Ardèche: Dit departement in Zuidoost-Frankrijk staat bekend om zijn indrukwekkende kloven en rotsachtige landschappen, waar slangen zoals de ringslang te vinden zijn.
  • Vendée: Dit kustgebied in West-Frankrijk biedt een geschikte leefomgeving voor slangen, waaronder de adderringslang.
  • Loirevallei: Hoewel niet zo bekend om slangen, herbergt de Loirevallei enkele soorten zoals de geelgroene toornslang en de ringslang.

Top 10 plekken in Frankrijk waar relatief weinig slangen zijn

Ofschoon slangen in verschillende delen van Frankrijk leven, zijn er ook gebieden waar ze minder vaak voorkomen. Hier zijn 10 gebieden in Frankrijk waar relatief weinig slangen worden waargenomen:

  • Bretagne: Deze regio in het noordwesten van Frankrijk heeft over het algemeen een koeler en vochtiger klimaat, wat minder gunstig is voor slangenpopulaties.
  • Normandië: Net als Bretagne heeft Normandië een mild klimaat en een gevarieerd landschap, maar slangen zijn er minder talrijk.
  • Parijs en de omliggende regio Île-de-France: Door het verstedelijkte karakter van deze regio is er weinig natuurlijk habitat overgebleven voor slangen.
  • Noord-Frankrijk (Nord-Pas-de-Calais, Picardië, Champagne-Ardenne): Deze regio’s hebben over het algemeen een gematigd klimaat en minder geschikte leefomgevingen voor slangen.
  • Elzas: Hoewel de Elzas een gevarieerd landschap heeft, inclusief bossen en bergen, zijn slangen er minder overvloedig.
  • Lotharingen: Deze regio in het noordoosten van Frankrijk heeft vergelijkbare kenmerken als de Elzas en wordt ook gekenmerkt door een lager aantal slangen.
  • Centre-Val de Loire: Hoewel er in deze regio een verscheidenheid aan habitats is, zijn slangenpopulaties over het algemeen minder talrijk.
  • Hauts-de-France: Deze regio, die het noordelijke deel van Frankrijk beslaat, heeft een vergelijkbaar klimaat als Normandië en Nord-Pas-de-Calais, waardoor slangen minder voorkomen.
  • Bourgondië-Franche-Comté: Hoewel er in dit gebied enkele geschikte leefomgevingen zijn, zijn slangenpopulaties over het algemeen minder aanwezig.
  • Pays de la Loire: Hoewel de Loirevallei enkele slangensoorten herbergt, is de algehele aanwezigheid van slangen in de regio minder frequent.

Hazelworm: een hagedis die lijkt op een slang

De hazelworm is een pootloze hagedis uit de familie hazelwormen (Anguidae). Hij komt veel voor in Frankrijk en wordt vaak verward met een slang. Deze hagedis komt in grote delen van Europa voor en is een van de meest voorkomende reptielen op het continent. Hij is ook te vinden in België en Nederland. De hazelworm leeft voornamelijk op de bodem, verstopt tussen bladeren en takken in de strooisellaag. Hij voedt zich met kleine ongewervelden, voornamelijk regenwormen en naaktslakken.1Wikipedia. Hazelworm. https://nl.wikipedia.org/wiki/Hazelworm (ingezien op 29-5-2023)

Qua uiterlijk is de hazelworm meestal bruin van kleur en kan hij een lengte van ongeveer 45 centimeter bereiken. Jongere dieren zijn lichter van kleur en hebben donkere lengtestrepen, terwijl oudere exemplaren soms gevlekt zijn. Hoewel hij behoort tot de familie hazelwormen, heeft het schepsel op het eerste gezicht meer weg van een slang dan dat van een hagedis. Het beestje heeft namelijk geen poten, een langwerpig en cilindrisch lichaam en steekt vaak zijn tong uit, wat de gelijkenis met een slang versterkt. Er zijn echter belangrijke verschillen tussen de hazelworm en een slang. De hazelworm beweegt zich relatief stijf voort, heeft een minder sterk gevorkte tong en heeft beweegbare oogleden. De hazelworm is net als andere Europese hagedissen volkomen ongevaarlijk en erg schuw. Bij verstoring zal het diertje snel het hazenpad kiezen.

De hazelworm (Anguis fragilis) / Bron: Wikimedia Commons

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over slangen in Frankrijk, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.