Ruminatiestoornis: symptomen, oorzaken en behandeling

Last Updated on 18 juli 2024 by M.G. Sulman

Ruminatiestoornis is een aandoening waarbij je voedsel dat je al gekauwd en ingeslikt hebt, herhaaldelijk terug in je mond laat komen, opnieuw kauwt en weer inslikt of uitspuugt. Dit proces doe je bewust en zonder misselijkheid, kokhalzen of gevoel van walging. Het wordt vaak verward met eetstoornissen zoals boulimia of gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ), maar het is een aparte aandoening. De ruminatiestoornis is opgenomen in de DSM-5, het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen.

Als je een ruminatiestoornis hebt, laat je voedsel vanuit je maag terugkomen in je mond / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

Wat is een ruminatiestoornis?

Een ruminatiestoornis is een zeldzame aandoening waarbij mensen herhaaldelijk voedsel dat ze al hebben doorgeslikt, weer terughalen in hun mond, zonder dat dit gepaard gaat met misselijkheid, kokhalzen of walging. Het teruggehaalde voedsel kan opnieuw worden gekauwd, doorgeslikt of uitgespuugd. Dit gedrag moet  gedurende minstens een maand dagelijks plaatsvinden om als ruminatiestoornis te worden gediagnosticeerd.

Vóórkomen

Wereldwijd heeft ongeveer 3,1% van de mensen ruminatiestoornis. Bij institutioneel opgenomen personen met ernstige mentale retardatie kan dit oplopen tot 10%.

Kenmerken van een ruminatiestoornis

Een rumonatiestoornis is niet gerelateerd aan andere eetstoornissen. Het gedrag is niet te wijten aan anorexia nervosa, boulimia nervosa, een eetbuistoornis of een vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID). Ook is er geen fysieke oorzaak die het eten weer omhoog laat komen, zals reflux.

Wie krijgt het?

De stoornis kan zowel bij kinderen als volwassenen voorkomen, maar komt vaker voor bij mensen met een verstandelijke beperking of autisme.

Ruminatiestoornis kan al beginnen vanaf vier maanden oud. Bij baby’s uit zich dit door het strekken, krommen van de rug, het hoofd achterover houden en zuigbewegingen maken met de tong. Mogelijke oorzaken zijn een gebrek aan stimulatie, verwaarlozing, stressvolle levensomstandigheden of problemen in de ouder-kindrelatie.

Bij baby’s en mensen met een verstandelijke beperking lijkt het gedrag een zelftroostende of zelfstimulerende functie te hebben.

Gevolgen van een ruminatiestoornis

Ruminatiestoornis kan de volgend egevolgen hebben:

  • Ondervoeding: Herhaaldelijk uitspugen van voedsel kan leiden tot ondervoeding, wat fataal kan zijn bij baby’s. Bij kinderen kan het leiden tot groeistoornissen en negatieve effecten op ontwikkeling en leervermogen.
  • Tandproblemen: Door het voortdurende contact met maagzuur kan het gebit aangetast worden.
  • Sociale gevolgen: Uit schaamte en angst voor het oordeel van anderen kunnen mensen met ruminatiestoornis een sociale fobie ontwikkelen, wat kan leiden tot sociaal isolement.

Symptomen van ruminatiestoornis

Symptomen van ruminatiestoornis zijn:

  1. Regurgitatie van voedsel:
    • Voedsel wordt moeiteloos teruggebracht in de mond, meestal binnen een uur na het eten.
    • Het voedsel smaakt normaal en niet zurig, in tegenstelling tot braaksel.
  2. Gewichtsverlies:
    • Ondergewicht en ondervoeding door het herhaaldelijk uitbraken van voedsel.
    • Achtergebleven groei bij kinderen.
  3. Gebitsproblemen:
    • Tanderosie door frequente blootstelling aan maagzuur.
  4. Buikpijn en obstipatie:
    • Buikklachten als gevolg van de stoornis.
  5. Psychische problemen:
    • Stress, depressie, en angststoornissen.
    • Vermijden van sociale activiteiten en gezamenlijke maaltijden uit schaamte.

Oorzaken van ruminatiestoornis

Mogelijk oorzaken van een ruminatiestoornis zijn:

  1. Stimuli:
    • Bij kinderen en mensen met verstandelijke beperkingen kan regurgitatie een zelfstimulerende functie hebben door een gebrek aan, of juist een overdaad aan, stimulatie.
  2. Gewoonte:
    • De stoornis kan ontstaan als een gewoonte, zoals bij mensen met boulimie.
  3. Stress/trauma:
    • Trauma’s of periodes van stress kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van ruminatiestoornis.
  4. Verstandelijke ontwikkelingsstoornis:
    • Mensen met een verstandelijke beperking hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van deze stoornis.

De studie van Amarnath, R., Abell, T., & Malagelada, J. (1986) rapporteerde 12 gevallen van ruminatiestoornis bij volwassenen. Van deze gevallen hadden negen personen significante persoonlijkheidsstoornissen. Dit duidt op een mogelijke link tussen ruminatie en psychische gezondheid.

Hoe dan ook, de oorzaken van het ruminatiesyndroom zijn complex en multifactorieel. Stressvolle gebeurtenissen, slechte copingmechanismen, en mogelijke genetische predisposities dragen allemaal bij aan het onbewust aanleren van gedrag dat regurgitatie van maaginhoud bevordert.

Onderzoek en diagnose

De diagnose ruminatiestoornis wordt gesteld op basis van:

  • Medische geschiedenis: De psychiater neemt je medische geschiedenis in ogenschouw.
  • Observatie van gedrag: Gedrag wordt geobserveerd om de diagnose te ondersteunen.
  • Uitsluiting van andere oorzaken: Andere (medische) oorzaken van regurgitatie, zoals GORZ, moeten worden uitgesloten om tot een juiste diagnose te komen. GORZ of gastro-oesofageale reflux betekent het terugkomen van de maaginhoud in de slokdarm en soms in de keel.

Behandeling van een ruminatiestoornis

Ruminatiestoornis kan lastig te behandelen zijn. Met een veelzijdige, hilstische aanpak kun je echter veel bereiken. Hier zijn enkele aanbevolen strategieën:

  • Voedingsadvies: Een diëtist kan je helpen je dieet aan te passen. Eet kleinere, frequentere maaltijden. Vermijd voedingsmiddelen die klachten verergeren.
  • Cognitieve gedragstherapie (CGT): CGT helpt maladaptieve gedachten en gedragingen te veranderen. Ontwikkel strategieën om stress en angst te beheersen.
  • Biofeedback: Leer je lichaam beter beheersen, zoals het ontspannen van spieren. Combineer dit met ademhalingstechnieken.
  • Mindfulness en ontspanning: Verminder stress en angst met mindfulness en ontspanningsoefeningen. Word bewuster van je lichaam en signalen die tot ruminatie leiden.
  • Gezinstherapie: Voor jongere patiënten is gezinsherapie nuttig. Creëer een begripvolle en ondersteunende omgeving.
  • Supportgroepen: Sluit je aan bij (online) supportgroepen. Deel ervaringen en strategieën met anderen.
  • Medicatie: Er zijn geen specifieke medicijnen voor ruminatiestoornis. Soms worden antidepressiva of andere medicijnen voorgeschreven voor bijkomende problemen zoals depressie of angst.
Soms worden antidepressiva voorgeschreven / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over ruminatiestoornis, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.