Walnotenboom: ziekten en plagen

Last Updated on 29 september 2024 by M.G. Sulman

De walnotenboom (Juglans regia), ook kortweg bekend als walnoot, okkernoot of notelaar, is een plant uit de okkernootfamilie (Juglandaceae). Omdat er andere soorten binnen het geslacht Juglans voorkomen die ook walnoot worden genoemd, wordt deze specifieke soort vaak aangeduid als de gewone walnoot of Perzische walnoot. Andere varianten binnen het geslacht Juglans zijn onder andere de witte walnoot en de zwarte walnoot. De walnotenboom kan helaas getroffen worden door ziekten en plagen. De belangrijkste passeren de revue. 

Vruchten van de walnotenboom / Bron: Wikimedia Commins

Walnotenboom

De walnotenboom is inheems in het gebied tussen de Balkan en China. Het is een grote boom die een hoogte van 25 meter kan bereiken. De stam is krachtig en de schors is glad en grijs. De kroon van de walnootboom is vertakt met sterke takken.

Walnoten hebben toepassingen in de voedingsindustrie, de houtindustrie en worden ook gebruikt als sierplant. De walnoot begint vruchten te dragen 5-8 jaar na het planten, en de maximale opbrengst wordt verkregen 10 jaar na het planten. De boom produceert gedurende een periode van 30 tot 100 jaar vruchten.

Walnoten, ook wel okkernoten genoemd, zijn niet alleen smakelijk, maar ook buitengewoon gezond vanwege hun hoge gehalte aan antioxidanten. Vooral de verse, nog vochtige noten die net van de boom zijn geplukt en waarvan het vliesje gemakkelijk loskomt, zijn heerlijk.

De walnotenboom kan echter ook getroffen worden door ziekten en plagen. De bladeren vertonen bijvoorbeeld eigenaardige bobbels aan de bovenkant, zwarte vlekken en de groene bolster waarin de noot zich bevindt, wordt zwart. Kunnen we in de herfst nog steeds eetbare walnoten verwachten?

Walnotenboom / Bron: Wikimedia Commons

Ziekten van de walnotenboom

Belangrijkste ziekten van walnootbomen:

Virussen

Bladrolvirus

Het bladrolvirus vermindert geleidelijk de vitaliteit van de bomen, waardoor de bladeren geel en verwelkt raken en de boom vroegtijdig blad verliest. Het wordt verspreid via geïnfecteerd stuifmeel en enten.

Bacteriën

Bacteriebrand

Bacteriebrand (Xanthomonas juglandis of Pseudomonas juglandis) wordt ook wel bacterieziekte genoemd. Deze ziekte treft bladeren, scheuten, knoppen en vruchten. Deze ziekte is te herkennen aan de zwarte vlekken op het blad en op de bolster, waar de walnoot in zit. Bovendien tast de bacterie scheuten en knoppen aan, waarbij de bacterie overleeft in de knoppen van de boom. Bij ernstige aantasting kan het blad vroegtijdig afvallen en zullen zwarte vlekken op de bolsters de walnoten aantasten, waardoor ze verrotten en oneetbaar worden.

Een preventieve maatregel is het besproeien van de boom in het voorjaar met koperhoudende preparaten.

Kroongalziekte

Kroongalziekte veroorzaakt knobbels (tumoren of gallen) op stengel- en stamgedeelten onder het grondoppervlak, maar ook op bovengrondse delen en bladeren. de boosdoener is een bacterie.

Preventie omvat zorgvuldige plantselectie en desinfectie van gereedschappen.

Schimmels

Bladvlekkenziekte

Walnut anthracnose, ook bekend als bladvlekkenziekte (Gnomonia leptostyla), is een schimmelziekte die voornamelijk de bladeren aantast. Dit kan leiden tot volledig bladverlies. Op de vruchten verschijnen zwarte puntjes, maar de noot zelf wordt doorgaans niet aangetast.

Bladvlekkenziekte op ‘Buccaneer’ / Bron: Wikimedia Commons

Vruchtboomkanker

De boosdoener is nectria, een schimmelgeslacht van Ascomyceten.

Vruchtboomkanker komt het meest voor op vochtige, zure gronden. Het eenzijdig toedienen van stikstofbemesting bevordert de aantasting, omdat bomen in de herfst te lang doorgroeien en hun hout voor de winter niet voldoende kan rijpen (verhouten). Effectieve maatregelen om kankervorming te voorkomen, omvatten doelmatige ontwatering, matige stikstofbemesting en het bekalken van de grond.

Om infectie van takken te voorkomen, is het belangrijk om snoeiwerkzaamheden tijdens droge periodes uit te voeren. Tijdens de bloeiperiode is het ook nodig om een behandeling met fungicide toe te passen om vruchtinfectie te voorkomen.

Na de oogst kunnen verschillende producten worden gebruikt om wondinfectie te voorkomen, met name op plaatsen zoals bladlittekens, snoeiwonden en vruchtlittekens. Als curatieve maatregel moeten aangetaste takken en nieuwe kankerletsels in de stam worden weggesnoeid of weggesneden. De snoeiwonden moeten worden bedekt met een wondafdekkingsmiddel dat fungicide bevat om nieuwe infecties te voorkomen. Vruchten met neusrot moeten worden geplukt en afgevallen vruchten moeten uit de boomgaard worden verwijderd. Besmette takken, vruchten en materiaal van weggesneden wonden moeten hygiënisch worden afgevoerd. Het kan ook waardevol zijn om het plantmateriaal van de boomgaard te testen voordat het wordt geplant.

Kroonrot

De walnotenboom kan ook getroffen worden door kroonrot. Deze ziekte treedt op wanneer de wortels en het onderste deel van de stam van de boom worden aangetast door schimmels, zoals Phytophthora spp. Het resulteert vaak in de verwelking van de bladeren en het bruin worden van de bladeren aan de bovenkant van de boom. Natte omstandigheden versnellen het ziekteproces. Dit komt doordat de schimmel goed gedijt in vochtige bodems.

Het beheersen van de bodemvochtigheid, regelmatig snoeien en het gebruik van fungiciden kunnen helpen bij het voorkomen en behandelen van kroonrot bij walnotenbomen.

Plagen van de walnotenboom

Belangrijkste plagen van walnootbomen:

Okkernootviltmijt of walnootgalmijt

De okkernootviltmijt, ook bekend als de walnootgalmijt (Aceria erinea syn. Eriophyes erineus), behoort tot de familie Eriophyidae. Deze mijten overwinteren in de knoppen van walnootbomen en beginnen het blad direct aan te tasten zodra het begint uit te lopen.

De walnootgalmijt veroorzaakt verhogingen, ook wel “gallen” genoemd, op het blad van de walnootboom. Deze verhogingen zijn rupsachtige structuren die 1-2,5 cm lang zijn en zich aan de bovenkant van het blad bevinden. Onder deze verhogingen bevinden zich holtes aan de onderkant van het blad, die vele lichtbruine haartjes bevatten. Binnen deze pluizige haartjes leven de viltmijten, die kleiner zijn dan 0,1 mm.

“Gallen” van okkernootviltmijt / Bron: Wikimedia Commons

Fruitmot

De fruitmot (Cydia pomonella) tast verschillende fruitbomen, waaronder de walnootboom, aan.

Gewone dopluis

De gewone dopluis (Parthenolecanium corni) tast fruitbomen aan, hetgeen kan leiden tot bladval en verminderde oogstopbrengsten.

Fruitspint

Panonychus ulmi is een soort fruitspint met een uiterlijk dat lijkt op een rode spin met een langwerpig lichaam. Panonychus ulmi voedt zich door de bladcellen leeg te zuigen, wat resulteert in verkleuring en het afvallen van de bladeren. Het is van cruciaal belang om de lastpak vroegtijdig op te sporen. Dit kan worden gedaan door te letten op de bruine verkleuring van de bladeren. Als je Panonychus ulmi in je gewas of boom aantreft, is het belangrijk om snel actie te ondernemen, omdat deze fruitspint zich snel kan voortplanten.

Bladluizen

Deze polyfage insectenkolonie zuigt de sapcellen van bladeren, wat leidt tot verminderde weerstand van de boom tegen ziekten.

Walnootboorvlieg

De walnootboorvlieg (Rhagoletis completa) is een vervelend insect dat oorspronkelijk uit Noord-Amerika komt, maar sinds 2015 ook in Nederland en een jaar later in België is gesignaleerd. Deze vlieg legt eitjes in de schil van de walnoten (Juglans regia) en zwarte walnoten (Juglans nigra). De larven graven zich een weg in de bolster, waardoor de schil verkleurt en uiteindelijk verslijmt. In het begin is de schade moeilijk te zien, omdat de larven klein zijn.

De larven overwinteren in de grond en kunnen worden bestreden door natuurlijke vijanden aan te trekken, zoals kippen of andere insecteneters. Gele vangplaten in de boom of het dagelijks oprapen en vernietigen van aangetaste noten kunnen ook helpen. Het planten van minder gevoelige walnotenrassen, zoals ‘Ferjean’ en ‘Ronde de Montignac’, is nog altijd de beste preventie tegen deze indringer.

Walnoot (Juglans regia) met Rhagoletis completa larve / Bron: Wikimedia Commons

Vorstschade

Vorstschade aan de walnotenboom kan leiden tot beschadigde knoppen, takken en bladeren. Deze schade treedt op wanneer de temperatuur onder het vriespunt daalt, vooral tijdens de lente of vroege herfst, waardoor de gevoelige delen van de boom bevriezen. Het kan behoorlijk van invloed zijn op de groei en vruchtzetting van de boom.

Vorstschade aan de walnotenboom / Bron: Wikimedia Commons

Een walnotenboom planten

Een walnotenboom is een mooie toevoeging aan je tuin, maar het vergt wel de nodige voorbereiding en aandacht. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste punten en stappen voor het succesvol aanplanten van een walnotenboom.

De juiste standplaats

  1. Bodem en pH-waarde:
    • Goed doorlatende grond met lichte zuurgraad tot neutraal.
  2. Locatie:
    • Zonnige plek met beschutting tegen harde wind.
    • Niet in de polder of aan de kust planten vanwege tocht en zoute lucht.
    • Voldoende afstand houden van andere bomen en structuren.

Planttijd voor walnotenbomen

  1. Bomen uit volle grond:
    • Planten midden in de winter (november tot en met februari).
  2. Potgeteelde bomen:
    • Planten in het voorjaar (net uit beginnen te lopen) of in de herfst (bladeren vallen).
    • Voorkeur voor potgeteelde bomen vanwege betere aanslag en lagere uitval.

Planten van de walnotenboom

  1. Ruimte en afwatering:
    • Zorg voor voldoende ruimte, zowel in hoogte als breedte.
    • Plant op een hoger gelegen plaats om natte voeten te voorkomen.
  2. Boompaal en plantdiepte:
    • Gebruik een stevige boompaal om omwaaien te voorkomen.
    • Plant op dezelfde diepte als in de pot.
  3. Bescherming tegen dieren:
    • Bescherm de boom tegen vraat door schapen, geiten, konijnen, enz.
  4. Bemesting:
    • Het eerste jaar niet bemesten, daarna voorzichtig met organische meststoffen.

Het juiste ras kiezen

Bij het kiezen van een walnotenboomras is het belangrijk om te letten op de maximale hoogte, zelfbestuiving, productie en ziekteresistentie. Hier zijn enkele aanbevolen rassen:

  • Bella Maria: 7-8 meter, hoge productie, grote noten, zelfbestuivend.
  • Broadview: 8-9 meter, hoge productie, grote langwerpige vruchten, enigszins zelfbestuivend.
  • Buccaneer: 7-8 meter, hoge productie, kleine tot middelgrote ronde vruchten, enigszins zelfbestuivend.
  • Jupiter: 5-6 meter, hoge productie, middelgrote noten, zelfbestuivend.
  • Mars: 10 meter, hoge productie, vroeg vruchtbaar, middelgrote noten, zelfbestuivend.
  • Nr. 16: 10 meter, gezond ras, hoge productie, grote smakelijke vruchten, zelfbestuivend.

Overige aandachtspunten

  • Zorg voor een plek met voldoende zonlicht en beschutting.
  • Plant jonge bomen in plaats van oudere bomen vanwege de moeilijke verplantbaarheid.
  • Bescherm de boom tegen vorst, vooral in open gebieden.

Door deze stappen te volgen en de juiste zorg aan je walnotenboom te geven, kun je volop genieten van een gezonde boom die prachtige noten produceert en je tuin verfraait.

Een walnotenboom planten / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

De verzorging van een walnotenboom

De verzorging van een walnotenboom vergt specifieke aandacht, vooral in de beginjaren. Hieronder vind je een samenvatting van de belangrijkste verzorgingsaspecten:

Standplaats en aanplanten

  • Locatie: Kies een goed doorlatende grond en een zonnige plek. Een walnotenboom heeft ruimte nodig om te groeien.
  • Aanplanting: Plant de boom in het vroege voorjaar of late herfst voor de beste resultaten.

Bemesting

  • Jonge bomen: Geen meststoffen nodig.
  • Volwassen bomen: Bemesten in maart met organische meststoffen zoals gedroogde koemestkorrels. Plaats de mest minimaal een meter van de stam om wortelverbranding te voorkomen.
  • Geen kalk: Walnotenbomen hebben geen kalk nodig, in tegenstelling tot veel andere fruitbomen.

Water geven

  • Eerste jaar: Bij droogte water geven om verdroging te voorkomen. Geef liever minder vaak veel water (bijv. enkele emmers, twee keer per week) dan elke dag een beetje.
  • Volwassen bomen: Droogtebestendig, geen extra water nodig.

Snoeien

  • Algemeen: Zo min mogelijk snoeien. Snoeien kan de vorm en productiviteit van de boom negatief beïnvloeden.
  • Snoeitijd: In juni snoeien, omdat de boom dan het beste herstelt. Verwijder alleen beschadigde of zieke takken.
  • Snoeiwonden: Als de takken bloeden, gebruik wondbalsem om het herstel te bevorderen.
  • Jonge bomen: Zijtakken wegsnoeien om een hogere stam te vormen. Laat 10 cm van de tak zitten als winterbescherming.
  • Oudere bomen: Alleen zieke en beschadigde takken verwijderen, nooit meer dan 1/4e van alle takken.

Walnoten plukken en bewaren

  • Pluktijd: Plukken zodra de groene bolster begint te barsten.
  • Verzamel gevallen noten: Van de grond verzamelen om beschadiging te voorkomen.
  • Verwerking: Bolster verwijderen, noten drogen en resterend vuil verwijderen.
  • Bewaren: In een koele, droge ruimte met goede luchtcirculatie, bij voorkeur in een ademende zak of doos. Vermijd vocht en warmte voor langdurige versheid (1-2 jaar).

Door deze richtlijnen te volgen, zorg je ervoor dat je walnotenboom gezond blijft en goede oogsten levert.

De oogsttijd voor walnoten is van half september tot eind oktober / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over de walnotenboom, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.