Mohammed en de duivelsverzen in de Koran

Last Updated on 14 april 2024 by M.G. Sulman

Met de zogeheten ‘duivelsverzen’ bedoelen we die een of twee verzen die Mohammed eerst uitsprak, maar later zijn vervangen. De engel Gabriël zou ze niet hebben doorgegeven, maar Iblis, de duivel, zou ze op Mohammed’s tong hebben gelegd. Ze zouden zijn gekomen na vers 19 en 20 van Soera De Ster in de Koran, waarin sprake is van Allāt, al-‘Oezza en Manaat, drie godinnen die in Mekka werden aanbeden. Als deze traditie waar is, kan Mohammed’s positie als ware profeet in twijfel worden getrokken omdat hij door Satan was beduveld. 

Geopende Koran in Egypte / Bron: Wikimedia Commons

De duivelsverzen en het compromis met de Quraysh

De ‘duivelsverzen’ verwijzen naar een incident waarbij Satan, niet Allah, sprak via de mond van Mohammed, zoals vastgelegd in de islamitische traditie en in Soera 53 van de Koran. Dit gebeurde toen Mohammed in Mekka leefde en probeerde de polytheïsten te overtuigen de islam te accepteren, maar gefrustreerd raakte toen dit niet lukte.

De Quraysh stemden ermee in zijn religie te omarmen, op voorwaarde dat er een rol bleef weggelegd voor hun drie favoriete godinnen al-Lat, al-Uzza en Manat die in Mekka bij de Kaäba werden vereerd. Mohammed sloot een compromis met de polytheïsten. Hij kreeg een openbaring waarin stond dat het legitiem was voor moslims om te bidden tot al-Lat, al-Uzza en Manat, de drie godinnen die de voorkeur hadden van de heidense Quraysh, als bemiddelaars bij Allah.

Na overleg met de Aartsengel Gabriël reciteerde Mohammed de Soera van de Ster bij de Kaäba, waarin hij verzen opnam die verwezen naar al-Lat, al-Uzza en Manat als ‘verheven Gharaniq’ (dit zijn Numidische kraanvogels, waarvan men geloofde dat zij de hoogstvliegende vogels waren) als bemiddelaars bij Allah. Deze metafoor impliceerde dat al-Lat, al-Uzza en Manat de troon van God konden naderen en dat moslims hen mochten aanbidden als bemiddelaars.

De leiders van de Quraysh knielden naast Mohammed neer om dit compromis goed te keuren, maar de Profeet trok al snel zijn verklaring in, nadat hij op de vingers werd getikt door Gabriël. Hij corrigeerde de verzen en een nieuwe soera in de Koran verduidelijkte dat Satan de Profeet met valse woorden had bedonderd. Dit was niet alleen een antwoord op de terechtwijzing van Gabriël, maar hij adresseerde hiermee ook om het ongenoegen van zijn metgezellen, die het compromis beschouwden als een afwijking van het monotheïsme van de islam.

Bronnen van de duivelsverzen

De basis van dit verhaal is zeer sterk. Muhammad ibn Ishaq was een moslimgeschiedschrijver geboren in Medina rond 704. Hij wordt vooral bekend door zijn werk ‘Het leven van Allahs Boodschapper’, waarin hij mondelinge overleveringen over Mohammed samenbracht tot diens eerste biografie. Op de bladzijden 165 tot 167 schrijft Ibn Ishaq over dit voorval. Hij beschrijft hoe de profeet Mohammed per abuis verzen toeschreef aan Allah die eigenlijk door Satan werden ingefluisterd.

De vertelling van de duivelsverzen door Ibn Ishaq wordt ondersteund door allerlei andere bronnen, waaronder een betrouwbare overlevering van Al-Bukhari, die voornamelijk bekend was om zijn compilatie van de Hadith. In de Hadith van Al-Bukhari, Volume 6, Boek 60, Nummer 385:

Narrated Ibn ‘Abbas:

“Verteld door Ibn ‘Abbas: De Profeet (vrede zij met hem) verrichtte een prostratie nadat hij Soera an-Najm had gereciteerd, en alle moslims, heidenen, djinn en menselijke wezens wierpen zich samen met hem ter aarde.”

In de Hadith van Bukhari wordt beschreven dat toen de Profeet Mohammed Soera an-Najm (De Ster, Soera 53) reciteerde, hij zich neerboog in prostratie. Wat opvallend is, is dat niet alleen moslims, maar ook heidenen, djinn en mensen zich samen met hem neerbogen. Dit toont aan dat de prostratie van de heidense leiders met Mohammed geen geheim is en in feite een bekend incident is in de vroege geschiedenis van de islam.

Gevolgen voor de islamitische geloofsleer

In soera 22:52 komt Allah met een reactie op de duivelsverzen:

“En Wij hebben geen enkele boodschapper of profeet vóór jullie gestuurd zonder dat wanneer hij (de Koran) voordroeg, de Satan iets in zijn voorlezing wierp, maar Allāh heft wat de Satan erin wierp op. Vervolgens bevestigt Allāh Zijn Verzen. En Allāh is Alwetend, Alwijs.”

Allah stelt Mohammed gerust door te beweren dat het normaal is dat profeten soms openbaringen van de duivel ontvangen. Dit idee staat echter op gespannen voet met het concept van de ‘Dit idee staat echter op gespannen voet met het concept van de ‘onfeilbaarheid van de profeten’, waarbij de profeten onfeilbaar werden geacht in het overbrengen van de boodschap van Allah: ze verborgen niets wat Allah aan hen had geopenbaard, en voegden niets van zichzelf toe.1Islamqa. Are Prophets Infallible? https://islamqa.info/en/answers/42216/are-prophets-infallible (ingezien op 14-4-2024) Om die reden is het idee dat Mohammed een openbaring van Satan zou hebben ontvangen en dit zou hebben toegegeven uitermate problematisch voor de geloofsleer van de islam.

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.