Hoe praat je met een blinde of slechtziende? Do’s & don’ts uitgelegd

Last Updated on 30 juli 2025 by M.G. Sulman

Een gesprek met iemand die blind of slechtziend is, verloopt niet fundamenteel anders dan met zienden en toch wringt het soms. Mag je nog “zien” zeggen? Moet je aanraken of juist niet? Wat als je per ongeluk wijst in plaats van beschrijft? Veel mensen deinzen terug, bang om het ‘fout’ te doen. En dat is jammer, want met een paar eenvoudige richtlijnen wordt het contact niet alleen soepeler, maar ook hartelijker. Dit artikel loodst je langs de klassieke valkuilen, kleine etiquettekwesties en rake tips voor natuurlijke, eerlijke communicatie met mensen die (bijna) niets kunnen zien.

Blinde man met zonnebril en taststok in gesprek met een glimlachende vrouw in neutrale kleding, zittend in een lichte ruimte met grote ramen.
Blinde man met zonnebril en taststok in gesprek met een glimlachende vrouw in neutrale kleding, zittend in een lichte ruimte met grote ramen. / Bron: Martin Sulman

Misverstanden, ongemak en de taal der aarzeling

De onzichtbare barrière

Menigeen weet zich geen raad bij de ontmoeting met iemand die blind is. Alsof er plots een onzichtbare muur optrekt tussen twee werelden: de wereld van het zicht, en die van het niet-zien. Wat mag men nog zeggen? Hoe groet je? Mag je wijzen? En hoe zit het met beleefde clichés als “Leuk je te zien”?

De meeste mensen bedoelen het goed, laten we dat vooropstellen. Maar wie onzeker is, zegt soms niets. En niets – dat is het begin van vervreemding.

“Hij zei helemaal niets meer nadat ik vertelde dat ik blind ben,” zei Marieke, een jonge vrouw die al sinds haar twaalfde niets meer ziet. “Alsof ik ineens geen gesprekspartner meer was.”

De aarzeling is menselijk. Nochtans is zij vaak ongegrond. Want blinde mensen zijn geen breekbaar porselein, maar volwaardige gesprekspartners. Alleen: het gesprek kent een ander ritme, een ander decor, en andere tekens.

De misvatting van het hypercorrecte

Sommige mensen schieten, in een vlaag van goedbedoelde voorzichtigheid, juist door naar het andere uiterste: krampachtige correctheid. Men vervangt “zien” door “ervaren”, “blind” door “visueel uitgedaagd”, en eindigt met kromme zinnen als:

“U heeft het misschien op een andere manier waargenomen dan wij, of niet… of wel natuurlijk.”

Een taalspel dat zo onnatuurlijk aanvoelt, dat zelfs Wittgenstein er horendol van zou worden.

De waarheid? De meeste blinde mensen gebruiken zelf gewoon woorden als zien, kijken, leuk om te zien, visitekaartje of ik zag het zo voor me. Taal is geen fotografische projectie, maar een cultureel weefsel. En dat delen we – of we nu zien of niet.

Een blik zonder ogen

Wat we vaak vergeten, is dat communicatie zelden louter visueel is. Toon, geur, ritme, pauze, aanraking – het hele lijf spreekt. Ook dat van de blinde.

Voorbeeld? Een blinde man in de trein hoort aan jouw stem dat je moe bent, aan je stilte dat je nadenkt, en aan je tasgeritsel dat je uitstapt. Hij ‘ziet’ méér dan je denkt.

Wie zich daarvan bewust is, leert opnieuw luisteren – met meer aandacht, met meer precisie. En laat dat nu net de basis zijn van elke goede conversatie: aandacht. Niet zicht.

Do’s en don’ts: kleine gestes, groot verschil

📍 Waarom dit hoofdstuk ertoe doet

Communicatie is geen kunstje, maar een ontmoeting. En bij elke ontmoeting is context van belang. Wie blind of slechtziend is, beleeft die ontmoeting deels anders. Niet minder intens, integendeel – maar langs andere zintuiglijke kanalen. Wat wij terloops zien, moeten zij actief opmerken, horen of raken.

Daarom volgen hier geen belerende wetten, doch richtlijnen. Denk ze als vuurtorens: ze tonen de veilige vaarroute, zonder je stuur over te nemen.

✅ Do’s – Wat je wél doet

🗣️ 1. Spreek normaal.

Gebruik een gewone stem, zonder overdreven articulatie of volume. Blinde mensen zijn niet doof (dat komt wél voor, maar is zeldzaam als combinatie).

Niet doen: “HALLO, GOEDENDAG!”
Wel doen: “Goedemiddag, ik ben Anna. Fijn u te ontmoeten.”

🧍‍♂️ 2. Zeg wie je bent – en waar je bent.

Zeker bij de eerste interactie, of als je even weg was. Voor zienden is jouw gezicht een herkenningspunt. Voor een blinde is jouw stem dat.

“Hoi, ik ben Martin. Ik zit tegenover je, iets naar links.”

🪑 3. Benoem de ruimte.

Een eenvoudige schets van de omgeving geeft houvast.
“Links van u staat een stoel, recht voor u is een lage tafel met koffie. Achter u de deur.”

Dit voorkomt onhandig tasten of botsen. En het is beleefder dan stilletjes te kijken hoe iemand tegen de plant botst.

✋ 4. Bied je arm aan, geen hand of duw.

Bij begeleiding geldt: de blinde volgt, jij leidt. Laat iemand jouw arm vasthouden, niet andersom. En geef uitleg als je een trap, stoep of smalle doorgang nadert.

“Er komt een smalle doorgang. Laten we even achter elkaar lopen.”

🗨️ 5. Gebruik gerust woorden als ‘zien’, ‘kijken’, ‘film’.

De meeste blinden gebruiken ze zelf ook. Taal is collectief bezit – het draait om betekenis, niet om letterlijke waarneming.

“Heb je die documentaire al gezien?”
Volkomen acceptabel. Wie dat ontwijkt, maakt het contact juist krampachtig.

🎭 6. Benoem wie er spreekt (in groepen).

Bij groepsgesprekken is het fijn als iemand even zegt wie het woord neemt. Dit voorkomt verwarring en uitsluiting.

“Els neemt het woord.”
“Tom lacht en knikt instemmend.”

❌ Don’ts – Wat je beter laat

👻 1. Niet stilletjes weglopen zonder iets te zeggen.

Dat voelt alsof iemand in het luchtledige praat. Altijd even zeggen:
“Ik loop even naar de keuken, ben zo terug.”

🗣️ 2. Niet over iemand spreken terwijl hij of zij erbij zit.

“Kan hij dit wel alleen?”
Spreek gewoon met de persoon zelf.
“Wat vindt u zelf prettig?”

🧒 3. Gebruik geen kinderlijke toon.

Blind betekent niet beperkt in verstand. Dit gebeurt vaker dan men denkt – meestal onbewust.

“En hoe heet jij dan, jonge vriend?” tegen een volwassen man van vijftig met een blindengeleidehond… Ai.

✋ 4. Raak iemand niet zomaar aan.

Iemand op de schouder tikken zonder aankondiging kan angstig aanvoelen. Zeg het liever: “Mag ik je even aanraken om je naar de stoel te begeleiden?”

🧞‍♂️ 5. Vermijd stereotype opmerkingen of complimenten.

“Wat knap dat je hier helemaal zelf bent gekomen!”
De intentie is goed, maar het klinkt alsof zelfredzaamheid iets uitzonderlijks is. En dat is het vaak niet.

“U heeft vast een heel scherp gehoor.”
Niet elke blinde is Daredevil.

🧊 Iets awkward gezegd? Ontdooi het met een glimlach

Iedereen zegt weleens iets onhandigs. Dat is niet erg. De meeste mensen met een visuele beperking zijn gewend aan houterige communicatie – zolang de houding respectvol is, wordt veel vergeven.

“Oeps, dat klonk onhandig – ik bedoelde het anders.”
Zo’n zin is dikwijls genoeg om het ijs te breken.

Spreken zonder te wijzen: over context, ritme en zintuiglijk contact

Context is koning

Wie niet ziet, moet vertrouwen op andere informatiebronnen: toonhoogte, woordkeus, volgorde van spreken, intonatie, luchtverplaatsing, geuren – de hele sensorische cocktail die wij als bijzaak beschouwen, wordt voor de ander hoofdzaak.

Daarom geldt: wie blind is, hoort méér dan jij denkt. Niet omdat hun oren ‘beter’ zijn, maar omdat hun brein zich scherper afstemt op de niet-visuele golven van het moment.

Voorbeeld:
Een blinde vrouw stapt een woonkamer binnen. Ze hoort schuivende stoelen, geroezemoes aan de linkerzijde, een lepeltje in een kopje. Zonder uitleg weet ze: “De koffie staat daar.”
Maar zonder verbale bevestiging blijft het gokken.

De rol van beschrijvende taal

De wereld is voor blinde mensen minder visueel, maar niet minder levendig. Wie spreekt met een blinde, wordt als vanzelf uitgedaagd om rijker te beschrijven.

Niet:

“Daar staat het glas.”

Maar liever:

“Rechts van je hand, zo’n 20 centimeter verderop, staat een glas met koud water. Je voelt condens als je het aanraakt.”

Dat is geen overdreven voorzichtigheid. Dat is concrete communicatie. Denk in coördinaten. Denk in aanraking. Denk in ritme.

🗝️ Vuistregel: Beschrijf dingen alsof je de ander telefonisch door een onbekende ruimte moet loodsen.

Spreken in groepen – het koor zonder partituur

In groepsgesprekken is de grootste valkuil: desoriëntatie.

Wie spreekt nu? Wie lacht daar? Wat bedoelt die stilte?

Zonder visuele feedback (knikje, opgestoken hand, blik) verdwijnt de structuur. De blinde hoort stemmen, maar weet niet altijd wie wat zegt – of tegen wie.

Oplossing:

  • Zeg wie er spreekt: “Tom pakt het woord nu.”

  • Benoem reacties: “Iedereen lacht.”

  • Herformuleer gebaren: “Ze steekt haar hand op om iets toe te voegen.”

Niet uit betutteling, maar uit inclusie.
Want niets is zo vervreemdend als praten zonder dat je weet wie met wie spreekt.

De taal van geluid en geur

Laten we niet vergeten: de wereld is vol signalen die niets met zicht te maken hebben. De geur van vers brood. Het tikken van hakken. De warmte van een lamp. Het klikken van een deur.

Wie die signalen benoemt, opent werelden.

“Er komt een windvlaag van buiten – de achterdeur ging net open.”

“Je hoort het zachte gezoem? Dat is de airco boven je.”

Een eenvoudige beschrijving maakt de onzichtbare wereld voelbaar.

Nabijheid en aandacht als zintuig

De beste communicatie is soms… stilte. Nabijheid. Aanwezigheid. Luisteren.

Wie niet ziet, voelt des te meer of je er echt bent. Niet fysiek – maar innerlijk.

“Ik ben even stil, maar ik luister naar je.”
Zo’n zin weegt zwaarder dan duizend zinnen vol lege beleefdheid.

Digitale communicatie: apps, emoji’s en toegankelijkheid

De smartphone als houvast

Voor veel blinden is de smartphone geen gadget, maar een levenslijn. Met een screenreader als VoiceOver (Apple) of TalkBack (Android) lezen zij WhatsApp-berichten, browsen ze websites, of luisteren ze e-mails. Wat voor jou een vluchtige emoji is, wordt voor hen voorgelezen als:

“Glimlachend gezicht met zonnestraal, knipoog.”

Charmant, zeker, maar ook vermoeiend als het overdreven veel wordt. Een handvol emoji’s = prima. Een hele smileyparade = auditieve chaos.

WhatsApp en spraak: kort, duidelijk, vriendelijk

Bij tekstberichten geldt: hoe eenvoudiger, hoe beter. Vermijd lange zinnen zonder leestekens. Want: een screenreader leest letterlijk voor wat er staat – en struikelt bij rommelige interpunctie.

Slecht: “heehebjeeigenlijknoggehoordvandelisajazeikwatslaatopdekopmaar…”
Goed: “Hee, heb je nog iets gehoord van Lisa? Ze zei iets geks vandaag.”

Ook spraakberichten kunnen handig zijn, mits kort en helder. Let op omgevingsgeluid – een blinde kan dat moeilijk filteren van jouw stem.

Close-up van een smartphone waarop een WhatsApp-gesprek zichtbaar is
Close-up van een smartphone waarop WhatsApp zichtbaar is / Bron: Pixabay

Websites: toegankelijk of ontoegankelijk?

Veel websites zijn visueel ontworpen, maar vergeten de blinde gebruiker. Een carrousel met schuivende afbeeldingen, knoppen zonder naam, of links die enkel zeggen “klik hier”? Onbruikbaar.

Een goede website:

  • Heeft alt-teksten bij afbeeldingen
    (alt=”vrouw met witte stok steekt over”)

  • Gebruikt logische kopjesstructuur (H1, H2, H3)

  • Vermijdt platte buttons zonder beschrijving
    (Niet: knop 1, knop 2… Wel: “Verzend formulier”, “Lees meer over suikerziekte”)

Tip: Test je site met een gratis screenreader zoals NVDA (Windows) of VoiceOver (Mac). Sluit je ogen en probeer je eigen artikel te ‘lezen’. Dan pas hoor je waar het wringt.

E-mails: vriend of vijand?

Een nieuwsbrief vol klikbare banners? Die ziet er schitterend uit voor het oog, maar leest als een jungle voor wie blind is. Kies liever voor tekst-met-opmaak dan voor beeld-met-tekst.

Gebruik:

  • duidelijke onderwerpsregels (“Nieuwsbrief juli: tips voor gezond eten”)

  • tekstlinks in plaats van grafische knoppen

  • korte alinea’s

  • geen overdaad aan links of versieringen

En ja: ook hier geldt – woorden als “zie” zijn géén doodzonde. Maar zeg liever “lees hier meer” dan “kijk hier”, tenzij je letterlijk naar een afbeelding verwijst.

AI en de blinde gebruiker: vriend én valkuil

AI-tools als ChatGPT, Siri en Google Assistant kunnen bijzonder behulpzaam zijn voor visueel beperkten – maar de uitkomst is afhankelijk van de invoer. Een vraag die voor jou vanzelfsprekend klinkt, kan voor een screenreader-gebruiker frustrerend zijn door typfouten, onvolledigheid of vage instructies.

Voorbeeld: “Stuur mail naar Pieter over afspraak”
vs. “Stuur een e-mail naar Pieter de Jong. Onderwerp: afspraak tandarts. Inhoud: Kun je maandag 14:00?”

De laatste is voor AI begrijpelijker – en dus voor de gebruiker betrouwbaarder.

Een kleine checklist voor digitale vriendelijkheid

  • Alt-teksten bij afbeeldingen

  • Logische kopstructuur (H1 > H2 > H3)

  • Beschrijvende knoppen en links

  • Duidelijke onderwerpregels in e-mails

  • Tekst boven beeld, waar mogelijk

  • Geen verplicht scrollen of swipen voor belangrijke info

  • Toegankelijkheidsverklaring op je site? Bonuspunt!

Nabijheid, kwetsbaarheid en de kunst van écht contact

Er zijn momenten waarop woorden tekortschieten — en toch ontstaat er contact. Geen zinnen, geen zinnenpriemen, maar aanwezigheid. Nabijheid. Een tastbare aandacht. Het is precies dáár dat communicatie met iemand die blind is zich van oppervlakkigheid losmaakt.

Niet het perfect benoemen, niet de juiste do’s en don’ts, maar het eenvoudige feit dat je er bent — zonder haast, zonder angst, zonder oordeel.

Een vrouw in Vlaardingen, slechtziend door een erfelijke oogaandoening, vertelde: “Wat mij raakt, is als iemand even naast me blijft staan als ik aarzel bij het oversteken. Niet trekken, niet duwen — gewoon: naast me staan. Dan weet ik: ik ben niet alleen, en ik word niet overgenomen.”

De toon zegt vaak meer dan de zin

Wat je zegt, is soms bijzaak. Hoe je het zegt, dat blijft hangen.

“Mag ik u helpen?”
kan klinken als betutteling.
Maar gezegd met openheid, rust en een vleugje nederigheid — “Mag ik u ergens bij helpen? Het hoeft het niet, hoor.” — opent het de wereld.

De een maakt contact via taal. De ander via stilte. De blinde voelt beide. Misschien zelfs scherper dan jij.

Kwetsbaarheid is geen gebrek – maar een kracht

In onze cultuur wordt ‘zelfstandigheid’ vaak verward met ‘onkwetsbaarheid’. Maar dat is een illusie. Wie blind is, leeft dagelijks in afhankelijkheid — en weet dat kwetsbaarheid géén zwakte is, maar een bestaansvoorwaarde.

Dat geldt ook voor jou.

Als jij je onhandig voelt, dat niet weet wat te zeggen of juist struikelt over een ondoordachte opmerking: geef het toe. Glimlach erom. Je raakt méér met eerlijke onzekerheid dan met gladde beleefdheid.

De ander zien, zonder hem te hoeven zien

In zekere zin leert het contact met blinde mensen ons iets diepers: dat ‘zien’ niet noodzakelijk via de ogen gaat. Wie goed luistert, ziet soms meer dan wie alleen kijkt. Wie zijn vooroordelen aflegt, ontdekt nieuwe vormen van nabijheid. En wie niet bang is voor onhandigheid, maakt ruimte voor menselijkheid.

Dat is misschien wel de diepste les van al dit alles.

Geraadpleegde bronnen

  • Koninklijke Visio. (z.d.). Tips voor omgang met mensen met een visuele beperking [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://visio.org/nl-nl/actueel/nieuws/2023/februari/tips-voor-omgang-met-mensen-met-een-visuele-beperking 
    → Praktische omgangsinstructies: aanspreken bij binnenkomst, naamgebruik, hulp aanbieden, taalgebruik (vermijd “hier”/“daar”), beschrijven van ruimte en personen, en begeleiden.
  • Koninklijke Visio. (z.d.). Omgaan met visuele beperking [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://www.visio.org/revalidatie-en-advies/omgaan-met-visuele-beperking/ 
    → Uitleg over hoe revalidatie en begeleiding visueel beperkten ondersteunt, o.a. met zintuigtraining en woon‑/mobiliteitsadvies.
  • Visio. (z.d.). Kwetsbaarheid, hoe ga je ermee om? [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://kennisportaal.visio.org/documenten/kwetsbaarheid-hoe-ga-je-ermee-om/ 
    → Inzichten over kwetsbaarheid en afhankelijkheid als onderdeel van menszijn, toegepast in hoofdstuk 5 over nabijheid en kwetsbaarheid.
  • Visio. (2025, april 1). Zelfstandig op pad met een visuele beperking: zo vergroot u uw mobiliteit [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://www.visio.org/actueel/nieuws/2025/april/zelfstandig-op-pad-met-een-visuele-beperking-zo-vergroot-u-uw-mobiliteit/ 
    → Artefacten over mobiliteit, begeleiding met taststok, mobiliteitstraining, en het belang van contextbeschrijving in openbare ruimte.
  • Oogvereniging. (z.d.). Omgaan met blindheid of slechtziendheid [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://www.oogvereniging.nl/leven-met/oogproblemen/omgaan-met-blindheid-of-slechtziendheid/ 
    → Algemene uitleg over bejegening, misvattingen en psychische effecten bij visuele beperkingen; relevant voor hoofdstuk 1 en sociale aspecten.
  • Oogvereniging. (z.d.). Werken met een oogaandoening [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://www.oogvereniging.nl/leven-met/werken-met-een-oogaandoening/ Oogvereniging
    → Over het dagelijks leven van mensen met visuele beperkingen inclusief beroepscontext; context voor misvattingen en persoonsgericht contact.
  • Kentalis. (z.d.). Leerling of cliënt met doofblindheid [Webpagina]. Geraadpleegd op 30 juli 2025, van https://www.kentalis.nl/leerling-of-client-doofblindheid kentalis.nl+8kentalis.nl+8kentalis.nl+8
    → Uiteenzetting van communicatiemethoden met mensen die zowel visueel als auditief beperkt zijn; toepasbaar in hoofdstuk 3 en 5 over non-visuele signalen.

Lees verder

🗨️ Reacties en ervaringen

Ben je zelf blind of slechtziend en wil je iets toevoegen? Of heb je als ziende weleens een ongemakkelijke of juist hartverwarmende ontmoeting gehad met iemand met een visuele beperking?

We zijn benieuwd naar jouw ervaring.

Misschien heb je ooit getwijfeld of je “mag zeggen: zie je dat?”, of werd je juist geraakt door een gesprek waarin taal helemaal geen drempel bleek. Misschien heb je tips die wij vergaten, of voorbeelden die ons aan het denken zetten.

Laat hieronder een reactie achter. 👇

Je bijdrage wordt niet automatisch gepubliceerd: we lezen alles eerst met aandacht, om spam, reclame of ongepaste reacties te filteren. Soms duurt dat een paar uur. Dank voor je geduld.