Health Belief Model (HBM): waarom mensen wél of niet gezond gedrag vertonen

Last Updated on 4 september 2025 by M.G. Sulman

Waarom stopt de ene buurman na een enkel waarschuwing van de huisarts acuut met roken, terwijl de andere buurman stoïcijns een nieuwe pakje shag aanschaft? Waarom kiest de ene student voor volkorenbrood en water, en de ander voor Red Bull en pizza? Het lijkt soms willekeurig, maar er schuilt een logica achter. Het Health Belief Model (HBM) werd halverwege de vorige eeuw ontwikkeld om juist dat raadsel te ontrafelen: waarom mensen wél of juist niét gezond gedrag vertonen. Het model vertrekt niet vanuit een zweem van morele verhevenheid, maar vanuit de overtuigingen en waarnemingen van de mens zelf; zijn gevoel van kwetsbaarheid, zijn inschatting van risico’s, zijn hoop en zijn barrières. Het is een instrument dat tot vandaag de dag gebruikt wordt in preventieve zorg, leefstijlinterventies en campagnes.

Jonge vrouw met oortjes en sporthorloge die buiten hardloopt in een groene woonwijk, focus op haar gezicht en bovenlichaam.
Een frisse hardloopronde in de wijk – gezond gedrag begint vaak bij kleine, haalbare stappen. / Bron: Martin Sulman

Inhoud

Wat is het Health Belief Model?

Ontstaan in de jaren vijftig

Het Health Belief Model, kortweg HBM, werd in de jaren vijftig ontwikkeld door de Amerikaanse sociaal-psycholoog Irwin Rosenstock. Aanleiding was een merkwaardig fenomeen: tal van mensen negeerden gratis aangeboden gezondheidschecks voor tuberculose. Waarom zou iemand een eenvoudige, kosteloze test afslaan, terwijl de gevolgen van een onbehandelde infectie zo ernstig konden zijn? Het HBM trachtte dat mysterie te doorgronden.

Een raamwerk van overtuigingen

Het model gaat er vanuit dat menselijk gedrag grotendeels wordt gestuurd door overtuigingen en percepties. Niet de kale feiten zelf, maar de manier waarop iemand die feiten interpreteert bepaalt of hij in beweging komt. Anders gezegd: het is minder belangrijk wat objectief waar is, dan wat de mens subjectief ervaart.

Een vrouw die denkt “ik loop geen enkel risico op borstkanker” zal zich minder snel laten screenen, ook al behoort ze statistisch gezien tot een risicogroep. Het HBM biedt dus een soort interpretatiekader om zulke keuzes te begrijpen.

Kern van het model

In essentie draait het Health Belief Model om de volgende gedachte:

  • Als iemand zich kwetsbaar voelt voor een ziekte,

  • en de ziekte als ernstig ervaart,

  • en denkt dat gezond gedrag meer voordelen oplevert dan nadelen,
    dan is de kans aanzienlijk groter dat hij of zij de stap zet.

Illustratie: de prik of niet?

Neem vaccinatie. Een persoon die zich kwetsbaar acht voor een virus, die de ziekte ernstig acht, en die gelooft dat vaccinatie helpt én weinig belemmeringen kent (angst voor bijwerkingen, sociale druk), zal zich waarschijnlijk laten prikken. Een ander, die denkt “het zal mijn tijd wel duren” of “het is toch niet zo erg”, zal eerder afhaken.

De bouwstenen van het Health Belief Model

Kwetsbaarheid – “het kan mij óók gebeuren”

Het eerste element is de perceived susceptibility: hoe groot acht iemand zijn eigen risico? Als iemand denkt dat longkanker alleen bij zware kettingrokers voorkomt, voelt hij zich minder aangesproken. Maar zodra een arts zegt: “uw longfoto vertoont beginnende afwijkingen,” verandert dat gevoel acuut. Plots wordt het gevaar dichtbij en persoonlijk.

Ernst – hoe zwaar weegt het?

Een verkoudheid voelt onschuldig, een hartinfarct dodelijk. Hoe ernstiger een aandoening wordt beleefd, hoe groter de kans dat iemand bereid is ertegen op te treden. Ernst is dus niet enkel medisch meetbaar, maar vooral subjectief: een student kan migraine ervaren als catastrofaal (“ik kan mijn tentamen niet maken”), terwijl een ander het slechts hinderlijk vindt.

Voordelen – wat levert het mij op?

Zelfs als risico en ernst hoog scoren, volgt nog de vraag: “Wat win ik erbij?” Stoppen met roken kan geld schelen, ademruimte geven, en de kans op ziekte verminderen. Hoe duidelijker de baten, hoe groter de kans dat iemand zijn gedrag verandert. In campagnes wordt dit vaak benadrukt: meer energie, langer leven, een frissere huid.

Close-up van een vrouw in een paars shirt die met beide handen een sigaret doormidden breekt, als teken van rookstop.
Door te stoppen met roken bespaar je heel wat geld. / Bron: Serhiy Kobyakov/Shutterstock.com

Barrières – de obstakels op de weg

Toch zijn er altijd hindernissen. Een moeder wil gezonder koken, maar klaagt dat gezonde producten duurder zijn. Een jongere wil sporten, maar voelt zich bekeken in de sportschool. Zulke barrières kunnen zwaar wegen. Volgens het HBM bepaalt de balans tussen voordelen en obstakels of iemand de sprong waagt.

Cues to action – het duwtje in de rug

Soms is er een externe prikkel nodig: een folder in de wachtkamer, een reclamecampagne, of de plotselinge ziekenhuisopname van een buurman. Zulke cues to action werken als katalysator. Ze brengen een sluimerend bewustzijn in beweging en zetten iemand daadwerkelijk tot actie aan.

Self-efficacy – vertrouwen in eigen kunnen

Tot slot: geloof ik dat ik dit kán? Het begrip self-efficacy (afkomstig uit Bandura’s theorie) is cruciaal. Iemand die denkt “ik heb al tien keer geprobeerd te stoppen, het lukt me toch niet” zal sneller afhaken. Terwijl een ander, die vertrouwen heeft in eigen kunnen, de uitdaging aandurft. Zelfvertrouwen fungeert hier als motor voor volharding.

👉 Elk van deze bouwstenen werkt samen. Zie het als een weegschaal: pas wanneer de overtuigingen kantelen naar “ik ben kwetsbaar, het is ernstig, de voordelen zijn groot, de barrières overkomelijk, ik word aangemoedigd én ik kan dit,” komt het gezonde gedrag binnen bereik.

Vrouw bij een gezondheidscampagne die in een groene appel bijt, met op de achtergrond een poster over gezond eten.
Campagnes die inspelen op het Health Belief Model benadrukken risico’s én voordelen – zoals hier de simpele boodschap: gezond eten helpt je langer leven. / Bron: Martin Sulman

Toepassing in preventieve zorg en leefstijl

Van abstract model naar concrete praktijk

Het Health Belief Model is geen stoffig schema dat enkel in de collegezaal blijft hangen. Het leeft in de praktijk. In Nederland kom je het tegen bij de GGD, bij voorlichtingscampagnes van het RIVM en zelfs in de spreekkamer van de huisarts. Overal waar gedragsverandering een sleutelrol speelt, sluimert dit model op de achtergrond mee.

Voorbeeld 1 – Stoppen met roken

Een GGD-campagne die oproept om te stoppen met roken speelt nadrukkelijk in op de bouwstenen van het HBM:

  • Kwetsbaarheid: “Rokers hebben 20 keer meer kans op longkanker.”

  • Ernst: pakkende beelden van beschadigde longen of verhalen van jonge patiënten.

  • Voordelen: “Na 2 weken zijn uw longen al herstellende.”

  • Barrières: de campagne biedt gratis hulpmiddelen of cursussen om de drempel te verlagen.

  • Cue to action: posters in wachtkamers, spotjes op tv, het advies van de huisarts.

  • Self-efficacy: nadruk op kleine stapjes – “iedereen kan dit, met hulp.”

Voorbeeld 2 – Overgewicht en bewegen

Bij leefstijlprogramma’s tegen obesitas gebruikt men het model eveneens. Een deelnemer wordt gewezen op zijn verhoogde kans op diabetes (kwetsbaarheid), hoort hoe ernstig de complicaties kunnen zijn (ernst), en ontdekt tegelijk hoe bewegen energie oplevert en pijn vermindert (voordelen). Obstakels zoals “ik heb geen tijd” worden aangepakt met laagdrempelige oplossingen: wandelgroepen in de wijk of korte online workouts (barrières verminderen).

Voorbeeld 3 – Alcoholcampagnes voor jongeren

Het bekende “NIX18”-initiatief gebruikt HBM-elementen zonder dat jongeren dat in de gaten hebben. De nadruk ligt op de risico’s van drinken op jonge leeftijd (ernst en kwetsbaarheid), de voordelen van wachten (“je hersenen ontwikkelen zich beter”), en de cue to action wordt gevormd door de continue zichtbaarheid van de campagne in scholen en online.

Waarschuwingsbord bij Hoogvliet-supermarkt met de tekst dat er geen alcohol en tabak wordt verkocht aan klanten onder de 18 jaar (NIX18-campagne). De foto is gemaakt in het filiaal Kleiwegkwartier, Rotterdam, 2023.
Hoogvliet, Kleiwegkwartier (Rotterdam, 2023): bord met NIX18-bericht dat alcohol en tabak niet wordt verkocht aan klanten jonger dan 18 jaar. Ook klanten onder de 25 jaar moeten hun legitimatie tonen. / Bron: Wikimedia Commons

Waarom dit model zo bruikbaar is

Juist omdat het HBM de overtuigingen van mensen centraal stelt, werkt het als een prisma waarmee professionals beter begrijpen waarom iemand volhardt in ongezond gedrag. Voor studenten toegepaste psychologie of maatschappelijk werk wordt het daardoor een onmisbare bril: het laat zien dat verandering niet enkel draait om feiten, maar om hoe die feiten worden beleefd.

Kritiek en beperkingen

Te veel nadruk op het hoofd, te weinig op het hart

Het Health Belief Model is elegant in zijn eenvoud, doch het heeft ook zijn beperkingen. Critici wijzen erop dat het model de nadruk legt op rationele overtuigingen en cognitieve afwegingen. Maar mensen zijn geen rekenmachines. Angst, schaamte, groepsdruk of pure gemakzucht spelen vaak een grotere rol dan welke rationele kosten-batenanalyse ook. Met andere woorden: het HBM ziet vooral het hoofd, en vergeet soms het hart.

Sociale context blijft onderbelicht

Daarnaast legt het model de verantwoordelijkheid sterk bij het individu. Ofschoon men spreekt van barrières, worden sociale structuren en culturele patronen slechts marginaal meegenomen. Een alleenstaande moeder in armoede kan zich wel bewust zijn van risico’s, maar als de supermarkt om de hoek louter goedkope junkfood verkoopt, blijft gezond gedrag een lastige opgave. Hier schiet het model tekort.

Vergelijking met Theory of Planned Behavior

De Theory of Planned Behavior (TPB) van Ajzen vult dit gemis enigszins op. TPB benadrukt niet alleen de persoonlijke houding, maar ook de invloed van sociale normen (“wat vinden de mensen om mij heen?”) en de ervaren controle over gedrag. Waar HBM vooral de perceptie van ziekte centraal stelt, legt TPB de nadruk op intentie tot gedrag. Dat maakt het relevanter in contexten waar groepsdruk en sociale verwachting zwaar wegen.

COM-B: een modern alternatief

Het recenter ontwikkelde COM-B model (Capability, Opportunity, Motivation – Behavior) gaat nog een stap verder. Dit model ziet gedrag als resultaat van drie krachten: kan iemand het, heeft hij de kans, en is hij gemotiveerd? Een meer holistisch kader, waarin niet enkel overtuigingen, maar ook vaardigheden en omgevingsfactoren meetellen. In vergelijking lijkt het HBM soms een beetje ouderwets, een reliëf uit de jaren vijftig dat zijn charme behoudt, maar niet meer het volledige landschap dekt.

Desalniettemin bruikbaar

Nochtans blijft het HBM waardevol. Het is eenvoudig, goed te begrijpen, en biedt een helder vertrekpunt voor studenten en professionals. Zie het als een prologue: een inleiding tot de complexiteit van gedragsverandering. Wie dieper graaft, kan terecht bij TPB of COM-B, maar zonder de basis van het HBM wordt de puzzel nodeloos ingewikkeld.

Praktische waarde voor studenten en professionals

In het HBO: leren kijken door een bril

Voor studenten toegepaste psychologie of maatschappelijk werk vormt het HBM een soort leersleutel. Het dwingt hen om niet enkel te vragen wat iemand doet, maar waarom. Tijdens casusbesprekingen wordt het model gebruikt om gedrag te analyseren:

  • Waarom slaat een jongere adviezen over veilig vrijen in de wind?

  • Waarom volgt een patiënt zijn medicijnschema niet op?
    Het HBM helpt studenten om die vragen systematisch te ontleden. Ze leren kijken door een bril die kwetsbaarheid, ernst, voordelen en barrières zichtbaar maakt.

In de huisartspraktijk

Een huisarts die met een patiënt praat over bloeddrukmedicatie kan met HBM-termen denken: ziet de patiënt zichzelf als kwetsbaar? Beschouwt hij een beroerte als ernstig? Ziet hij nut in pillen slikken? En wat houdt hem tegen? Zo’n denkkader maakt het gesprek concreter en voorkomt moraliseren.

Bij de leefstijlcoach

Leefstijlcoaches gebruiken het model bijna vanzelf. Een cliënt die wil afvallen, maar telkens terugvalt, wordt niet louter aangesproken op wilskracht. De coach onderzoekt: welke barrières spelen er (geen tijd, stress, ongezonde omgeving)? Welke voordelen ziet de cliënt wél (meer energie, kleding die beter past)? En voelt de cliënt zich in staat het vol te houden (self-efficacy)? Door die factoren uit te balanceren ontstaat een persoonlijk plan.

In het maatschappelijk werk

Maatschappelijk werkers treffen vaak cliënten die wel weten wat gezond gedrag is, maar het niet uitvoeren. Het HBM geeft taal om daarover te spreken zonder verwijt. In plaats van “u doet het verkeerd” wordt het: “wat maakt dat het lastig is om dit vol te houden?” Zo wordt gedrag geen moreel falen, maar een puzzel van overtuigingen en omstandigheden.

Praktisch nut in campagnes

Tot slot: het HBM is ook een handig kompas bij het ontwerpen van campagnes. Wie enkel met schrikbeelden werkt (“roken doodt”), mist misschien de voordelen en cues to action. Wie alleen voordelen belicht (“meer energie”), vergeet wellicht de barrières. Door alle bouwstenen in balans te brengen, stijgt de kans dat een campagne daadwerkelijk effect sorteert.

Toepassing in de (verslavings)reclassering

Een cliënt in de knel

Stel je een man van veertig, herhaaldelijk veroordeeld voor rijden onder invloed. Hij staat nu onder toezicht van de reclassering. Niet dom, niet slecht, maar gevangen in patronen die hij zelf nauwelijks doorgrondt. Hier biedt het Health Belief Model een onverwacht houvast.

Kwetsbaarheid en ernst

De reclasseringswerker onderzoekt eerst of de cliënt zichzelf kwetsbaar acht. Ziet hij dat zijn alcoholgebruik hem opnieuw voor de rechter kan brengen, of schuift hij het van zich af? En beseft hij de ernst? Sommigen zeggen: “Ach, ik rijd wel eens met een slok op, maar er is nog nooit iets gebeurd.” Het model laat zien: zolang ernst en kwetsbaarheid niet gevoeld worden, blijft gedragsverandering uit.

Voordelen en barrières

Vervolgens wordt gekeken naar de voordelen die de cliënt ziet. Misschien noemt hij: meer rust thuis, betere gezondheid, behoud van rijbewijs. Maar dan komen de barrières: de kroeg op de hoek, de vrienden die bellen, de eenzaamheid na werktijd. Zonder aandacht voor die obstakels, hoe nobel de voornemens ook, zakt elk plan als een kaartenhuis ineen.

Cues to action

De reclassering kan fungeren als cue to action: het verplichte gesprek, de urinecontrole, de dreiging van een sanctie. Maar sterker nog zijn interne prikkels: het besef dat zijn dochter hem niet meer vertrouwt, of de schaamte toen hij zijn baan verloor. Zulke signalen zijn vaak de motor die iemand tot echte verandering aanzet.

Self-efficacy – geloof in eigen kunnen

Veel cliënten in de verslavingsreclassering hebben al talloze mislukte pogingen achter de rug. Hun zelfvertrouwen is ondermijnd. Het HBM benadrukt dat gedragsverandering pas kans maakt als iemand opnieuw kan geloven: “dit keer lukt het wél, met steun.” Hier sluit motiverende gespreksvoering naadloos aan, als een methode om dat broze vertrouwen te voeden.

Meer dan theorie

In de praktijk van de reclassering blijkt het HBM dus geen theoretisch curiosum, maar een bruikbaar instrument. Het maakt zichtbaar dat terugval of weerstand niet enkel voortkomt uit onwil, maar uit een web van overtuigingen, barrières en gebrekkig geloof in eigen kracht. Voor de reclasseringswerker wordt het model een kompas: niet om de cliënt te veroordelen, maar om samen de weg naar verandering uit te stippelen.

maak afbeelding bij dit artikel -- zonder tekst! Frisse afbeelding, geen vage gedeelten, veel pixels, foto achtig. Goede verhoudingen: 16:9 (1200×675/1600×900) of 1.91:1 (1200×628).
Het model als kompas / Bron: Pixabay

Afsluiting – van GGD tot reclassering

Het Health Belief Model toont zich als een veelzijdig instrument: in de preventieve zorg, in leefstijlprogramma’s én in de reclassering. Waar een GGD-campagne vooral hamert op risico’s en voordelen, ziet de reclasseringswerker eenzelfde schema terug bij de cliënt die telkens struikelt over alcohol of drugs. Kwetsbaarheid, ernst, barrières, cues en self-efficacy: het zijn geen abstracte termen, maar tastbare factoren die maken of iemand valt of opstaat.

Daarmee bewijst het HBM zijn blijvende waarde. Het model mag stammen uit de jaren vijftig, het blijft actueel in een tijd waarin preventie en gedragsverandering hoog op de agenda staan. Of het nu gaat om een jongere die wordt aangesproken op zijn alcoholgebruik, een vrouw die twijfelt over vaccinatie, of een man die onder toezicht van de reclassering probeert zijn verslaving te doorbreken – telkens biedt het HBM een helder kompas.

En misschien is dat wel de grootste kracht: het model zet niet de professional, maar de beleving van de mens zelf centraal. Want gedragsverandering begint niet bij wetten of cijfers, maar bij de innerlijke overtuiging dat het mij kan overkomen, dat het ernstig is, dat het nut heeft, en dat ik het daadwerkelijk kan.

Kader – Studietip voor HBO Social Work & Toegepaste Psychologie

Hoe gebruik je het HBM in je stage of onderzoek?

Voor veel studenten voelt het Health Belief Model in eerste instantie wat theoretisch. Maar zodra je het in de praktijk toepast, blijkt het verrassend concreet.

  1. Analyseer een casus systematisch
    Neem een cliënt uit je stage (bijvoorbeeld iemand met schulden, een jongere met verslavingsproblemen of een patiënt die medicatie weigert). Zet de zes bouwstenen van het HBM op een rij en beschrijf per element wat de cliënt denkt of ervaart.

  2. Formuleer interventies vanuit de bouwstenen

  • Kwetsbaarheid: laat de cliënt reflecteren op persoonlijke risico’s.

  • Ernst: bespreek wat er kan gebeuren als het gedrag doorgaat.

  • Voordelen: benadruk de winst van ander gedrag.

  • Barrières: zoek samen naar oplossingen voor praktische hindernissen.

  • Cues to action: denk aan reminders, afspraken of steun van het netwerk.

  • Self-efficacy: werk aan kleine, haalbare stappen die het zelfvertrouwen vergroten.

  1. Gebruik het model in je verslag of scriptie
    In HBO-onderwijs wordt vaak gevraagd om een theoretisch kader. Het HBM is hiervoor uitermate geschikt: je laat zien dat je gedrag niet alleen beschrijft, maar ook begrijpt.

Tip van de praktijk

Wees niet bang om het model losjes te gebruiken. Je hoeft niet elk element even zwaar uit te werken; soms springen vooral barrières en self-efficacy eruit. Gebruik het HBM als denkraam, geen keurslijf.

Bronnenlijst

  1. Alyafei, A., & Easton‑Carr, R. (2024, 19 mei). The Health Belief Model of Behavior Change. In StatPearls. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing.
    Toelichting: actueel overzicht van alle HBM-bouwstenen én kritische reflectie op beperkingen. Link

  2. Rosenstock, I. M. (1974). The Health Belief Model and Preventive Health Behavior. Health Education & Behavior, 2(4), 328–335.
    Toelichting: de grondlegger van het model, in eigen bewoording. Link

  3. Paulus, K., Bauerle Bass, S., Kelly, P. J. A., Pilla, J., Otor, A., Scialanca, M., Arroyo, A., & Faison, N. (2024, 8 juli). Using health belief model constructs to understand the role of perceived disease threat and resilience in responding to COVID‑19 among people who use drugs: a cluster analysis. Advances in Drug and Alcohol Research.
    Toelichting: een moderne en relevante toepassing van HBM in een kwetsbare doelgroep (PWUD), mooi van pas voor het reclasseringskader. Link

  4. Wikipedia‑contributors. (z.d.). Health belief model. In Wikipedia. Geraadpleegd op 3 september 2025, van Wikipedia‑site.
    Toelichting: heldere en beknopte synthese van modelconstructen, geschiedenis en toepassingen. Link

Reacties en ervaringen

Heb jij ervaring met het Health Belief Model in je studie, werk of misschien zelfs in je persoonlijke leven? Hoe zie jij terug dat overtuigingen – kwetsbaarheid, ernst, voordelen en barrières – bepalen of iemand gezond gedrag vertoont of niet?

👉 Studenten: herken je dit model in je stage of scriptie?
👉 Professionals: gebruik jij het bij campagnes, coaching of reclasseringswerk?
👉 Of gewoon als lezer: zie je bij jezelf hoe dit model jouw keuzes beïnvloedt (bijvoorbeeld stoppen met roken, sporten, of medicijngebruik)?

Laat hieronder je reactie achter. Jouw verhaal kan anderen helpen om dit model niet alleen te begrijpen, maar ook te herkennen in de dagelijkse praktijk.