De Bijbel als ultiem kompas voor waarheid: van Genesis tot Openbaring

Last Updated on 12 augustus 2025 by M.G. Sulman

Er is in onze tijd geen boek zo verguisd én zo bemind, zo aangevochten én zo gekoesterd, als de Bijbel. Terwijl filosofen de waarheid allengs tot een rekbaar begrip hebben verklaard, en men in talkshows met gemak spreekt over ‘jouw waarheid’ en ‘mijn waarheid’, blijft dit oude doch immer jonge boek onwrikbaar staan in zijn eigen bewering: het ís Gods Woord, en dus het ultieme criterium voor waarheid. Geen academische commissie heeft haar gezag verleend, geen meerderheid van stemmen heeft haar tot norm uitgeroepen. Neen, zij draagt haar gezag in zichzelf, als een lamp die niet van buitenaf wordt aangestoken maar van binnenuit gloeit. Van de stille woestijnen van Midian tot de rumoerige markten van Korinthe klinkt door haar bladzijden één stem, niet als echo van menselijke opinie, maar als de voix vivante van de Schepper Zelf, Die spreekt tot wie oren heeft om te horen.

Close-up van handen die een open Bijbel vasthouden en een bladzijde omslaan; de achtergrond is donker, de persoon draagt een blauw overhemd.
De Bijbel is Gods levende Woord / Bron: Freepik

Inhoud

Een boek dat zichzelf verklaart

De claim van de Schrift

De Bijbel laat zich niet kennen als een bescheiden bundel religieuze overpeinzingen die voorzichtig hoopt relevant te zijn. Neen, zij presenteert zich van meet af aan als het Woord van de levende God, onfeilbaar en gezaghebbend. “Al het Schriftwoord is door God ingegeven” (2 Tim. 3:16); dat is geen diplomatieke formulering, maar een ferme verklaring die geen ruimte laat voor halfslachtigheid. Van Mozes, die op Sinaï rechtstreeks Gods woorden ontving, tot Johannes op Patmos, die in visioenen de slotakkoorden van de heilsgeschiedenis noteerde: telkens wordt gesproken in de toonsoort van goddelijke autoriteit.

Sola Scriptura – maar niet als lege leus

In de Reformatie werd deze zelfclaim samengevat in de bekende formule sola Scriptura; alleen de Schrift. Maar het was geen uitvinding van de zestiende eeuw; het was eenvoudigweg het opnieuw erkennen van wat de Bijbel altijd al over zichzelf gezegd heeft. In Jesaja 40 klinkt het: “Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God houdt eeuwig stand.” Zulke woorden zijn geen poëtische overdrijving, maar een directe confrontatie met de vergankelijkheid van menselijke opinies.

De afbeelding toont een verlicht boek dat op water lijkt te drijven, met stralen van licht die eruit opstijgen en door de wolken heen breken. Dit symboliseert de Bijbel.
Sola scriptura / Bron: Martin Sulman

Een boek dat licht werpt op zichzelf

Uniek aan de Bijbel is dat zij haar eigen interpretatie draagt. De Schrift verklaart de Schrift: profetieën uit het Oude Testament vinden hun vervulling in het Nieuwe, wetten worden door de evangeliën toegelicht, brieven van apostelen verhelderen historische gebeurtenissen. Het is als een ingewikkeld tapijt, waarin geen draad op zichzelf staat, maar elke kleur terugkomt in een groter patroon. Ofschoon geschreven door meer dan veertig auteurs, verspreid over vijftien eeuwen, is er een wonderlijke symfonie in toon, thema en doel.

Een interne toetssteen

Omdat de Bijbel zichzelf presenteert als hoogste norm, is zij ook de maatstaf waarlangs zijzelf wordt gemeten. Dat klinkt misschien als een cirkelredenering (petitio principii voor de liefhebber), maar het is in feite onvermijdelijk wanneer men over ultieme autoriteit spreekt. Er is geen hogere rechter waarheen men kan appelleren om Gods Woord te beoordelen; zoals het licht geen ander licht nodig heeft om zichzelf zichtbaar te maken, zo verlicht de Bijbel zichzelf.

De bibliotheek van God: 66 boeken, één verhaal

Een wonderlijke verzameling

Wie voor het eerst de Bijbel openslaat, verwacht misschien één lang verhaal van kaft tot kaft — maar stuit in werkelijkheid op een bibliotheek in zakformaat. Zesenzestig boeken, geschreven door herders en koningen, vissers en artsen, dichters en profeten. Hun schrijfstijl varieert van de sobere verslaglegging van Nehemia tot de uitbundige, bijna barokke visioenen van Ezechiël. En toch… ondanks die menselijke verscheidenheid is er een eenheid die geen menselijke redactieraad ooit had kunnen samenflansen. Het is als een koor waarin elke stem zijn eigen timbre behoudt, maar toch één melodie zingt.

De opbouw: van Wet tot Openbaring

Het Oude Testament opent met de Tora — vijf boeken die de schepping, de zondeval, de aartsvaders en Gods verbond met Israël beschrijven. Daarna volgen de Profeten, waarin geschiedenis en profetie in elkaar grijpen, en de Geschriften, waar poëzie, wijsheid en lofzang samenkomen. Het Nieuwe Testament start met vier Evangeliën, ieder met zijn eigen gezichtspunt, maar alle gericht op Jezus Christus als de vervulling van Gods beloften. Vervolgens komen de Handelingen — het kroniekboek van de jonge kerk — en de Brieven van apostelen, vol theologie en praktische instructies. Het sluit met de Openbaring, waar hemel en aarde in één kosmisch visioen worden samengebracht.

Drie jonge vrouwen lezen samen buiten in het zonlicht uit een Bijbel met zwarte kaft waarop "Holy Bible" staat.
Van Genesis tot Openbaring / Dream Perfection/Shutterstock.com

Een rode draad door de eeuwen

Van Genesis tot Openbaring loopt één ononderbroken lijn: God schept, de mens valt, God belooft verlossing, en Hij vervult die belofte in Christus. Zelfs in ogenschijnlijk losse episodes — zoals een onbekende rechter die Israël bevrijdt, of een brief aan een kleine gemeente in Klein-Azië — echoot hetzelfde grote verhaal. Zoals in een roman van Tolstoj een detail in hoofdstuk 2 pas zijn volle betekenis krijgt bij de ontknoping, zo openbaart de Bijbel allengs haar samenhang.

Geen mensenwerk alleen

Dat de Bijbel in zoveel eeuwen, talen en culturen tot stand kwam en toch één consistent getuigenis biedt, is voor gelovigen geen toeval maar een teken van goddelijke regie. De schrijvers waren geen marionetten, maar ook geen autonome auteurs die op eigen houtje theologische parels bij elkaar fantaseerden. Hun woorden zijn tegelijk menselijk en goddelijk — een mysterie dat zich niet laat reduceren tot een simpel schema, comme il faut.

De canon: hoe werd bepaald wat erin staat?

Canon – meer dan een boekenlijst

Het woord canon komt van het Griekse kanōn, oorspronkelijk een rietstengel die als meetlat diende. In kerkelijke zin werd het de aanduiding voor de gezaghebbende verzameling boeken die het Woord van God vormen. Maar het is goed te beseffen: canonisering was géén literair prijzencircus waarbij een comité van wijzen besloot welke boeken ‘waardig’ waren om in de Bijbel te staan. Het proces was veeleer een erkenning van wat God al had gegeven — de kerk ontving de canon, zij creëerde haar niet.

Het Oude Testament: de Joodse canon

Lang vóór er sprake was van christelijke gemeenten, kende Israël zijn heilige geschriften: de Wet (Tora), de Profeten (Nevi’im) en de Geschriften (Ketuvim). Deze driedeling zien we al terug in Lukas 24:44, waar Jezus spreekt over “de Wet van Mozes, de Profeten en de Psalmen” — de Psalmen staan hier als eerste boek van de Ketuvim en fungeren als verzamelnaam voor die hele sectie. De canon van het Oude Testament was tegen de tijd van Jezus al nagenoeg vastgesteld, met uitzondering van enkele discussies over kleinere boeken (Prediker, Hooglied), maar deze werden uiteindelijk bevestigd als onderdeel van de heilige Schrift.

Het Nieuwe Testament: van circulerende brieven tot erkende canon

De eerste christelijke gemeenten ontvingen brieven van apostelen, evangeliën en openbaringen, die onderling werden gekopieerd en gedeeld. Vroege kerkleiders als Ireneüs en Tertullianus citeren deze teksten al als “Schrift”. Rond 170 na Chr. vinden we de Muratorische canon, een fragment dat de meeste boeken van het huidige Nieuwe Testament opsomt. De bekende lijst van Athanasius (367 na Chr.) geeft exact de 27 boeken zoals wij die kennen — niet als nieuw besluit, maar als weergave van wat in de hele kerk al breed werd erkend.

Apocrief of deuterocanoniek – waarom buiten de protestantse canon?

Naast de erkende boeken circuleerden ook geschriften die historisch interessant of stichtelijk waren, maar die het niet tot de canon brachten. De rooms-katholieke kerk erkent enkele daarvan als deuterocanoniek (zoals Tobit, Judit, 1 en 2 Makkabeeën), terwijl de protestantse traditie deze in de categorie ‘apocrief’ plaatst. Het verschil zit vooral in het criterium:

  1. Apostolische oorsprong (NT) of profetisch gezag (OT).

  2. Interne consistentie met reeds erkende Schrift.

  3. Brede erkenning door de gemeente van God.

Boeken die hier niet aan voldeden, werden wel gelezen, maar niet op hetzelfde niveau als de geïnspireerde teksten geplaatst.

Erkenning, geen uitvinding

Belangrijk om te benadrukken — zeker in een tijd waarin complottheorieën over ‘de Bijbel van Constantijn’ gretig worden gedeeld — is dat de canon niet door een keizer of concilie werd uitgevonden. Concilies, zoals Hippo (393) en Carthago (397), deden niets anders dan bevestigen wat de kerken allang gebruikten. Het was een formele erkenning, geen creatieve selectie.

Een stille hand door de eeuwen

Ofschoon mensen betrokken waren bij het proces, wijst de gelovige lezer allengs een stille, goddelijke regie aan: de Geest die niet alleen inspireerde wat geschreven werd, maar ook leidde in het bewaren, verzamelen en erkennen van die woorden. Zonder deze voorzienigheid zouden we vandaag misschien een fragmentarisch en chaotisch geheel hebben. In plaats daarvan hebben we een harmonie van teksten, van Genesis tot Openbaring, die samen één ongebroken getuigenis vormen van Gods heilsplan.

Talen die spreken

Drie tongen, één stem

De Bijbel werd niet in één taal neergeschreven, maar in drie: het Hebreeuws van het Oude Testament, het Aramees van enkele gedeelten (met name Daniël 2–7 en delen van Ezra), en het Grieks van het Nieuwe Testament. Elk van die talen draagt zijn eigen kleur en klank, zijn eigen manier van denken zelfs. Het Hebreeuws is compact en beeldrijk, als een schilderij in krachtige penseelstreken. Aramees voelt intiemer, volks, de spreektaal van Jezus’ dagen. Het Grieks van het Nieuwe Testament is soepel en veelzijdig, perfect geschikt voor precieze theologische formuleringen én voor meeslepende vertellingen.

Woorden met gewicht

Neem het Hebreeuwse woord חֶסֶד (chesed). Het wordt vaak vertaald als ‘goedertierenheid’ of ‘trouwe liefde’, maar geen enkel Nederlands woord vangt de volle lading: het gaat om loyale, verbondsliefde die vasthoudt ook wanneer de ander dat niet verdient. In het Grieks heeft het woord λόγος (logos) meer dan twintig betekenissen — ‘woord’, ‘reden’, ‘plan’, ‘principe’ — en in Johannes 1 wordt het gebruikt om Christus zelf aan te duiden: “In den beginne was het Woord…” (En archē ēn ho logos).

De kracht van de brontaal

Vertalingen zijn onmisbaar — zonder hen zouden de meeste lezers nooit toegang hebben tot de Schrift. Maar er gaat soms iets verloren in de overzetting. Een voorbeeld: in Jesaja 6 roept de seraf: קָדוֹשׁ קָדוֹשׁ קָדוֹשׁ (qadosh qadosh qadosh) — driemaal ‘heilig’. In het Hebreeuws is die herhaling niet zomaar nadruk; het is de superlatief van heiligheid, een heiligheid die alles overstijgt. Het Nederlands vertaalt braaf ‘Heilig, heilig, heilig’, maar de bron klatert krachtiger.

Een onverwachte rijkdom

Soms levert de meertaligheid van de Bijbel verrassende inzichten op. Het Aramese woord dat Jezus aan het kruis sprak: אֵלִי אֵלִי לְמָה שְׁבַקְתַּנִי (Eli, Eli, lema shevaqtani) klinkt rauwer, intiemer dan de vertaalde versie “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” In de grondtekst proef je de pijn in de keel, het gebroken ritme van iemand die naar adem hapt.

Meer dan linguïstiek

Het bestuderen van deze talen is geen luxe voor enkelingen met een ivoren toren en een stapel lexica op het bureau. Het is een venster op de diepte van Gods Woord. Wie de oorspronkelijke klanken hoort, ontdekt dat de Bijbel geen platte vertelling is maar een weefsel van ritme, klank, beeld en betekenis — une symphonie divine, waarin geen enkele noot toevallig klinkt.

Tabel – De Bijbel in vogelvlucht: kernfeiten en praktische handvatten

OnderwerpKerninformatieBijbelverwijzing / bronPraktisch nut
Aantal boeken66 boeken: 39 OT, 27 NTHelpt bij structureren van Bijbelstudie en leesplannen
TalenOT: Hebreeuws & Aramees
NT: Grieks (Koine)Geeft inzicht in vertaalnuances
CanonvormingOT canon voltooid vóór Jezus’ bediening; NT canon erkend door vroege kerk (4e eeuw formeel bevestigd)Lukas 24:44; 2 Tim. 3:16Geeft vertrouwen in de betrouwbaarheid en volledigheid van de Bijbel
HoofdthemaSchepping – Zonde – Verlossing – VoltooiingGen. 1–3; Joh. 1; Openb. 21–22Maakt duidelijk dat de hele Bijbel één doorlopend verhaal is
Belangrijkste vertalingen in NLNBV21, SV, HSV, NBG ’51, WillibrordHelpt bij kiezen van een vertaling voor studie of gebruik
Centrale PersoonJezus Christus, het vleesgeworden WoordJoh. 1:1,14; Luk. 24:27Houdt de focus op het hart van de Bijbelse boodschap
Belofte van God over Zijn Woord“Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God houdt eeuwig stand”Jes. 40:8Bemoedigt om op Gods Woord te vertrouwen, ook in veranderende tijden
Praktische leesaanpakDagelijks lezen, gebed, context begrijpen, vergelijken met andere SchriftgedeeltenHand. 17:11Maakt persoonlijke Bijbelstudie dieper en consistenter
Unieke eigenschapSchrijvers over 1500 jaar, 3 continenten, 3 talen — toch één boodschap2 Petr. 1:21Bekrachtigt de goddelijke inspiratie

Van perkament tot pixel

Woorden die reizen

Het Woord van God heeft nooit stilgestaan. Vanaf het moment dat Mozes de eerste geboden in steen ontving, begon een reis die door eeuwen, talen en rijken heen zou voeren. Perkamentrollen in tabernakels, zorgvuldig overgeschreven door Levieten; codices in de vroege kerk, verborgen in catacomben; middeleeuwse manuscripten die door monniken met geduld en gebed werden gekopieerd bij het licht van een kaars. Iedere letter, iedere punt, met de hand gezet — niet slechts als tekst, maar als heilige toevertrouwing.

Het bewaken van de tekst

De Joodse schriftgeleerden, de soferim, hanteerden een nauwgezet systeem: zij telden niet alleen woorden, maar ook letters, en wisten precies welk woord in het midden van de Tora moest staan. Een verkeerde letter? Dan werd de hele rol afgekeurd. Dit was geen bureaucratische strengheid, maar een uiting van eerbied voor wat men geloofde dat rechtstreeks van God kwam. De zorg waarmee deze teksten werden bewaard, verklaart waarom de Hebreeuwse tekst van Jesaja in de Dode Zeerollen — ruim tweeduizend jaar oud — nagenoeg identiek is aan die in onze moderne Bijbels.

De drukpers – een goddelijke voorzienigheid

Toen Johannes Gutenberg rond 1455 de Bijbel drukte op zijn nieuwe pers, ging er een deur open die nooit meer sloot. Plots kon de Schrift in veelvoud worden verspreid, buiten de controle van kerkelijke en politieke poortwachters. Vanuit Bijbels perspectief is het niet vergezocht om te zien hoe God in de loop der geschiedenis middelen gebruikt — zelfs technische innovaties — om Zijn Woord te verspreiden “tot aan het uiterste der aarde” (Hand. 1:8).

De verboden Bijbel in de kofferbak

De geschiedenis van de Bijbel is niet alleen een verhaal van inkt en papier, maar ook van strijd en vervolging. In de Sovjet-Unie smokkelden gelovigen complete dozen Bijbels, verstopt onder kool in vrachtwagens of achter dubbele wanden in koffers. Een anekdote vertelt van een oude Russische vrouw die een Bijbel ontving alsof het een kostbare relikwie was; ze kuste het boek, sloot haar ogen en fluisterde: “Nu heb ik brood voor mijn ziel.”

Van pixels tot pushmeldingen

Vandaag past de Bijbel in een broekzak — niet in een minuscule rol, maar als app op een smartphone. Met één tik verschijnt de tekst in honderden talen. Sommigen zien dat als trivialisering, maar wie door een Bijbelse bril kijkt, ziet juist een nieuwe fase van dezelfde voorzienigheid: de boodschap bereikt plekken waar geen prediker kan komen. Terwijl vroeger één handgeschreven rol soms het enige exemplaar was voor een heel dorp, kan nu een student in Lagos of een boer in Bolivia dagelijks een vers ontvangen als notificatie.

Eén boodschap, ongeacht de drager

Van perkament tot pixel is de verpakking veranderd, maar de inhoud blijft onveranderd: “Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God houdt eeuwig stand” (Jes. 40:8). En wie oren heeft om te horen, zal in welke vorm dan ook dezelfde stem herkennen; de stem van de Goede Herder.

De afbeelding toont  een voorstelling van de Gelijkenis van de Goede Herder, een gelijkenis van Jezus die te vinden is in Johannes 10:11-14 in het Nieuwe Testament.
Jezus zegt: “Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.” / Bron: Wikimedia Commons

Waarom menselijke meningen wiebelen, maar Gods Woord niet

Waarheid als drijfzand

De Schrift stelt het onomwonden: “Het hart is arglistig, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen?” (Jer. 17:9). Daarmee legt God de vinger op de zere plek: de mens is geen betrouwbare maatstaf voor waarheid. Meningen verschuiven als zandbanken onder invloed van wind en getij. Wat gisteren nog als vanzelfsprekend gold, wordt vandaag weggelachen, en morgen wellicht verketterd. Filosofen hebben eeuwenlang gezocht naar een onwrikbaar fundament voor kennis, maar buiten Gods openbaring bleef het vaak bij cirkelredeneringen en subjectieve aannames.

Het Woord als rots

In scherp contrast plaatst de Bijbel zichzelf als onveranderlijk fundament: “Uw Woord, HEERE, bestaat in der eeuwigheid, vaststaat het in de hemelen” (Ps. 119:89). Waar menselijke inzichten gedateerd raken, blijft het Woord even fris en relevant. Niet omdat het meewaait met de tijdgeest, maar juist omdat het daar bovenuit staat. Jezus zelf bevestigt dit: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan” (Matt. 24:35). Het is een claim die geen filosoof, politicus of dichter geloofwaardig kan doen — tenzij hij ook de Zoon van God is.

De botsing met menselijke rede

De apostel Paulus herinnert de Korinthiërs eraan dat Gods wijsheid “dwaasheid” lijkt voor wie naar menselijke maatstaven oordeelt (1 Kor. 1:18-25). In de arena van meningen klinkt de Schrift vaak als een dissonant akkoord. Maar het is precies die wrijving die haar betrouwbaarheid bevestigt: ware waarheid zoekt geen applaus van de meerderheid, zij blijft waar ook wanneer alle stemmen tegen haar opgaan.

Geschiedenis als getuige

De mensheid kent talloze herzieningen van het eigen wereldbeeld: de aarde zou plat zijn, later rond, later weer een onbeduidend stofje in een zinloos heelal. Maar terwijl wetenschappelijke modellen en politieke systemen elkaar afwisselen, blijft de kernboodschap van de Bijbel — schepping, zonde, verlossing in Christus, en Gods eeuwige heerschappij — onaangetast. De Schrift voorspelt niet alleen toekomstige gebeurtenissen, maar beschouwt ook het verleden door een goddelijk perspectief, waardoor de feiten in een groter plan vallen.

Niet afhankelijk van menselijke bevestiging

Het is verleidelijk te denken dat de Bijbel pas ‘waar’ wordt als historisch of wetenschappelijk onderzoek haar bevestigt. Maar dat is omkeren wat de Schrift zelf leert: zij is waar omdat God waarachtig is (Rom. 3:4). Archeologische vondsten zoals de inscriptie van Pontius Pilatus of de stadsmuren van Jericho dienen als getuigen, niet als grondslagen. De rots waarop de gelovige staat, is niet de academische consensus, maar de belofte van de God die niet liegen kan.

Standvastigheid in een wankele wereld

In een cultuur waar ‘waarheid’ vaak wordt gedefinieerd als wat het beste voelt of het luidst wordt geroepen, klinkt het Woord van God als een anker in de storm. Wie het hoort en ernaar handelt, is — in de woorden van Christus — “als een wijs man die zijn huis bouwde op de rots” (Matt. 7:24). Regen kan vallen, rivieren kunnen zwellen, winden loeien, maar het huis blijft staan. Want het is niet de bouwer die het fundament sterk maakt, maar het fundament dat de bouwer draagt.

De Bijbel op de beklaagdenbank

De oude aanklacht

Sinds het begin van de heilsgeschiedenis is Gods Woord onder vuur genomen. In de hof van Eden klonk al de eerste insinuatie tegen de waarheid: “Is het ook zo, dat God gezegd heeft…?” (Gen. 3:1). Die vraag was geen neutrale nieuwsgierigheid, maar een giftige twijfelzaaier. Door heel de geschiedenis klinkt datzelfde motief: de Schrift wordt in twijfel getrokken, verdraaid, of ronduit belachelijk gemaakt. De profeet Jeremia werd uitgelachen toen hij Gods oordeel aankondigde (Jer. 20:7-8), Jezus werd beschuldigd van godslastering (Joh. 10:33), Paulus van opruiing (Hand. 24:5).

Rome tegen het Woord

In de eerste eeuwen na Christus probeerden Romeinse keizers en filosofen de jonge kerk te breken, vaak door het gezag van de Schrift te ondermijnen. Celsus, een heidense criticus uit de tweede eeuw, schreef een felle aanklacht tegen het christendom waarin hij de evangeliën beschuldigde van verzinsels en tegenstrijdigheden. Maar zijn werk overleefde alleen in de citaten die kerkvader Origenes aanhaalt… om hem punt voor punt te weerleggen. “Het Woord van God is niet gebonden” (2 Tim. 2:9); zelfs niet door de brandstapels waarop complete boekrollen werden vernietigd tijdens Diocletianus’ vervolging.

De schijn van wetenschap

In de negentiende en twintigste eeuw verschoof de aanval van het zwaard naar de pen van de criticus. Hogere bijbelkritiek trachtte de Schrift te reduceren tot een bundel mythen en morele verhalen. De wonderen van Jezus werden herschreven als symbolen, de profetieën als latere literaire verzinsels. Maar telkens weer bleek dat archeologische vondsten het Bijbels getuigenis bevestigden: de stad Ur van de Chaldeeën bestond werkelijk; de Hethieten waren geen verzinsel; de inscriptie van de koninklijke schrijfknechten in Jeruzalem bevestigde het bestaan van namen die in Jeremia’s tijd al in omloop waren.

De moderne rechtszaal

Vandaag wordt de Bijbel vaak op de beklaagdenbank gezet in de rechtbank van de publieke opinie. Men stelt haar morele opvattingen aan de kaak als ouderwets of zelfs gevaarlijk. Waar de Schrift leert dat waarheid absoluut is, wordt zij beschuldigd van intolerantie; waar zij zonde benoemt, wordt zij weggezet als onbarmhartig. Toch blijft gelden wat de psalmist zegt: “De som van Uw Woord is waarheid” (Ps. 119:160). De rechterstoel van de mens is niet het laatste hof van beroep; dat is de troon van God zelf.

Het zelfgetuigenis als verdediging

Opmerkelijk is dat de Bijbel nooit krampachtig probeert zichzelf geloofwaardig te maken door wereldse goedkeuring te zoeken. Haar verdediging is haar boodschap: “Uw woord is waarheid” (Joh. 17:17). Zoals Jezus zweeg voor Pilatus, wetend dat de uitkomst door de Vader bepaald was, zo draagt de Schrift haar gezag niet af aan menselijke bevestiging. Het is de Heilige Geest die in het hart getuigt van haar goddelijke oorsprong (1 Kor. 2:12-14).

Altijd de laatste stem

Door de eeuwen heen hebben koningen, critici en keizers geprobeerd het Woord van God te verzwijgen of te vernietigen. Maar telkens weer vervult zich de belofte van Jesaja 55:11: “Zo zal Mijn woord zijn, dat uit Mijn mond uitgaat; het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt.” Uiteindelijk is het niet de Bijbel die voor de mens op de beklaagdenbank staat — het is de mens die zich zal moeten verantwoorden voor de God die spreekt in Zijn Woord.

Een verhaal dat leeft

Van stof tot sterrenspraak

De Bijbel opent niet met een filosofisch traktaat, maar met de krachtige woorden: “In den beginne schiep God de hemel en de aarde” (Gen. 1:1). Geen aarzelend zoeken naar een oorsprong, maar een majestueus feit. Uit niets ontstond alles, omdat God sprak. En vanaf dat moment ontvouwt zich een verhaal dat zich niet laat reduceren tot losse vroomheidsanekdotes. Het is één groot narratief; een reddingsplan dat door de eeuwen heen in onverstoord tempo voortgaat.

De breuk

Al in het derde hoofdstuk treedt de tragedie binnen: de mens kiest voor autonomie boven gehoorzaamheid. De zondeval in Genesis 3 is geen klein ongelukje, maar een kosmische aardverschuiving. De schepping kreunt, de relatie met God wordt gebroken, en dood en verderf trekken als ongenode gasten binnen. Toch klinkt te midden van het oordeel de eerste belofte, het proto-evangelium: “Het zaad van de vrouw zal de kop van de slang vermorzelen” (Gen. 3:15). Hier wordt de kiem gelegd voor de komst van Christus.

Verbondslijnen en beloften

Vanaf Abraham zien we hoe God Zijn plan concreet maakt door verbonden te sluiten. Niet omdat Hij mensen nodig heeft, maar omdat Hij hen in Zijn genade betrekt bij Zijn eeuwige voornemen. Het verbond met Israël — door de wet, de priesterdienst, de offers — wijst telkens vooruit naar de Messias. De profeten zijn geen losstaande morele predikers; zij zijn herauten van de komende Verlosser. Jesaja schildert Hem als de lijdende Knecht (Jes. 53), Micha noemt zelfs Zijn geboorteplaats (Micha 5:1).

De vervulling in Christus

In de evangeliën barst de belofte open in vervulling: “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond” (Joh. 1:14). Jezus’ leven, dood en opstanding zijn geen geïsoleerde gebeurtenissen, maar de spil waaromheen het hele Bijbelse verhaal draait. In Hem worden wet en profeten vervuld (Matt. 5:17). De zonde die in Eden binnensloop, wordt aan het kruis geoordeeld; de scheiding tussen God en mens wordt opgeheven.

Het afgebeelde schilderij is de "Calvarieberg" van de Siciliaanse schilder Antonello da Messina. Het werk is in 1475 geschilderd en bevindt zich in de collectie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Het schilderij toont de kruisiging van Jezus Christus op Golgotha (Calvarieberg). Op de voorgrond treuren Maria en Johannes de Evangelist, en een schedel verwijst naar Adam, van wie men geloofde dat hij op Golgotha begraven was. Symbolen in het werk verwijzen naar de dood en verlossing, zoals de uil die zondaars en de joden symboliseert die zich afwenden van het ware geloof, en slangen die door de schedel kronkelen als symbolen voor de dood en de duivel. De olieverftechniek en de gedetailleerde weergave van de lichamen wijzen op de invloed van de Vlaamse Primitieven op de Siciliaanse kunstenaar.
De kruisiging van Jezus door Antonello da Messina / Bron: Wikimedia Commons

De voortgang van het verhaal

Na de opstanding zendt Christus Zijn discipelen uit met het mandaat: “Gaat heen, onderwijst al de volken…” (Matt. 28:19). Het boek Handelingen laat zien hoe dit plan zich ontvouwt: van Jeruzalem tot Rome, van één kleine groep gelovigen tot een wereldwijde gemeente. En nog steeds wordt dit verhaal voortgeschreven — niet in nieuwe geïnspireerde boeken, maar in de levens van hen die door het Woord tot geloof komen.

Het einde dat een begin is

De Bijbel eindigt zoals zij begon: met een volmaakte schepping. In Openbaring 21-22 verdwijnen dood, tranen en vloek; de boom des levens staat weer midden in het paradijs. Het is geen kringloop, maar een voltooiing: de schepping wordt niet teruggedraaid naar Eden, maar verheven tot een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Het lam dat geslacht werd, is nu het licht van de stad. En wie deel heeft aan dat leven, zal eeuwig zingen van Zijn trouw.

Levend en snijdend

Het Woord dat ademt

De Bijbel is geen relikwie dat achter glas ligt, een verzameling oude letters die men eerbiedig maar levenloos reciteert. Zij leeft, zoals Hebreeën 4:12 het zegt: “Want het Woord van God is levend en krachtig, en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.” Dit is geen poëtische overdrijving; het is de ervaring van generaties die het Woord hoorden en ontdekten dat het hén doorgrondde, nog voordat zij het doorgrondden.

Oude verhalen, nieuwe levens

Denk aan de inwoners van Ninevé die, na Jona’s sobere preek (“Nog veertig dagen, en Ninevé zal worden omgekeerd!”), zich in zak en as bekeerden (Jona 3:4-5). Geen emotionele speech, geen flitsende retoriek — enkel Gods boodschap, en de Geest die harten brak. Of de kamerling uit Ethiopië in Handelingen 8: hij leest Jesaja, begrijpt het niet, en binnen één gesprek met Filippus wordt zijn leven omgekeerd.

Kerkgeschiedenis als getuige

Ook buiten de bladzijden van de Schrift blijkt het Woord onweerstaanbaar. Augustinus hoorde in de tuin een kinderstem zingen: “Tolle lege, tolle lege” (Neem en lees). Hij sloeg de Bijbel open bij Romeinen 13 en werd getroffen als door een bliksemschicht. John Bunyan, de schrijver van De Christenreis, vond in de Bijbel de vrijheid waar zijn geweten naar snakte. Corrie ten Boom getuigde dat in Ravensbrück, te midden van honger en dood, de Bijbel een bron van onwankelbare hoop was — alsof elke bladzijde warmer werd van de adem van de Geest.

Het oordeel en de genezing

Het Woord is niet alleen een balsem; soms is het eerst een scalpel. Het ontmaskert verborgen motieven, legt zonde bloot en laat geen ruimte voor zelfrechtvaardiging. Maar juist in die pijn opent het de weg naar genezing. Zoals een tweesnijdend zwaard niet alleen snijdt maar ook scheidt wat ziek is van wat gezond is, zo werkt de Schrift tot herstel.

De kracht van vandaag

Dit levend en snijdend karakter is niet beperkt tot Bijbelse tijden of helden uit het verleden. Het is dezelfde kracht waardoor vandaag een jonge vrouw in Teheran stiekem online het Johannes-evangelie leest en tot geloof komt; dezelfde kracht waardoor een gevangene in een betonnen cel in Zuid-Amerika door één gelezen psalm wordt gebroken én opgebouwd.

Geen dode letter, maar een levende stem

Wie de Bijbel leest, hoort niet alleen over God — hij hoort God Zelf spreken. “Mijn schapen horen Mijn stem” (Joh. 10:27), zegt Christus. En waar Zijn stem klinkt, daar worden harten vernieuwd, zondaren vrijgesproken, en doden levend gemaakt.

Botsing met onze cultuur

Twee wereldbeelden op ramkoers

De Bijbel spreekt met de stem van de Eeuwige, onze cultuur met de stem van het moment. Waar de Schrift zegt: “Ik ben de HEERE, Ik verander niet” (Mal. 3:6), zegt de wereld: alles verandert, en dat is goed. In dat spanningsveld ontstaat frictie, want Gods waarheid is geen modeartikel dat per seizoen wisselt van kleur en snit. Zij is rotsvast, en juist daarom botst zij met een tijdsgeest die waarheid ziet als vloeibaar, subjectief en onderhandelbaar.

Zonde: het woord dat men niet wil horen

Een van de scherpste fronten ligt bij de Bijbelse diagnose van de mens. De Schrift zegt zonder omwegen: “Allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God” (Rom. 3:23). Dat klinkt vandaag als een belediging, want de heersende moraal predikt dat de mens in wezen goed is, enkel gehinderd door slechte systemen of ongelukkige omstandigheden. De Bijbel legt daarentegen de vinger op de kern: het hart is verdorven en heeft verlossing nodig, niet cosmetische morele bijschaving.

Exclusieve waarheid in een inclusieve tijd

Jezus’ uitspraak “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:6) is in onze cultuur ronduit aanstootgevend. Men tolereert religie zolang die zich presenteert als één optie tussen vele. Maar het Woord claimt niet slechts waarheid te bevatten, het ís waarheid. Dat is niet arrogant — tenzij God niet bestaat. Als Hij wél bestaat, is het de meest liefdevolle uitspraak die er is.

Seksualiteit en identiteit

Op ethisch terrein schuurt de Schrift misschien nog wel het meest. Terwijl de cultuur seksuele vrijheid als hoogste zelfexpressie ziet, noemt de Bijbel het huwelijk tussen man en vrouw het enige door God ingestelde kader (Gen. 2:24; Matt. 19:4-6). Waar gender als fluïde wordt beschouwd, stelt de Schepper dat Hij “hen mannelijk en vrouwelijk schiep”. Deze botsing gaat niet slechts over gedragsregels, maar over het fundament van mens-zijn zoals God het bedoeld heeft.

Liefde zonder waarheid is geen liefde

Onze tijd gebruikt het woord ‘liefde’ als een toverformule om elk oordeel of elke begrenzing verdacht te maken. Maar de Bijbel leert dat ware liefde altijd waarheid omvat. “De liefde verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid” (1 Kor. 13:6). Een arts die een patiënt niet wil vertellen dat hij ziek is, uit angst hem te kwetsen, handelt niet liefdevol maar roekeloos. Zo ook zwijgt het Woord niet over zonde, juist omdat God wil redden.

Bevestiging door tegenstand

Opmerkelijk genoeg leert de Schrift dat deze botsing met de wereldverwachting is. “Indien u van de wereld was, zou de wereld het hare liefhebben” (Joh. 15:19). De scherpe rand van het evangelie is geen teken dat het achterhaald is, maar dat het onverminderd werkt als zwaard en spiegel. Wie het Woord verdunt om acceptatie te winnen, verliest de kracht die het juist onderscheidt van elke menselijke filosofie.

Wanneer woorden vlees worden

Het Woord dat mens werd

“In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God… En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond” (Joh. 1:1,14). Met deze zinnen legt Johannes de lat van zijn evangelie zo hoog dat geen menselijke wijsheid eroverheen kan reiken. De eeuwige Logos — de Schepper van hemel en aarde — nam onze menselijke natuur aan. Hij kwam niet als afstandelijke filosofie of hoogdravende leerstelling, maar als een echt mens, hongerig, moe, en tegelijk volmaakt heilig.

Waarheid met een gezicht

In Christus wordt waarheid tastbaar. Waar het Oude Testament de belofte tekent in wetten, profetieën en typen, verschijnt in Jezus de vervulling in levende vorm. “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Joh. 14:9). Waarheid is dus geen abstract idee dat men in een bibliotheek opzoekt, maar een Persoon die spreekt, geneest, confronteert en redt. Zijn woorden zijn niet louter correct; zij zijn levengevend (Joh. 6:63).

De volmaakte openbaring

Hebreeën 1:1-2 maakt het scherp: “Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.” Jezus is niet één boodschapper in de rij, maar de definitieve openbaring van God. Alles wat de Schrift zegt, wijst naar Hem; alles wat de Geest onderwijst, verheerlijkt Hem.

Het vleesgeworden Woord en de geschreven Schrift

Sommigen stellen Christus tegenover de Bijbel, alsof je Hem kunt hebben zonder het Woord. Maar het is juist de Schrift die ons leert wie Hij is. Zonder de profetieën, evangeliën en apostolische getuigenissen zouden we slechts een vage ‘historische Jezus’ overhouden, kneedbaar naar ieders smaak. De geschreven woorden en het vleesgeworden Woord zijn onlosmakelijk verbonden: de Schrift getuigt van Hem (Joh. 5:39), en Hij bevestigt de Schrift tot in haar kleinste letter (Matt. 5:18).

De waarheid die bevrijdt

Jezus verklaart: “U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8:32). In Hem krijgt deze uitspraak vlees en bloed. Hij bevrijdt niet door abstracte argumenten, maar door Zichzelf te geven als het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt (Joh. 1:29). De ultieme waarheid is dus geen koude formule, maar een offer dat de ketenen van schuld en dood verbreekt.

Het einde van het verhaal – en toch een begin

In Openbaring verschijnt Hij opnieuw, niet als lijdende Knecht, maar als Koning der koningen. Zijn naam? “Het Woord van God” (Openb. 19:13). Hier eindigt de cirkel: de Bijbel begon met God die sprak, en eindigt met het Woord dat triomfeert. Wie Hem kent, kent de waarheid; wie Hem verwerpt, verwerpt het enige fundament dat eeuwig standhoudt.

Verder lezen in de eeuwigheid

Het verhaal zonder slotpagina

De Bijbel zoals wij die kennen, sluit met de woorden: “De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen” (Openb. 22:21). Maar dit is geen epiloog waarin het verhaal langzaam uitdooft; het is eerder een poort naar een nieuwe werkelijkheid. In de nieuwe hemel en de nieuwe aarde houdt Gods spreken niet op. Zijn Woord, dat in de tijd tot ons kwam als geschreven en vleesgeworden openbaring, blijft in de eeuwigheid onze vreugde, ons licht en onze waarheid.

Het eeuwige Woord in het nieuwe Jeruzalem

Johannes ziet in Openbaring 21 de stad van God neerdalen, schitterend als een bruid, en hoort een luide stem zeggen: “Zie, de tent van God is bij de mensen!” (vs. 3). Geen priesterlijke tussenpersoon meer, geen gedeeltelijke openbaring, maar directe gemeenschap met de Bron van alle waarheid. De lamp van de stad is het Lam (Openb. 21:23) — het vleesgeworden Woord, dat niet slechts spreekt, maar Zichzelf eeuwig schenkt.

De vervulling van elke belofte

Alles wat God in Zijn Woord beloofde, vindt daar zijn voltooiing. De boom des levens, ooit ontoegankelijk na de zondeval (Gen. 3:24), staat nu vrij in het midden van de stad, met bladeren “tot genezing van de heidenvolken” (Openb. 22:2). De vloek is verdwenen; elke traan wordt afgewist. Het is de tastbare realiteit van Jesaja’s belofte: “Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God houdt eeuwig stand” (Jes. 40:8).

Leren zonder eind

Zelfs in de eeuwigheid zal het Woord van God ons blijven verrassen. Niet omdat het verandert, maar omdat wij steeds dieper zullen doordringen in de onpeilbare rijkdom ervan. Zoals Paulus schrijft: “Opdat Hij in de komende eeuwen de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen” (Ef. 2:7). De nieuwe schepping is geen statisch decor, maar een eeuwige ontdekkingstocht in de glorie van Christus.

Geen scheiding meer tussen Woord en zien

Hier, in de tegenwoordige tijd, lezen wij het Woord en geloven — maar dan zullen wij zien, en het geloof zal overgaan in aanschouwen. De profetieën zijn vervuld, de beloften ingelost, en toch blijft de lofzang doorgaan. Niet omdat er nieuwe hoofdstukken worden toegevoegd, maar omdat de eeuwige Auteur Zelf onder ons woont, en Zijn aanwezigheid het verhaal draagt.

De laatste zin die geen einde kent

Zo blijkt de Bijbel niet slechts een boek voor het tijdelijke, maar een voorsmaak van het eeuwige. De Schrift leidt ons tot Christus, en Christus leidt ons in eeuwige gemeenschap met God. Het Woord waarmee alles begon, zal ook in eeuwigheid blijven klinken — en wie deelheeft aan dat leven, zal nooit uitgekeken raken op de Auteur. Want daar geldt voorgoed: “Zijn dienaren zullen Hem dienen… en zij zullen Zijn aangezicht zien” (Openb. 22:3-4).

De afbeelding toont een persoon die bidt, met gevouwen handen boven een open boek, de Bijbel.
Het Woord blijft staan / Bron: Pixabay

Slotwoord – Het Woord blijft staan

Van het eerste “En God zei…” in Genesis tot het laatste “Amen” in Openbaring loopt één onbreekbare lijn: God spreekt, en wat Hij spreekt, staat vast. De Bijbel is niet slechts een verzameling oude verhalen of religieuze overwegingen; zij is het ademende, eeuwige Woord van de Schepper, dat leven geeft, oordeelt, geneest en leidt. Zij heeft stormen van kritiek doorstaan, generaties onderwezen, koninkrijken zien opkomen en vallen — en toch klinkt vandaag dezelfde stem, onveranderd, onmiskenbaar, onstuitbaar.

In een wereld waar meningen vervliegen en waarheden verwateren, blijft de Schrift als een baken dat niet dooft. Haar gezag rust niet op menselijke consensus, maar op de God die niet liegen kan (Tit. 1:2). En wie zich aan dat Woord vastgrijpt, vindt geen koud systeem, maar een levende Persoon: Jezus Christus, het vleesgeworden Woord, in Wie alle beloften ja en amen zijn (2 Kor. 1:20).

Daarom eindigt dit verhaal niet met een punt, maar met een uitroep: het Woord leeft, en zal leven, tot in alle eeuwigheid. Soli Deo Gloria.

Leeswijzer: Bijbelgedeelten per thema voor studie en geloofsgroei

ThemaBijbelboeken / gedeeltenKorte toelichtingPraktisch nut
Troost in moeitePsalmen 23, 46, 91; Jesaja 40; Johannes 14; Openbaring 21Bemoedigende teksten over Gods nabijheid en trouwTe gebruiken in tijden van verdriet, angst of verlies
GeloofsgroeiRomeinen; Hebreeën; Kolossenzen; JakobusTheologische diepgang en praktische instructie voor een sterk geloofslevenOpbouwen van geestelijke volwassenheid
GebedPsalmen 1–150; Mattheüs 6:5-15; Daniël 6Voorbeelden van lofprijzing, dank, smeekbeden en voorbedeInspiratie voor een rijk gebedsleven
Wijsheid in keuzesSpreuken; Prediker; JakobusLevenslessen over keuzes, karakter en levensdoelenHulp bij ethische of persoonlijke beslissingen
Gods plan in de geschiedenisGenesis 12–50; Exodus; Daniël; HandelingenLaat zien hoe God Zijn belofte door de geschiedenis heen uitvoertInzicht in het ‘grote plaatje’ van de heilsgeschiedenis
Profetie en toekomstJesaja; Ezechiël; Daniël; Mattheüs 24–25; OpenbaringUitleg over Gods plannen voor de toekomst en de wederkomst van ChristusVoorbereiding en hoop in een veranderende wereld
Navolging van JezusMattheüs, Marcus, Lukas, JohannesHet leven en onderwijs van Jezus ChristusBasis voor discipelschap en dagelijkse navolging
GemeentelevenHandelingen 2–4; Efeziërs; 1 KorintiërsVoorbeelden en instructies voor het functioneren van de kerkRichtlijnen voor samenwerken en dienen in de gemeente
Zending en evangelisatieHandelingen; Mattheüs 28:18-20; Romeinen 10Opdrachten en voorbeelden om het evangelie te delenMotiveert en rust uit voor getuigenis en zending

Bronnenlijst

1. Over canonvorming (Oude en Nieuwe Testament)

  • Kruger, M. J. (z.d.). The Biblical Canon. The Gospel Coalition. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://www.thegospelcoalition.org/essay/the-biblical-canon/

  • Canonization of the New Testament. Religious Studies Center, Brigham Young University. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://rsc.byu.edu/new-testament-history-culture-society/canonization-new-testament

  • Development of the Old Testament canon. Wikipedia. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://en.wikipedia.org/wiki/Development_of_the_Old_Testament_canon

2. Talen van de Schrift: Hebreeuws, Aramees en Grieks

  • Biblical languages. Wikipedia. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://en.wikipedia.org/wiki/Biblical_languages

  • Biblical Languages. American Bible Society. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://www.americanbible.org/bible-resource/biblical-languages/

3. Wat zegt de kerkelijke traditie?

  • Protestants on how the biblical canon came. Christianity Stack Exchange. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://christianity.stackexchange.com/questions/92954/protestants-on-how-the-biblical-canon-came

  • Development of the Old Testament canon. Wikipedia. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://en.wikipedia.org/wiki/Development_of_the_Old_Testament_canon

4. Waarde van Bijbelse talenstudie

  • Piper, J. (2014, 7 oktober). Why Learn Greek and Hebrew. Desiring God. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://www.desiringgod.org/articles/why-learn-greek-and-hebrew

  • Why Study Biblical Hebrew and Greek?. Nelson Christian University. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://www.nelson.edu/thoughthub/bible-and-theology/study-biblical-hebrew-and-greek/

  • Is the Bible any easier to understand in Hebrew or Aramaic/Greek than it is in English?. Biblical Hermeneutics Stack Exchange. Geraadpleegd op 11 augustus 2025, van
    https://hermeneutics.stackexchange.com/questions/47344/is-the-bible-any-easier-to-understand-in-hebrew-or-aramaic-greek-than-it-is-in

Lees verder

Reacties, vragen en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel over de Bijbel als ultiem kompas voor waarheid.
Je kunt bijvoorbeeld jouw vragen stellen, aanvullingen geven of getuigenissen delen van hoe Gods Woord jouw leven heeft geraakt. Ook reacties waarin je vanuit de Schrift een tekst of gedachte wilt uitdiepen, zijn welkom.

Wij stellen Bijbelgetrouwe, respectvolle bijdragen zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie zijn gelezen, om spam of ongepaste inhoud te voorkomen. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.