Stank met een doel: dimethyltrisulfide en de verleiding van aasvliegen

Last Updated on 3 juni 2025 by M.G. Sulman

De geur van rottend vlees is doorgaans een waarschuwing – een teken van verval, van dood, van bederf. Toch maken sommige planten en schimmels daar dankbaar gebruik van. Ze produceren doelgericht dimethyltrisulfide (DMTS), een vluchtige zwavelverbinding die aasvliegen aantrekt alsof er een karkas ligt te wachten. Niet uit wreedheid, maar met een plan: het verspreiden van stuifmeel of sporen. Wat op het eerste gezicht riekt naar misleiding, blijkt bij nadere beschouwing een staaltje van verfijnde functionaliteit – een geurgedreven samenwerking tussen soorten, die de vraag oproept of dit alles echt aan het toeval te danken is. Of, zoals men vroeger zou zeggen: allengs wordt zichtbaar dat zelfs de stank niet zonder bedoeling is.

Stinkzwam (Phallus impudicus) / Bron: Wikimedia Commons

Een geur om niet te vergeten

Wat is dimethyltrisulfide eigenlijk?

Dimethyltrisulfide (DMTS) is een vluchtige zwavelverbinding die je neus niet snel vergeet. De chemische formule is C₂H₆S₃ en het molecuul behoort tot de klasse van organische trisulfiden – stoffen die sterk ruiken dankzij de aanwezigheid van meerdere zwavelatomen. DMTS is hét molecuul dat verantwoordelijk is voor de typerende, penetrante geur van rottend vlees. Maar het komt niet alleen voor bij ontbinding: sommige planten en schimmels maken deze verbinding bewust aan. Jawel, met opzet.

De stank als strategie

In de natuur ruikt niets zomaar. De Amorphophallus titanum (reuzenaronskelk) bijvoorbeeld, produceert DMTS tijdens de bloei. Niet om te waarschuwen of af te weren, maar juist om te lokken. Aasvliegen, vleesetende kevers en andere necrofage insecten gebruiken geur (olfactorische signalering) om rottend organisch materiaal op te sporen. Een bloem die naar kadaver ruikt, roept dus als het ware: “Hier is iets doods – kom snel!”. Maar als de vliegen aankomen, treffen ze geen buffet aan – slechts een bloem of een zwam met een geraffineerd plan.

Doelbewuste geurproductie

De productie van DMTS door planten is geen bijproduct of toevallige uitstoot. Het is een vorm van semiochemie – het verzenden van chemische signalen met een ecologische functie. In dit geval betreft het kairomonen: signalen die gunstig zijn voor de ontvanger (de vlieg denkt voedsel te vinden) maar in dienst staan van de zender (de plant of zwam wil sporen of stuifmeel laten verspreiden). En dit gebeurt allerminst willekeurig. Sommige soorten produceren de geur alleen tijdens de vruchtbare fase van hun levenscyclus. Een soort rendez-vous olfactif, quoi.

Ruiken met precisie

Voor de aasvlieg is DMTS als een geurvlag in de verte. De dieren gebruiken hun antennen, uitgerust met talrijke olfactorische receptoren, om geurconcentraties in de lucht te volgen. Dit proces heet chemotaxis: gericht bewegen op basis van chemische prikkels. Hoe hoger de concentratie DMTS, hoe dichterbij het veronderstelde kadaver. De bloem misleidt de vlieg dus niet alleen, ze stuurt haar ook – letterlijk.

Het doel van dit geursysteem is helder: de plant of zwam wil zijn voortplantingsstructuren – zoals sporen of stuifmeel – laten verspreiden door insecten die normaal op rottend vlees afkomen. Door doelbewust de geur van ontbinding na te bootsen (via moleculen als dimethyltrisulfide), worden aasvliegen gelokt die onwetend als transportmiddel dienen. Ze nemen het stuifmeel of de sporen mee naar een andere locatie, precies zoals de plant ‘bedoeld’ heeft. Dit alles zonder dat de plant beweegt of bewust handelt – maar het resultaat is functioneel, gericht en systemisch: voortplanting door geurgedreven misleiding.

Op het verkeerde been gezet

Mimicry zonder gene

Wat deze planten en schimmels doen, heet in de biologie mimicry – nabootsing van een ander organisme of object, doorgaans met een doel. In dit geval betreft het aasmimicry: het nabootsen van kadavers, mest of rottend plantaardig materiaal om bepaalde insecten te lokken. En dit gaat ver: geur, kleur, textuur en zelfs temperatuur worden tot in detail geïmiteerd. De bedrieger doet zich voor als dood, om te kunnen leven. Een paradox die menig Naturfreund de wenkbrauwen doet fronsen.

De slachtoffers: aasvliegen met goede bedoelingen

Aasvliegen (vooral uit de familie Calliphoridae) zijn normaal gesproken ecologisch nuttige wezens. Ze helpen bij het opruimen van dode dieren door hun larven erin te leggen. Maar wanneer een aasbloem ze lokt met een geurvlag van bedrog, verspillen ze hun kostbare tijd – en soms zelfs hun eieren – aan een levenloos stuk plant. Je zou haast medelijden krijgen. Nochtans, voor de plant maakt het niets uit: het doel is bereikt zodra de vlieg stuifmeel opneemt en elders weer afgeeft.

Floraal bedrog: Rafflesia, Hydnora, en stinkzwammen

Een bekend voorbeeld is de bizarre bloem Rafflesia arnoldii, die geen bladeren of wortels heeft, maar wel een bloem ter grootte van een wielrenwiel. Haar geur is – vergeef de formulering – ronduit walgelijk. Ze produceert DMTS, methylmercaptaan en andere zwavelachtige verbindingen om de illusie van een karkas op te wekken. Minder beroemd, maar net zo doeltreffend, zijn de ondergrondse Hydnora africana (die er uitziet als een geopende vleeswond) en onze eigen stinkzwam (Phallus impudicus), die niet alleen stinkt, maar ook een slijmerige sporenmassa (gleba) op een falusachtige steel aanbiedt als landingsbaan voor vliegen.

Geen nectar, geen nut – en tóch bezoek

De meeste bloemen lokken met nectar of visuele pracht. Maar aasbloemen en aaszwammen bieden géén beloning. Ze beloven iets – voedsel, een plek om eieren te leggen – maar leveren niets. Vanuit evolutionair perspectief zou dit ‘bedrog’ snel afgestraft worden door de selectie. Waarom komen vliegen dan telkens terug? Omdat de imitatie zó goed is, dat zelfs ervaring geen bescherming biedt. Of, in goed Duits: Täuschung auf höchstem Niveau.

Verspreiding met vleugels

Waarom bloemen willen vliegen

Voor planten die niet kunnen lopen – wat, toegegeven, geldt voor zo’n beetje elke plant – is verspreiding een logistiek vraagstuk. Sporen en zaden moeten reizen. De wind is onvoorspelbaar, water onbetrouwbaar, maar vliegen… die weten precies waar ze heen willen. En ze nemen hun lading graag mee. Letterlijk. In het geval van aasbloemen of stinkzwammen zijn het niet nectarzoekers of bestuivende bijen, maar necrofage insecten die instaan voor het transport.

De gleba als meeliftstation

Bij stinkzwammen zoals Phallus impudicus is de sporenmassa verpakt in een slijmerige substantie, de gleba genoemd. Deze zit vol met rijpe sporen en ruikt, jawel, naar rottend vlees. Aasvliegen landen op de gleba, denken dat ze iets lekkers treffen, en vertrekken teleurgesteld – met hun poten en monddelen bedekt met sporen. Zo fungeren ze als biologische taxi’s. Geen Uber, maar wel efficiënt.

Vorm volgt functie – of andersom?

De anatomie van deze misleidende organismen is zelden willekeurig. Denk aan de bloem van Stapelia gigantea, die een harige, leerachtige textuur heeft die sterk lijkt op die van rottend vlees. Of Hydnora africana, die een vochtige, bekvormige structuur heeft die vliegen tijdelijk insluit. Dit noemen biologen functionele morfologie: bouw en vorm staan in dienst van een specifieke functie – hier: insecten aantrekken, vasthouden, en loslaten op het juiste moment.

Doelgroepdenken avant la lettre

Wat fascineert, is hoe specifiek de geurcocktails afgestemd zijn op de doelgroep. Niet zomaar elke vlieg, maar aasvliegen – soorten die gespecialiseerd zijn in het opsporen van kadavers. Sommige planten combineren DMTS met putrescine of cadaverine (andere rottingsstoffen) om de geur nóg geloofwaardiger te maken. Dit is geen toeval. Het is fijnzinnige afstemming – als een parfum dat precies inspeelt op één type klant. Geen Chanel N°5, maar Putrescence N°1.

Doelgerichtheid en afhankelijkheid

Meer dan geur: een systeem van relaties

Wie oppervlakkig kijkt, ziet slechts een stinkende bloem of paddenstoel. Maar wie dieper kijkt – met een Wissenschaftliches Gemüt, laten we zeggen – ontdekt een samenhangend systeem. Een geurstof (zoals dimethyltrisulfide) ontstaat precies op het juiste moment, wordt verspreid in de juiste concentratie, lokt een specifiek insect, en dat insect reageert voorspelbaar én functioneel. Dit alles ten dienste van iets wat de plant zelf niet kan: zich verplaatsen. Het is een balet van afhankelijkheid, geregisseerd zonder ruis.

Functionaliteit zonder bewustzijn?

Het systeem werkt, maar de bloem weet van niets. Ze plant niets, denkt niets. Toch is er orde. Timing. Afstemming. Functionaliteit. Vanuit een evolutionair perspectief moet men aannemen dat dit allemaal toevallig, stapsgewijs en zonder plan is ontstaan – een lange reeks van gelukjes, zoals men zegt. Maar dan rijst de vraag: hoeveel doelgerichtheid mag je aantreffen vóór je het woord ‘doel’ niet langer tussen aanhalingstekens kunt zetten?

Niet strijd, maar samenwerking

Wat deze planten doen, is geen survival of the fittest. Ze doden niets. Ze vechten niet. Ze maken iets wat lijkt op dood om leven voort te brengen. Aasvliegen worden niet vernietigd, maar benut – en blijven gewoon bestaan. In plaats van concurrentie zien we hier functionele samenwerking, gebaseerd op herkenning, reactie en wederzijdse aanpassing. Een schepping waarin alles naar zijn aard werkt, en alles elkaar in ere houdt.

De geur van intelligent ontwerp

De precieze werking van DMTS in dit verhaal is geen bijzaak, maar een sleutelfactor. Zonder geur geen vlieg, zonder vlieg geen verspreiding. Een minuscuul molecuul wordt het draaipunt van een complex geheel. En dat geheel – deze symfonie van stank – functioneert niet ondanks, maar dankzij zijn bizarre karakter. Het is juist in die schijnbare absurditeit dat de vingerafdruk van een Schepper zichtbaar wordt. Niet willekeur, maar wijsheid. Geen chaos, maar choreografie.

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Heb je ooit een aasbloem in het echt geroken, of een stinkzwam van dichtbij gezien? Wist je dat een molecuul als dimethyltrisulfide zulke biologische gevolgen kon hebben? Je mag hier jouw ervaringen, observaties of vragen delen – of gewoon laten weten wat je van dit onderwerp vindt.

📝 Let op: Reacties worden niet automatisch geplaatst. De redactie leest eerst mee, om spam of ongepaste inhoud te weren. Publicatie kan daarom enkele uren duren.