Last Updated on 9 augustus 2024 by M.G. Sulman
De Bijbelse symboliek van vissen en visserij in zowel het Oude Testament (OT) als het Nieuwe Testament (NT) is rijk en veelzijdig. Hieronder een nadere verkenning van de symboliek in beide testamenten. In het OT worden vissen vaak genoemd in verschillende contexten en symboliseren ze zowel voedsel als het onbekende van de zee. De visserij was destijds een zware en riskante onderneming, net als in de Nederlandse traditie. In het NT roept Jezus vissers om zijn discipelen te worden, hetgeen een diepe symbolische betekenis heeft. Verhalen van wonderbaarlijke visvangsten tonen Jezus’ macht en de verspreiding van zijn boodschap. De vis werd een belangrijk christelijk symbool in de vroege kerk. Het Griekse woord voor vis (Ichthus) verwijst naar Jezus Christus. Dit symbool werd vaak gebruikt in catacomben en kerken.
Inhoud
- 1 De vis in het Oude Testament (OT)
- 2 Vissen in het Nieuwe Testament (NT)
- 3 Ichthus-teken in de vroege kerk
- 4 Vissen in de Bijbel in vogelvlucht
- 4.0.1 Genesis
- 4.0.2 Reine en onreine vissen
- 4.0.3 Jona en de grote vis
- 4.0.4 Vis als volksvoedsel
- 4.0.5 Vissers van mensen
- 4.0.6 Vissen in de Nijl
- 4.0.7 Is er genoeg?
- 4.0.8 Krokodil
- 4.0.9 Profetie
- 4.0.10 Retorische vraag
- 4.0.11 Stinkende vissen
- 4.0.12 Zuchtende vissers
- 4.0.13 Wanhoop
- 4.0.14 Het rijk der hemelen gelijkt op een sleepnet
- 4.0.15 Bijzondere visvangst
- 4.0.16 Visioen van petrus
- 5 Conclusie
- 6 Reacties en ervaringen
De vis in het Oude Testament (OT)
Schepping en overvloed
- Schepping van vissen: Op de vijfde dag van de schepping creëert God de vissen en andere waterdieren (Genesis 1:20-23). Dit symboliseert de volheid van het leven en de overvloed die God biedt.
- Heersen over de vissen: In Genesis 1:26-28 geeft God de mens heerschappij over de vissen van de zee, wat aangeeft dat de mens verantwoordelijkheid is om voor de schepping te zorgen.
Vis als voedselbron
- Vis als voedselbron: Tijdens de tocht door de woestijn herinneren de Israëlieten zich met heimwee de vis die ze in Egypte aten (Numeri 11:4-6): “Het samenraapsel nu, dat zich onder hen bevond, werd met gulzig begeren vervuld; ook de Israëlieten begonnen weer te jammeren en zeiden: Wie geeft ons vlees te eten? Wij denken terug aan de vis, die wij in Egypte aten om niet, aan de komkommers en de meloenen, het look, de uien en het knoflook. Maar nu drogen wij uit, er is in het geheel niets, wij krijgen alleen dit man te zien.”
Symboliek van visvangst
- Visnetten en vishaak: De Bijbel noemt verschillende materialen om vis te vangen, zoals sleepnetten, visnetten en vishaken (Jesaja 19:8, Habakuk 1:15). Deze worden soms symbolisch gebruikt om de vangst van mensen of naties aan te duiden (Jeremia 16:16).
Profetische beeldspraak
- Jona en de grote vis: Het verhaal van Jona die door een grote vis wordt opgeslokt en na drie dagen weer wordt uitgespuwd, is doordrenkt met symboliek (Jona 1-2). Het symboliseert thema’s van gehoorzaamheid, berouw, en redding. Het verblijf van Jona in de vis wordt vaak gezien als een tijd van reflectie en bekering, terwijl zijn uiteindelijke bevrijding de genade en verlossing van God illustreert. In het christendom wordt dit verhaal ook als een voorafschaduwing gezien van de dood en opstanding van Jezus Christus, die na drie dagen uit de dood opstond:
“Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.” (Matteüs 12:40)
- Levend water: In Ezechiël 47:8-10 wordt het visrijke water dat uit de tempel stroomt gezien als een symbool van goddelijke zegen en vernieuwing.
Crisis en oordeel
- Afwezigheid van vis: De afwezigheid of het verderf van vis symboliseert crisis en oordeel. Bijvoorbeeld, de verandering van de Nijl in bloed waardoor de vissen sterven (Exodus 7:18), en het opdrogen van de visgronden als symbool van Gods oordeel (Jesaja 19:8).
Vissen in het Nieuwe Testament (NT)
Roeping en discipelschap
- Vissers van mensen: Jezus roept zijn eerste discipelen, die vissers zijn, en belooft hen “vissers van mensen” te maken (Matteüs 4:19, Marcus 1:17, Lucas 5:10). Dit symboliseert hun nieuwe roeping om mensen te winnen voor het Koninkrijk van God.
- Navolging: De vissers laten hun boten en netten achter om Jezus te volgen, wat aangeeft dat ze hun oude leven en middelen van bestaan opgeven voor een nieuw leven en missie. Jezus wint de vissers voor de beweging van het Koninkrijk der hemelen, en op dezelfde manier zullen zijn volgelingen mensen van heinde en verre winnen voor dezelfde beweging. Dit symboliseert de transformatie van gewone mensen in geestelijke leiders die anderen naar het geloof zullen brengen:
“Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’” (Marcus 1:17)
Deze daad van achterlaten en volgen benadrukt de toewijding en het vertrouwen dat nodig zijn om deel te nemen aan de verspreiding van het Evangelie en de groei van het Koninkrijk van God.1Thelogie.nl. Vis. https://www.theologie.nl/vis
Wonderbare visvangst
- Rijke oogst: Verhalen zoals de wonderbare visvangst (Lucas 5:1-11, Johannes 21:1-14) symboliseren de overvloed en zegen die volgt op gehoorzaamheid aan Jezus. De visvangst wordt een metafoor voor de geestelijke oogst van mensen.
Maaltijd en gemeenschap
- Brood en vis: In de verhalen van de wonderbare broodvermenigvuldiging (Matteüs 14:13-21, Marcus 6:30-44, Lucas 9:10-17, Johannes 6:1-14) wordt vis en brood gebruikt om een grote menigte te voeden. Dit symboliseert goddelijke voorziening en gemeenschap.
- Opstandingsverhaal: In Johannes 21 verschijnt Jezus na zijn opstanding aan zijn discipelen en eet met hen brood en vis. Dit symboliseert de voortgezette gemeenschap en de zending van de discipelen. Door Jezus te volgen, vormen de discipelen een nieuwe gemeenschap die zich richt op het Koninkrijk der hemelen. Deze gemeenschap is gebaseerd op geloof, toewijding en onderlinge steun, met Jezus als hun leider en gids. Jezus roept de vissers op om “vissers van mensen” te worden. Dit betekent dat ze geroepen zijn om anderen te winnen voor het geloof en het Koninkrijk van God. Hun nieuwe missie is om de Blijde Boodschap van het Evangelie te verspreiden, mensen te onderwijzen en hen te leiden naar een leven in navolging van Christus.
Ichthus-teken in de vroege kerk
- Vis als christelijk symbool: Het Griekse woord “Ichthus” (ἰχθύς), dat “vis” betekent, heeft een belangrijke symbolische betekenis gekregen binnen het christendom. Dit woord werd namelijk als een acroniem gebruikt voor de zin “Jezus Christus, Zoon van God, Redder”. Het ichthusteken, een eenvoudig vis-symbool, werd hierdoor een herkenbaar symbool onder de vroege christenen. Dit vis-symbool werd vaak gebruikt om hun geloof discreet uit te drukken en elkaar als medegelovigen te herkennen, vooral in tijden van vervolging. Zo fungeerde het ichthusteken als een geheim herkenningsteken dat de kern van het christelijke geloof samenvatte.
Vissen in de Bijbel in vogelvlucht
Genesis
In het boek Genesis wordt in algemene zin gesproken over vissen, zonder specifieke namen te noemen. Vissen worden genoemd als onderdeel van de schepping over welke de mens heerschappij moet voeren:
“God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.'” (Genesis 1:26)
Reine en onreine vissen
De Bijbel maakt onderscheid tussen reine en onreine vissen, voornamelijk gebaseerd op de aanwezigheid van vinnen en schubben:
“Alles wat in het water leeft, in de zee of in de rivieren, en vinnen en schubben heeft, mag je eten. Maar alle kleine en grote waterdieren zonder vinnen of schubben gelden voor jullie als oneetbaar. Je mag er niet van eten; ook hun kadavers moet je als weerzinwekkend beschouwen. Alle waterdieren zonder vinnen en schubben gelden voor jullie als oneetbaar.” (Leviticus 11:9-12; vgl. Deuteronomium 14:9-10)
Jona en de grote vis
Het verhaal van Jona die door een grote vis werd verslonden is een bekend Bijbelverhaal:
“De HEER liet echter een grote vis komen om Jona in te slikken, en Jona zat drie dagen en drie nachten in het binnenste van de vis.” (Jona 2:1)
Vis als volksvoedsel
Vis was een belangrijk onderdeel van het dieet in Bijbelse tijden. Er zijn meerdere verwijzingen naar vis als voedsel:
“Of geef hem een vis als hij om een vis vraagt?” (Matteüs 7:10)
“Hier hebben we niets anders dan vijf broden en twee vissen.” (Matteüs 14:17)
Daarnaast werd er veel gevist in het meer van Galilea:
“Toen hij was opgehouden met spreken, zei hij tegen Simon: ‘Vaar naar diep water en zet je netten uit om vis te vangen.’” (Lucas 5:4)
“Simon Petrus zei tegen hen: ‘Ik ga vissen.’ Ze zeiden tegen hem: ‘Dan gaan wij ook met je mee.’ Ze gingen op weg en stapten in de boot, maar die nacht vingen ze niets.” (Johannes 21:3)
Vissers van mensen
Jezus gebruikte het vissen als metafoor voor het winnen van zielen door het Evangelie:
“Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’” (Marcus 1:17)
Vissen in de Nijl
Bij de plagen van Egypte, toen het water in bloed veranderde, stierven de vissen in de Nijl:
“De vissen in de rivier zullen sterven, en de rivier zal stinken, zodat de Egyptenaren er een afkeer van zullen hebben water uit de rivier te drinken.” (Exodus 7:18)
Is er genoeg?
Tijdens de tocht door de woestijn uitte Mozes zijn twijfels over het voorzien in voedsel voor het volk:
“Als al het vee en alle kudden voor hen werden geslacht, zou het voor hen genoeg zijn? Of als al de vissen van de zee voor hen werden verzameld, zou het voor hen genoeg zijn?” (Numeri 11:22)
Krokodil
God spreekt tegen de farao van Egypte en vergelijkt hem met een grote krokodil:
“Ik zal haken in je kaken slaan en de vissen van de Nijl aan je schubben laten kleven. Ik zal je uit de Nijl trekken met al de vissen die aan je schubben kleven. Ik zal jou en al de vissen van de Nijl in de woestijn gooien. Je zult op het droge vallen, en niet worden opgeraapt of verzameld. Ik zal je geven als voedsel voor de dieren van de aarde en de vogels van de hemel.” (Ezechiël 29:4-5)
Profetie
In de profetie over de herstellende rivier:
“Overal waar de rivier stroomt, zullen er vissoorten in overvloed zijn. De visserij zal floreren, er zullen grote hoeveelheden vis zijn, zoals de vis van de Grote Zee, zeer talrijk.” (Ezechiël 47:9)
Dit visioen symboliseert Gods belofte van herstel en overvloed voor zijn volk, waarbij de rivier een metafoor is voor de levensgevende kracht van God.
Retorische vraag
Hier wordt een retorische vraag gesteld over het vangen van Leviathan:
“Kun je zijn huid met harpoenen doorboren of zijn kop met vissperen?” (Job 41:7)
Stinkende vissen
In deze profetie wordt gesproken over de macht van God over de natuur:
“Waarom was er niemand toen ik kwam, niemand die antwoordde toen ik riep? Is mijn arm dan te kort om te verlossen, of heb ik geen kracht om te bevrijden? Door mijn dreigen droog ik de zee uit, maak ik rivieren tot een woestijn, zodat hun vissen stinken omdat er geen water is en sterven van dorst.” (Jesaja 50:2)
Zuchtende vissers
De vissers zullen rouwen vanwege de droogte in Egypte:
“De vissers zullen zuchten en klagen, allen die een hengel uitwerpen in de Nijl zullen rouwen, en degenen die hun netten uitspreiden over het water zullen kwijnen.” (Jesaja 19:8)
Wanhoop
“U maakt de mensen als de vissen van de zee, als kruipende dieren die geen heerser hebben. Hij haalt ze allemaal op met een haak, hij sleept ze mee in zijn net, en verzamelt ze in zijn sleepnet. Daarom verheugt hij zich en is hij vrolijk.” (Habakuk 1:14-15)
Deze passage is doordrenkt met profetische beeldspraak die de wanhoop van het volk van Juda uitdrukt en de wreedheid van hun onderdrukkers benadrukt. Het roept vragen op over de rechtvaardigheid van God en waarom Hij toestaat dat het kwaad zo triomfeert. Habakuk worstelt met de schijnbare tegenstrijdigheid dat God zijn eigen volk lijkt te laten lijden onder de wreedheden van een nog goddelozer volk.
Het gebruik van de visser-metaforen in deze verzen onderstreept de hopeloosheid en de machteloosheid van de mensen tegenover de brute kracht van hun onderdrukkers. Het roept ook op tot reflectie over de aard van goddelijke gerechtigheid en de ondoorgrondelijke wegen van God, die vaak moeilijk te begrijpen zijn voor de menselijke geest.
Het rijk der hemelen gelijkt op een sleepnet
In deze gelijkenis vergelijkt Jezus het Koninkrijk der hemelen met een visnet:
“Het koninkrijk der hemelen is als een sleepnet dat in de zee wordt geworpen en vissen van allerlei soort bijeenbrengt. Wanneer het vol is, trekken de vissers het op het strand, gaan zitten en verzamelen de goede vissen in manden, maar de slechte gooien ze weg. Zo zal het zijn bij de voleinding der wereld: de engelen zullen uitgaan en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden en hen in de vurige oven werpen. Daar zal geween zijn en tandengeknars.” (Matteüs 13:47-50)
Bijzondere visvangst
Na zijn opstanding verschijnt Jezus aan zijn discipelen en geeft hen de opdracht om het net uit te werpen:
“Hij zei tegen hen: ‘Werp het net uit aan de rechterkant van het schip en gij zult vinden.’ Zij wierpen het uit en nu waren zij niet meer bij machte het te trekken vanwege de menigte van vissen.” (Johannes 21:6)
Visioen van petrus
In het visioen van Petrus ziet hij verschillende dieren, waaronder vissen:
“Hij zag de hemel geopend en er kwam iets neer als een groot linnen laken dat aan de vier hoeken op de aarde werd neergelaten. In dat laken bevonden zich allerlei viervoetige dieren, kruipende dieren van de aarde en vogels van de hemel. En er klonk een stem tot hem: ‘Sta op, Petrus, slacht en eet!’” (Handelingen 10:11-13)
Het visioen maakt duidelijk dat de boodschap van Jezus Christus niet beperkt is tot de Joden, maar bedoeld is voor alle mensen, ongeacht hun etnische achtergrond: Jood en niet-Jood.
Het visioen van Petrus uit Handelingen 10:11-13 heeft indirect te maken met vissen in die zin dat het een symbolische uitbreiding van de missie van de discipelen is, die oorspronkelijk vissers waren. Jezus had hen eerder geroepen om “vissers van mensen” te worden (Marcus 1:17), wat betekende dat ze mensen zouden winnen voor het Koninkrijk van God.
Het visioen van Petrus breidt deze missie verder uit door aan te geven dat het Evangelie ook naar de heidenen (niet-Joden) moet worden gebracht. Dit wordt gesymboliseerd door het laken met allerlei dieren, wat aangeeft dat de oude onderscheidingen tussen reine en onreine dieren (en mensen) zijn opgeheven. Net zoals de discipelen waren geroepen om te vissen naar mensen onder de Joden, worden ze nu geroepen om hetzelfde te doen onder alle volken, inclusief de heidenen.