Sola scriptura: waarom alleen de Bijbel de ultieme autoriteit is

Last Updated on 19 maart 2025 by M.G. Sulman

Sommige onderwerpen zijn geen kleine theologische zijpaden, maar de hoofdweg zelf. Sola scriptura is zo’n onderwerp. Het gaat niet om een detaildiscussie of een nuanceverschil tussen christelijke tradities—dit is de fundamentele vraag: Wat is de ultieme autoriteit voor geloof en leven? Dit artikel benadert sola scriptura vanuit een reformatorisch en presuppositionalistisch perspectief, en dat is geen willekeurige keuze. De reformatorische traditie is onlosmakelijk verbonden met de herontdekking van het Schriftgezag, terwijl het presuppositionalisme de filosofische diepgang biedt om te laten zien dat iedereen vanuit een bepaalde autoriteit redeneert—de enige vraag is: is dat Gods Woord of iets anders? Dit perspectief betekent dat we sola scriptura niet alleen als een historisch standpunt van de Reformatie behandelen, maar als een noodzakelijke basis voor ware kennis en gehoorzaamheid aan Christus. Het betekent ook dat we niet vertrekken vanuit een neutrale houding (die bestaat immers niet), maar dat we de Schrift als zelfbewijzend en absoluut beschouwen, in plaats van iets dat door externe argumenten gelegitimeerd moet worden. Wie sola scriptura verwerpt, vervangt het niet door ‘niets’, maar door een andere, feilbare autoriteit—en dat is precies waar de strijd ligt. Dit artikel zal niet alleen de Bijbelse en historische basis van sola scriptura belichten, maar ook de tegenwerpingen onder de loep nemen en laten zien wat deze leer praktisch betekent voor het dagelijks leven. Want zonder sola scriptura blijft men stuurloos ronddobberen, gedreven door de golven van menselijke meningen, culturele trends en kerkelijke hiërarchieën. Met sola scriptura staat men op de Rots. En dát maakt alle verschil.

Dream Perfection - bijbel lezen
Sola scriptura: Gods Woord als enige ware autoriteit / Dream Perfection/Shutterstock.com

Inhoud

Wat is sola scriptura?

Sommige dingen moet je gewoon even goed helder hebben. Als je niet snapt waar de basis ligt, ben je als een zeeman zonder kompas, een kok zonder recept, een student zonder wifi. En in de kerk? Daar gaat het om autoriteit. Wie bepaalt wat waarheid is? Waar kijk je naar als je wilt weten wat God denkt over dit of dat?

Nou, dat is dus precies waar sola scriptura over gaat. Geen ingewikkeld gedoe, geen mistige discussies over “wie heeft er nu écht de autoriteit?” Nee, gewoon: de Bijbel alleen. Niet “de Bijbel én de kerkelijke traditie”. Niet “de Bijbel én wat de paus zegt”. Niet “de Bijbel én mijn gevoel”. Nee, de Schrift alleen is het onfeilbare, hoogste gezag voor geloof en leven. Dat is de kern.

Maar wacht. Is dat wel zo vanzelfsprekend?

Wat bedoelen we met sola scriptura?

Laten we eerst even wat misverstanden uit de weg ruimen. Sola scriptura betekent niet dat we de kerkgeschiedenis negeren of doen alsof christenen vóór ons er niets van begrepen. Ook betekent het niet dat iedereen zomaar zijn eigen interpretatie kan verzinnen en dat álles subjectief is. Dat is chaos, geen theologie.

Sola scriptura betekent simpelweg dat de Bijbel de enige onfeilbare norm is. Ja, de kerk kan onderwijzen. Ja, predikers kunnen uitleggen. Maar zij zijn allemaal feilbaar, net zoals jij en ik. De Schrift is dat niet. En daar zit ‘m de crux.

Een stukje geschiedenis: waarom dit een gamechanger was

De vroege kerk? Die had geen probleem met dit principe. De apostelen predikten vanuit de Schrift, de eerste christenen zagen het Woord van God als de hoogste norm. Denk aan Jezus zelf: telkens als Hij werd uitgedaagd, antwoordde Hij met “Er staat geschreven…” (Mattheüs 4:4). Dat was geen toeval.

Maar allengs, naarmate de kerk groeide, ontstond een ander beeld. De kerk kreeg steeds meer macht en allengs verschoof de autoriteit. De traditie werd belangrijker. Uiteindelijke klap op de vuurpijl? De Rooms-Katholieke Kerk begon te beweren dat zijzelf de autoriteit had om de Schrift te interpreteren. De kerk was ineens de scheidsrechter, de hoogste rechter, de baas boven de baas. En tja, als je zélf bepaalt wat waarheid is, is de kans groot dat je het zo draait dat het je goed uitkomt.

Enter Maarten Luther.

Luther zag het gebeuren en dacht: Moment, dit klopt niet. Hij sloeg de Bijbel open en ontdekte iets wat revolutionair was—althans, voor die tijd. De Schrift is het hoogste gezag. Niet de paus, niet een concilie, niet de kerkgeschiedenis. Alleen Gods Woord. En dus, in 1517, hing hij zijn beroemde 95 stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg. BAM. De Reformatie was geboren.

Maarten Luther spijkerde in 1517 zijn 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg om misstanden in de kerk, zoals de aflatenhandel, aan de kaak te stellen / Bron: Wikimedia Commons

Waarom sola scriptura geen optie is, maar een noodzaak

Sommige dingen in het leven zijn optioneel. Welke koffie je drinkt, welke kleur sokken je draagt. Maar dit? Dit is niet optioneel. Want als de Bijbel níet de hoogste autoriteit is, dan is iets anders dat wel. En wat zou dat dan zijn?

  • De kerk? Feilbaar. Heeft zich vaak vergist.
  • De paus? Feilbaar. Hoef ik niets aan toe te voegen.
  • Onze eigen rede? Oh, come on. Kijk even naar de geschiedenisboeken. Mensen verzinnen de raarste dingen.

Dat is de kern van het presuppositionalistische argument: je moét ergens beginnen. Of je begint met Gods Woord als ultieme standaard, of je eindigt in relativisme. Het is zwart-wit. Er is geen tussenweg. Je moet een absolute autoriteit hebben, en als dat niet de Schrift is, is het iets anders—en dat “iets anders” is altijd feilbaar.

En dus: sola scriptura. Geen plan B, geen optionele extra. Gewoon de basis van alles.

Wat betekent dit voor jou?

Goed, mooie theorie, maar wat betekent dit nou praktisch? Heel simpel. Als christen betekent dit dat de Bijbel je basis is. Niet zomaar een leuk spiritueel boek, niet een verzameling verhalen die je “voor inspiratie” erbij pakt, maar het Woord van God. Je houvast, je autoriteit, je meetlat.

Wat moet je doen als je twijfelt over iets in je geloof?
Naar de Schrift.

Wat als iemand iets beweert over God, maar je weet niet of het klopt?
Naar de Schrift.

Wat als je in een discussie terechtkomt en iemand zegt: “Ja, maar volgens deze kerkvader, of deze paus, of deze traditie moet het zo en zo”?
Naar de Schrift.

Ofschoon de geschiedenis waardevol is, ofschoon leraren en predikers belangrijk zijn, er is maar één ultieme norm. En die is niet in Rome, niet in Genève, niet in een concilie of synode. Die ligt gewoon voor je. Op je nachtkastje. In je boekenkast. Op je telefoon.

Dus, beste lezer, als je iets onthoudt van dit hoofdstuk, laat het dan dit zijn: zonder sola scriptura sta je op drijfzand. Met sola scriptura sta je op de Rots.

Sola scriptura / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

De bijbelse basis van sola scriptura

Kijk, sommige discussies kun je snel de nek omdraaien door gewoon te vragen: “Staat het in de Bijbel?” Als het antwoord nee is, dan is het simpel.

Sola scriptura is niet een leuk reformatorisch idee dat Luther uit zijn duim zoog na een lange dag theologisch broeden. Nee, het is geworteld in de Schrift zelf. Vanaf Genesis tot Openbaring zie je steeds weer dat Gods Woord het hoogste gezag is. Geen concilie, geen menselijke autoriteit, geen paus die met een zwaai van zijn staf kan zeggen: “En zo is het.”

Dus laten we even spitten. Want als de Schrift echt de hoogste norm is, dan moet dat ook uit de Schrift zelf blijken.

Oude Testament: God spreekt en dat is genoeg

Wie had de eerste en laatste stem in Israël? Was dat Mozes? Nope. De profeten? Nee. Het was God Zelf. Wanneer Hij sprak, was het klaar. Finito, geen discussie meer.

Neem Deuteronomium 4:2:

“Gij zult tot het woord dat ik u gebied niets toedoen, noch daarvan afdoen.”

Met andere woorden: Gods Woord is compleet en onaantastbaar. Geen extra laagje traditie eroverheen. Geen mens die er iets bij kan smokkelen.

Of neem Psalm 119. Dat is de langste psalm in de Bijbel, en waar gaat die over? Over de kracht en autoriteit van Gods Woord.

“Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” (vs. 105)

“De som van Uw woord is de waarheid.” (vs. 160)

En eerlijk gezegd, als je de profeten doorleest, valt iets op: telkens als Israël afdwaalt, is het omdat ze het Woord van God verlaten en in de tradities van mensen duiken. (Jesaja 29:13, iemand?)

Jesaja 29:13 wordt door Jezus zelf geciteerd in Mattheüs 15:8-9 en Markus 7:6-7. Dit vers is een scherpe kritiek op religie zonder oprecht geloof—een religie die zich baseert op menselijke tradities in plaats van Gods Woord. Het raakt direct aan de kern van sola scriptura: wanneer mensen menselijke leringen boven de Schrift plaatsen, wordt hun geloof leeg en krachteloos.

Dit vers is meer dan alleen een historische terechtwijzing; het is een oproep om terug te keren naar de ware, God-gegeven standaard: Zijn Woord als de ultieme autoriteit. Het laat zien dat godsdienst zonder een Schriftgefundeerde basis afglijdt in formaliteit en zelfbedrog. Daarom is sola scriptura geen theologisch spelletje, maar een essentiële bescherming tegen menselijke speculatie en religieus misbruik.

Nieuwe Testament: Jezus en de apostelen over de Schrift

Laten we eens naar Jezus kijken. Als iemand had kunnen zeggen: “Ik ben God, dus ik bepaal hier even wat de norm is,” dan was Hij het. Maar dat doet Hij niet. Hij verwijst keer op keer naar de Schrift.

Bij Zijn verzoeking in de woestijn? Drie keer antwoordt Hij met “Er staat geschreven.” (Mattheüs 4:4, 7, 10) Geen theologische debatten, geen “Ja maar de rabbijnen zeggen…” Nee. De Schrift. Punt.

Bij een discussie over de opstanding? Hij zegt: “Hebt gij niet gelezen…?” (Mattheüs 22:31). Met andere woorden: “Waarom zitten we hier überhaupt over te praten? Het staat toch gewoon in de Schrift?”

En in Johannes 10:35? “De Schrift kan niet gebroken worden.”

Dát is Jezus’ standpunt. Niet “De Schrift én de overlevering van de kerk” of “De Schrift plus een traditie van eeuwen”. Nee, de Schrift is gezaghebbend, onveranderlijk en niet te ondermijnen.

En de apostelen? Die deden hetzelfde. Kijk maar naar Paulus in 2 Timotheüs 3:16-17:

“Al de Schrift is door God ingegeven en nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.”

Zie je dat? “Volkomen toegerust.” Niet “deels toegerust, en de rest haal je uit traditie.”

Of Handelingen 17:11, waar de Bereeërs de prediking van Paulus checkten aan de hand van de Schrift. Dat was hun norm.

Dus als iemand beweert dat sola scriptura “niet in de Bijbel staat”, dan moet diegene even zijn Bijbel afstoffen.

Waarom dit alles uitmaakt

Goed, laten we het even praktisch maken. Dit is niet zomaar een academische discussie. Dit is geen stof voor een saai seminar. Dit raakt aan alles in je geloof.

Denk er eens over na. Als de Bijbel niet je ultieme autoriteit is, wat dan wel?

  • Je gevoel? 🔄 Dat verandert om de haverklap.
  • De kerk? 🏛️ Welke? De Rooms-Katholieke Kerk? De oosters-orthodoxe? Je favoriete dominee?
  • Je eigen redenering? 🧠 Ah, dus we vertrouwen nu op ons eigen feilbare brein?

Nee, de enige betrouwbare bron is het Woord van God zelf. Want dat is het enige dat onfeilbaar, betrouwbaar en onveranderlijk is.

Geen paus, geen traditie, geen menselijke redenering kan de Schrift overtreffen. En als iemand zegt dat de kerk de autoriteit heeft om de Schrift te interpreteren, dan heeft die persoon een probleem. Want Jezus Zelf plaatste de Schrift boven alle menselijke tradities.

Sola scriptura is geen optie, maar noodzaak

Kijk, er is een reden waarom de Reformatie nodig was. De kerk had de Schrift naar de achtergrond geschoven en menselijke tradities op een troon gezet. Luther, Calvijn en anderen zeiden: “Dat gaan we dus mooi niet doen.”

Ze pakten de Bijbel op en riepen: “Hier staan we. Wij kunnen niet anders.”

Dus wat ga jij doen? Ga je de Schrift zien als een aanvullend boekje naast traditie en kerkelijk gezag? Of pak je het op zoals Jezus, Paulus en de vroege kerk dat deden?

Het is geen bijzaak. Dit is de kern van alles.

Sola scriptura is niet alleen een leus. Het is een levenshouding.

Sola scriptura is een levenshouding / Bron: Freepik

Historische verdediging van sola scriptura

Mensen hebben soms een wonderlijke eigenschap: ze denken dat nieuwe ideeën beter zijn dan oude. “We weten nu zoveel meer!” zeggen ze dan. Maar als je goed kijkt naar de geschiedenis, ontdek je iets fascinerends: de grote theologische strijdlijnen van vandaag zijn dezelfde als die van eeuwen geleden.

Sola scriptura is daar een perfect voorbeeld van. Het idee dat de Bijbel de enige onfeilbare norm is, is geen hippe uitvinding van Luther. Nee, het is een rode draad door de kerkgeschiedenis heen.

Sterker nog, elke keer dat de kerk afdwaalde, was dat omdat ze de Schrift verliet en menselijke traditie of autoriteit boven Gods Woord stelde. Het is een patroon: God openbaart, mensen voegen dingen toe, chaos volgt, God roept terug naar de Schrift.

Dus laten we even door de tijd reizen. Geen droge opsomming, maar een inkijkje in de grote veldslagen van het geloof.1Busenitz, N. (2015, June 9). Sola Scriptura and the Church Fathers. The Master’s Seminary Blog. https://blog.tms.edu/sola-scriptura-and-the-church-fathers

De vroege kerk: Schrift boven alles

Men stelt weleens: “De vroege kerk had helemaal geen sola scriptura, ze hadden de kerk als autoriteit!” Welnu, een klassiek misverstand. Kijk naar de kerkvaders, en je ziet iets heel anders.

Arius: de beruchte ketter van de vroege kerk

Arius, de man die de goddelijkheid van Christus ontkende, werd misschien wel de beruchtste ketter van de vroege kerk. Het Concilie van Nicea (325) veroordeelde zijn leer, maar de strijd woedde nog vijftig jaar voort. Terwijl de keizerlijke hofkringen vaak niet aan hun kant stonden, bleven verdedigers van de Triniteitsleer standvastig.

Gregorius van Nyssa: ‘Laat de Schrift onze scheidsrechter zijn’

Eén naam schittert in die strijd: Athanasius van Alexandrië, vijfmaal verbannen vanwege zijn compromisloze vasthouden aan de waarheid. Aan zijn zijde stonden de Cappadocische Vaders: Basilios van Caesarea, Gregorius van Nazianze en Gregorius van Nyssa. Maar hoe wisten zij zo zeker dat zij het bij het rechte eind hadden en niet de Arianen? Niet op basis van kerkelijke tradities, eerdere concilies of een pauselijke uitspraak—maar door te verwijzen naar de Schrift.

Gregorius van Nyssa was hierin glashelder. De Arianen beriepen zich op hun ‘gewoonte’, maar hij antwoordde:

“Wij achten het niet juist om hun heersende gewoonte tot wet en norm van gezonde leer te maken. Want als gewoonte als bewijs geldt, dan kunnen wij evenzeer onze gewoonte naar voren brengen. Laat de geïnspireerde Schrift dan onze scheidsrechter zijn, en de stem van de waarheid zal onmiskenbaar gaan naar degenen wier leer overeenkomt met de goddelijke woorden.” (Dogmatische Verhandelingen, Boek 12)

Niet alleen Gregorius: andere kerkvaders over sola Scriptura

Gregorius stond niet alleen. Vele vroege kerkleiders onderschreven dat de Schrift boven alle menselijke traditie staat.

✅ Irenaeus van Lyon (d. 202):
“Wij hebben van niemand anders het plan van onze redding geleerd dan van hen die het evangelie aan ons hebben overgeleverd, en die het later, door Gods wil, in de Schrift hebben neergeschreven, als grondslag en pijler van ons geloof.”
(Tegen de ketterijen, 3.1.1)

✅ Tertullianus van Carthago (c. 160–235):
“Het is jouw plicht om net als wij je bewijzen uit de Schrift aan te dragen.”
(Tegen Praxeas, 11)

✅ Hippolytus (d. 235):
“Er is, broeders, één God, wiens kennis wij verkrijgen uit de Heilige Schrift en uit geen enkele andere bron.”
(Tegen de ketterijen, 9)

✅ Athanasius van Alexandrië (296–373):
“Deze geschriften zijn de bronnen van onze redding. Laat niemand iets toevoegen, noch iets wegnemen.”
(Feestbrieven 39, 6–7)

✅ Augustinus van Hippo (354–430):
“Geen redenering, hoe christelijk ook, heeft dezelfde status als de canonieke Schrift. Als iemand, hoe wijs ook, iets beweert dat indruist tegen de waarheid die wij in de Schrift vinden, mogen wij dat afwijzen.”
(Brieven, 148.15)

Augustinus door Benozzo Gozzoli (15e eeuw) / Bron: Wikimedia Commons

Een waarheid die de eeuwen trotseert

De vroege kerk had het al door: alleen Gods Woord is de hoogste autoriteit. Lang voor Luther en Calvijn verdedigden kerkvaders als Gregorius, Irenaeus en Athanasius dit principe.

Wie verder wil graven in dit onderwerp, vindt in William Websters werk een schat aan inzichten. Eén ding is zeker: sola Scriptura was geen uitvinding van de Reformatie, maar een fundament van het vroege christendom.

Kortom, lang voor Luther en Calvijn verdedigde de vroege kerk al dat alleen Gods Woord de hoogste autoriteit is.

Wat we hier zien, is helder: de vroege kerk gebruikte de Schrift als ultieme norm. Ja, ze erkenden traditie als nuttig, maar niet als bindend boven de Schrift.

Middeleeuwen: De kerk schuift de Schrift aan de kant

Allengs, toen de eeuwen verstreken en de kerk steeds machtiger werd, begon een andere tendens. De Schrift werd niet meer als enige gezag gezien, maar als één stem in een koor van traditie, concilies en kerkelijke uitspraken. En zoals altijd als mensen de Schrift naar de achtergrond schuiven, ging het mis.

📜 De paus begon te claimen dat hij de uiteindelijke interpretatie van de Schrift had.
🔗 Kerkelijke tradities werden bindend, zelfs als ze haaks stonden op de Bijbel.
🚪 De Schrift werd ontoegankelijk voor gewone mensen—Latijnse Bijbels, priesters als enige tolken, verbod op persoonlijke interpretatie.

Dit was niet zomaar een kleine afwijking. Dit was een massale verschuiving van autoriteit. Niet langer gold “Er staat geschreven.” In plaats daarvan werd het “De kerk heeft bepaald.”

Resultaat? Geestelijke duisternis. Verdraaiing van het evangelie. Aflatenhandel. Bidden tot heiligen. Purgatorium. Je kent de lijst.

De enige vraag was: wie zou het aandurven om dit te doorbreken?

Reformatie: Hier staan we, wij kunnen niet anders

Enter Maarten Luther.

Luther was geen revolutionair, geen man die op zoek was naar een rel. Hij was een monnik, een theoloog, iemand die gewoon de Schrift las. En wat ontdekte hij? Dat de Bijbel niet matchte met de praktijk van de Rooms-Katholieke Kerk.

Toen hij dat besefte, was er geen weg terug. Zijn conclusie?

Als iets niet in de Schrift staat, dan kan het de kerk niet binden.

Hij werd gesommeerd om te herroepen. Ze drongen aan: “De kerk heeft gesproken, de traditie heeft gesproken, wie ben jij om hier tegenin te gaan?”

Tijdens de Rijksdag van Worms in 1521 werd Maarten Luther gevraagd zijn geschriften te herroepen. Zijn antwoord benadrukte zijn toewijding aan de Schrift en zijn geweten:

“Als ik niet door getuigenissen van de Schrift en heldere verstandelijke redenen overtuigd word—want ik geloof noch de paus, noch de concilies alleen, omdat het vaststaat dat ze vaak gedwaald en zichzelf tegengesproken hebben—dan ben ik door de plaatsen van de Heilige Schrift, die ik naar voren gebracht heb, in mijn geweten overwonnen en gevangen in het Woord van God. Daarom kan en wil ik niets herroepen, omdat het niet heilzaam is iets tegen het geweten in te doen. God helpe mij. Amen.”

Boom.

Met die woorden zette hij een bom onder het kerkelijke systeem van zijn tijd. En hij was niet de enige. Johannes Calvijn, Ulrich Zwingli, William Tyndale en vele anderen zeiden hetzelfde:

De Schrift is de enige norm. Geen mens mag daaraan tornen.

Wat gebeurde er?

  • De Bijbel werd vertaald naar de volkstaal.
  • Mensen begonnen zelf de Schrift te bestuderen.
  • De autoriteit van de kerk werd radicaal herzien.

Dit was geen aanval op de kerk. Dit was een herstel van wat de vroege kerk geloofde.

Wycliffe leest de vertaalde Bijbel voor aan Jan van Gent / Bron: Wikimedia Commons

Waarom dit vandaag nog steeds relevant is

“Ja, maar dat was toen,” hoor je weleens. Maar de strijd is niet voorbij.

Denk je dat Rome iets heeft veranderd? Nee. De leer van het Concilie van Trente (1545-1563) is nog steeds van kracht: traditie en Schrift zijn gelijkwaardig in gezag. De paus blijft de ultieme interpretator.

Denk je dat protestanten immuun zijn? Helaas niet. Vandaag zie je evangelische kerken die:

  • Persoonlijke ervaringen boven de Schrift plaatsen: In sommige charismatische bewegingen ligt de nadruk sterk op persoonlijke openbaringen en ervaringen. Dit kan ertoe leiden dat individuele gevoelens en ervaringen de interpretatie van de Bijbel beïnvloeden of zelfs vervangen.

  • Moderne ‘profeten’ en ‘apostelen’ als onfeilbaar beschouwen: Binnen bepaalde hedendaagse christelijke gemeenschappen worden leiders aangeduid als profeten of apostelen, wier woorden als onfeilbaar worden beschouwd. Dit kan resulteren in een situatie waarin hun uitspraken boven de Bijbel worden geplaatst, wat de autoriteit van de Schrift ondermijnt.

  • Traditie als gezaghebbend beschouwen: Sommige kerken hechten veel waarde aan tradities en gebruiken deze als leidraad voor hun geloof en praktijk. Dit kan leiden tot een situatie waarin tradities een gezag krijgen dat gelijkstaat aan of zelfs hoger is dan dat van de Schrift, wat in strijd is met het principe van sola scriptura.

De geschiedenis herhaalt zich.

Een zitting van het Concilie van Trente in 1563 / Bron: Wikimedia Commons

De les van de geschiedenis

Elke keer dat Gods volk zich afwendde van de Schrift als enige norm, leidde dat tot misleiding en chaos.

Elke keer dat Gods volk terugkeerde naar sola scriptura, kwam er geestelijke opwekking en helderheid.

De keuze is simpel. Geloof je dat de Schrift genoeg is? Of laat je andere stemmen het gezag van God ondermijnen?

Wie zich op sola scriptura baseert, bouwt op een rots. De rest is drijfzand.

Hier staan wij. Wij kunnen niet anders.

Presuppositionalisme en sola scriptura

Sommige mensen hebben een rare gewoonte: ze doen alsof je neutraal kunt zijn over geloofszaken. Alsof je ergens in een vacuüm kunt staan en objectief kunt oordelen over God, de Bijbel en waarheid. Alsof je boven alles zweeft, onaangetast door vooroordelen, vooronderstellingen of, laten we eerlijk zijn, je eigen ego.

Maar dat is een illusie. Niemand is neutraal. Iedereen vertrekt ergens vandaan. En precies daar komt het presuppositionalisme om de hoek kijken.

Dit klinkt misschien als een tongbreker, maar wees gerust. We gaan het niet laten klinken als een filosofiecursus. Presuppositionalisme is gewoon een theologisch boksringprincipe: je begint altijd ergens. De enige vraag is: begin je met Gods Woord of met iets anders?

Het probleem van ‘neutraal denken’

Laten we even eerlijk zijn. Iedereen heeft een set overtuigingen waar hij of zij mee de wereld inkijkt. Niemand bekijkt de feiten zomaar objectief, als een tabula rasa.

  • De atheïstische natuurwetenschapper? Die vertrekt vanuit de vooronderstelling dat alleen natuurlijke processen en materiële oorzaken voldoende zijn om de werkelijkheid te verklaren, en dat bovennatuurlijke openbaring overbodig of irrelevant is.
  • De rooms-katholiek die de paus als hoogste autoriteit erkent? Die heeft de vooronderstelling dat de kerk, geleid door de Heilige Geest, een onfeilbare interpretatie van de Schrift en traditie biedt, en dat pauselijke uitspraken onder bepaalde voorwaarden onfeilbaar zijn.
  • De moderne evangelische christen die persoonlijke ervaring boven dogma plaatst? Die heeft de vooronderstelling dat innerlijke overtuigingen en subjectieve ervaringen een directe openbaring van Gods wil kunnen zijn, zelfs als deze afwijken van of niet expliciet ondersteund worden door de Schrift.

Je moet ergens beginnen. En het punt is dit: als je niet begint met de Schrift als ultieme autoriteit, dan begin je ergens anders. En dat ‘ergens anders’ is feilbaar.

Presuppositionalisme schopt dat deurtje open. Het zegt: Stop met doen alsof je neutraal bent. Iedereen vertrekt vanuit een geloofssysteem. De enige vraag is: is dat geloofssysteem gebouwd op Gods Woord of op menselijk redeneren?

Van Til en Bahnsen: Strijders van de apologetiek

Cornelius Van Til, een theoloog met een bril zo dik als de Westminster Confession, had daar nogal uitgesproken ideeën over. Hij zei dat de Bijbel niet iets is dat je bewijst door externe argumenten, maar iets dat je presupponeert.2Presupponeren (presuppose) betekent: als uitgangspunt aannemen, vooronderstellen. Dit gaat over een diepgewortelde basisaanname.

Met andere woorden: de Bijbel is niet iets dat in de rechtbank moet staan om zich te verdedigen. Het is de Rechter.

Zijn student, Greg Bahnsen (ook wel “de sloper van atheïsten” genoemd), ging daar vrolijk mee verder. Hij gaf debatten waarin hij zijn tegenstanders binnen vijf minuten klem zette met de simpele vraag:

“Wat is je ultieme standaard?”

  • Als iemand zei: “De rede”, dan vroeg hij: “Waarom vertrouw je op de rede?”
  • Als iemand zei: “De wetenschap”, dan vroeg hij: “Waarom denk je dat de wetenschap de waarheid kan garanderen?”
  • Als iemand zei: “Mijn ervaring”, dan vroeg hij: “Waarom vertrouw je op jouw ervaring, maar niet op de mijne?”

Het punt was simpel: zonder God en Zijn Woord heeft niemand een solide fundament voor waarheid.

Nu, de meeste mensen beseffen niet eens dat ze een ultieme standaard hebben. Maar zodra je hen erop aanspreekt, wordt het interessant.

Cornelius Van Til (1895-1987) / Bron: Wikimedia Commons

Rede als maatstaf

📌 “Mijn standaard is de rede!” zeggen sommigen met een zekere intellectuele bravoure.

“O ja?” wordt dan de logische tegenvraag. “Waarom vertrouw je op de rede? Wat als jouw rationele vermogens beperkt of misleid zijn? Hoe weet je dat je denken betrouwbaar is?”

Want denk daar eens over na: als je rede de enige maatstaf is, dan moet je die rede gebruiken om te bewijzen dat je rede betrouwbaar is. Dat is cirkelredenering. En bovendien, als de menselijke rede ooit uit chaos, toeval en chemische processen is voortgekomen (zoals atheïsten vaak beweren), waarom zou je haar dan überhaupt vertrouwen?

Wetenschap als maatstaf

🔬 “Dan is mijn standaard de wetenschap!” klinkt het dan. “De wetenschap garandeert waarheid.”

“Is dat zo?” Want wetenschap werkt met waarneming en herhaling. Maar de fundamentele vraag is: waarom zou je denken dat de wereld begrijpelijk en geordend is? Waarom verwachten we bijvoorbeeld dat natuurwetten morgen nog steeds gelden?

In een puur materialistisch wereldbeeld—waar alles voortkomt uit toeval en chaos—heb je geen enkele basis om te vertrouwen op een stabiele, rationele werkelijkheid. De wetenschap kan observeren en beschrijven, maar ze kan zichzelf niet rechtvaardigen. Ze moet uitgaan van iets wat ze zelf niet kan bewijzen: namelijk dat de wereld ordelijk en consistent functioneert.

En raad eens? Dat is precies wat de Bijbel al eeuwenlang verklaart:

🔹 “In Hem worden alle dingen in stand gehouden.” (Kolossenzen 1:17)
🔹 “De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijn werk.” (Psalm 19:2)

De wetenschap kan ontdekken, maar zonder God kan ze de grondslagen van haar eigen bestaan niet verklaren.

Ervaring als maatstaf

👤 “Mijn standaard is mijn ervaring!” zegt iemand anders. “Ik weet wat ik heb meegemaakt, en dat is mijn waarheid.”

“Interessant,” komt het antwoord. “Maar waarom vertrouw je op jouw ervaring, en niet op die van een ander? Wat als iemand anders een totaal tegenovergestelde ervaring heeft? Wie heeft dan gelijk?”

Ervaringen zijn wisselvallig. Ze verschillen van persoon tot persoon, van cultuur tot cultuur. Als jouw gevoelens en ervaringen de ultieme norm zijn, dan is er geen absolute waarheid meer—alleen een subjectieve brei van “jij vindt dit, ik vind dat”.

En toch… iedereen leeft alsof waarheid echt is. Zelfs de meest extreme relativist protesteert als je onterecht zijn spullen afpakt of hem vals beschuldigt. Waarom? Omdat er diep vanbinnen een besef is dat waarheid buiten onszelf bestaat.

En die waarheid? Die is verankerd in Gods Woord.

Zonder God en Zijn Woord is er geen solide fundament

Dit is de kern. Dit is waar alles op neerkomt. Zonder God heeft niemand een objectieve, onwrikbare standaard voor waarheid.

  • Als je de rede als hoogste autoriteit neemt, val je in cirkelredenering.
  • Als je de wetenschap als hoogste autoriteit neemt, heb je geen basis om te verklaren waarom wetenschap überhaupt werkt.
  • Als je ervaring als hoogste autoriteit neemt, eindig je in radicaal subjectivisme.

Alleen God en Zijn Woord bieden een fundament dat buiten de mens zelf ligt, een standaard die onafhankelijk van onze emoties, cultuur en beperkte kennis blijft bestaan.

Waarom dit alles met sola scriptura te maken heeft

Dus wat heeft dit te maken met sola scriptura? Alles.

Sola scriptura is namelijk de presuppositionele basis van het christelijke geloof.

  • Je begint niet met de kerk als autoriteit.
  • Je begint niet met traditie als autoriteit.
  • Je begint niet met je eigen ratio als autoriteit.
  • Je begint niet met gevoelens als autoriteit.

Je begint met Gods Woord.

En let op: je verdedigt de Schrift niet op basis van externe bronnen. Je verdedigt de Schrift op basis van wat de Schrift zelf zegt.

🔄 “Ja maar,” zegt iemand, “dat is circulair redeneren!”

Tuurlijk. Maar dat is altijd zo bij ultieme autoriteiten. Vraag een wetenschapper waarom hij wetenschap vertrouwt, en hij zal zeggen: “Omdat het werkt.” Vraag een filosoof waarom hij de logica als basis neemt, en hij zal zeggen: “Omdat het logisch is.”

Iedereen redeneert uiteindelijk cirkelvormig. De enige vraag is: is jouw cirkel gebouwd op iets onfeilbaars of niet?

De aanval op sola scriptura: wie bepaalt de waarheid?

Waarom is dit belangrijk? Omdat dit de kern is van de strijd. Dit is waar de aanval op sola scriptura écht om draait.

  • De vraag is niet alleen: “Is de Bijbel waar?”
  • De vraag is: “Wie bepaalt waarheid?”

Als het antwoord iets anders is dan God en Zijn Woord, dan zit je in de problemen.

  • Rome zegt: “De kerk bepaalt.”
  • De moderne theoloog zegt: “Mijn redenering bepaalt.”
  • De postmoderne denker zegt: “Iedereen bepaalt z’n eigen waarheid.”

Maar de Bijbel zegt: “Gods Woord is waarheid.” (Johannes 17:17)

En als dat zo is, dan kan sola scriptura nooit een kwestie zijn van “één optie tussen vele.” Het is de enige optie.

Als Gods Woord werkelijk de ultieme, onfeilbare openbaring is, dan is sola scriptura geen optie, maar een onontkoombare noodzaak. Het is absurd te denken dat de Bijbel Gods Woord is, maar dat menselijke traditie, gevoelens of kerkelijke instanties evenveel of zelfs méér gezag zouden hebben. Zodra je naast de Schrift een tweede autoriteit plaatst, vervang je het absolute door het feilbare en zet je de deur open voor willekeur en misleiding. Gods Woord is óf de enige ultieme norm, óf het is niets meer dan een religieuze handleiding die onderhevig is aan menselijke interpretatie en correctie. Er is geen neutraal midden. Sola scriptura is niet zomaar een theologische stelling, het is de enige manier om trouw te blijven aan Gods eigen spreken, zonder de waarheid te laten verdampen in menselijke speculatie. De Schrift staat alleen—of ze staat helemaal niet.

Pauselijke onfeilbaarheid versus sola scriptura: Wie heeft het laatste woord?

De Rooms-Katholieke Kerk stelt dat de paus onfeilbaar is wanneer hij ex cathedra—officieel en plechtig—een bindende leeruitspraak doet over geloof en moraal, zoals vastgelegd in Pastor Aeternus (1870). Dit betekent dat menselijke interpretatie naast, en in de praktijk vaak boven, de Schrift wordt geplaatst. Maar hier stuiten we op een fundamenteel probleem: als de paus echt onfeilbaar zou zijn, dan betekent dit dat Gods openbaring niet afdoende is zonder menselijke bevestiging. Dit is een directe aanval op sola scriptura, want zodra een externe autoriteit de Schrift aanvult of corrigeert, is de Schrift niet langer de ultieme norm. De vraag is dan niet of de paus zichzelf als onfeilbaar beschouwt, maar of God ooit een mens deze status heeft gegeven. De Bijbel zegt daar niets over. Integendeel, Jezus waarschuwt expliciet voor menselijke tradities die het Woord van God krachteloos maken (Markus 7:13).

Vanuit een presuppositionalistisch perspectief is dit niet slechts een theologische misvatting, maar een fundamenteel wereldbeeldconflict. Sola scriptura begint bij de vooronderstelling dat God soeverein is en Zijn Woord volkomen toereikend. Rome daarentegen vertrekt vanuit een andere presuppositie: dat God Zijn Kerk een levende, onfeilbare leermeester heeft gegeven in de paus. Dit betekent dat ultiem gezag niet langer in Gods geopenbaarde Woord ligt, maar in een instituut dat zichzelf boven de Schrift stelt. Maar zodra je dat accepteert, heb je geen objectieve norm meer—alle waarheid wordt afhankelijk van menselijke interpretatie. Dit is precies waarom Luther de lijn trok: “Concilies en pausen hebben vaak gefaald en zichzelf tegengesproken.” En dat is niet slechts een historische observatie, maar een logisch gevolg van een autoriteitssysteem dat niet in de Schrift is verankerd. Zonder sola scriptura wordt waarheid flexibel, buigzaam en afhankelijk van wie op de troon zit. Maar waarheid is niet fluïde—waarheid is geopenbaard, vastgelegd, en onwrikbaar in Gods Woord.

Paus Franciscus in 2013 / Bron: Wikimedia Commons

Waarom niet ‘naast’, maar ‘boven’ de Schrift?

Sommigen beweren dat de Rooms-Katholieke Kerk de paus en kerkelijke traditie naast de Schrift plaatst, niet erboven. Dit klinkt misschien redelijk, maar in de praktijk werkt het heel anders. Zodra er twee ultieme autoriteiten naast elkaar bestaan, zal er vroeg of laat een botsing ontstaan. De vraag is dan: wie heeft het laatste woord?

Als de paus, concilies en traditie werkelijk slechts naast de Schrift stonden, dan zouden ze zich er volledig aan onderwerpen. Maar dat is niet het geval. In de Rooms-Katholieke leer heeft de Kerk het exclusieve recht om de Schrift gezaghebbend te interpreteren (Dei Verbum, II, 10). Dit betekent dat de Schrift alleen bindend is binnen de uitleg van de Kerk, en dat niemand buiten de Kerk de vrijheid heeft om de Bijbel zelfstandig te begrijpen zonder de goedkeuring van haar leergezag.

📌 Praktisch voorbeeld:

  • De Bijbel leert nergens expliciet over Maria’s Onbevlekte Ontvangenis of haar Tenhemelopneming. Toch zijn deze dogma’s door de Kerk bindend verklaard. Een katholiek die deze uitspraken verwerpt, verwerpt daarmee het gezag van de Kerk—zelfs als de Schrift hier niets over zegt.
  • Wanneer de Schrift en kerkelijke traditie botsen (bijv. de aanbidding van Maria of de rol van de paus), is het niet de Bijbel die beslist, maar de Kerk. De traditie ‘vult aan’ wat in de Schrift ontbreekt en krijgt daarmee feitelijk het laatste woord.

Zodra een instituut zichzelf het recht geeft om de Schrift te interpreteren op een manier die bindend is voor alle gelovigen, zonder mogelijkheid tot correctie door de Schrift zelf, staat dat instituut boven de Schrift, niet ernaast. In plaats van de Schrift als hoogste norm te zien, wordt zij ondergeschikt gemaakt aan kerkelijke interpretatie.

Waarom mag de Kerk niet door de Schrift gecorrigeerd worden?

De Rooms-Katholieke Kerk stelt dat de Schrift alleen correct geïnterpreteerd kan worden binnen de Kerk en onder haar gezag. Volgens de katholieke leer is de Kerk de bewaker én officiële uitlegger van de Bijbel, omdat zij beweert dat zij de Schrift heeft vastgesteld en haar autoriteit verleent. Dit is vastgelegd in documenten zoals Dei Verbum (II, 10) van het Tweede Vaticaans Concilie, waar staat dat de Kerk alleen de “juiste interpretatie” kan geven.

Dit betekent in de praktijk dat wanneer kerkelijke traditie of pauselijke uitspraken een bepaalde leer verkondigen, niemand de vrijheid heeft om de Schrift te gebruiken om die leer gezaghebbend te corrigeren. De Kerk beschouwt haar interpretatie als definitief en bindend, wat impliceert dat de Schrift niet mag worden gebruikt om de Kerk ter verantwoording te roepen.

⚡Hier zit het fundamentele probleem: als een menselijke instantie de enige ‘geldige’ uitlegger is, dan kan de Schrift nooit haar eigen gezag uitoefenen tegen die instantie. Dit ondermijnt sola scriptura, want zodra de Kerk zichzelf de exclusieve interpretatiemacht toekent, heeft zij in de praktijk het hoogste gezag—en staat de Schrift niet naast, maar onder haar.

Ligt de interpretatiemacht bij niet-katholieken dan niet bij de individuele gelovige?

Een veelgehoorde tegenwerping is dat, als de Katholieke Kerk claimt de enige juiste uitlegger van de Schrift te zijn, protestanten in feite hetzelfde doen—maar dan op individueel niveau. Betekent sola scriptura niet dat iedereen zomaar zijn eigen interpretatie mag hebben, zonder autoritatieve leiding?

Het verschil is fundamenteel. Sola scriptura betekent niet dat iedereen de Bijbel volledig subjectief mag interpreteren naar eigen voorkeur. Het betekent dat de Schrift zichzelf uitlegt en de ultieme norm is waaraan interpretaties getoetst moeten worden. In plaats van een centrale, menselijke instantie (zoals de paus of een kerkelijke hiërarchie) die de enige geldige uitleg claimt, stelt sola scriptura dat de Bijbel zelf de standaard is en dat elke interpretatie onderworpen moet worden aan de Schrift.

📌 Wat is het probleem met de katholieke positie?
De Rooms-Katholieke Kerk claimt niet alleen dat zij de Schrift correct interpreteert, maar dat niemand buiten haar die autoriteit heeft. Dit betekent dat als haar interpretatie in strijd is met wat de Schrift feitelijk zegt, er geen mogelijkheid is om haar op basis van de Schrift te corrigeren. De Kerk wordt dan niet beoordeeld door de Schrift, maar de Schrift wordt gefilterd door de Kerk.

📌 Hoe werkt dit bij protestanten?
Binnen het protestantisme wordt Bijbelinterpretatie getoetst aan de Schrift zelf. Dit betekent dat kerken, predikers en theologen niet onfeilbaar zijn, en dat hun uitleg altijd vergeleken moet worden met wat Gods Woord daadwerkelijk zegt. Sola scriptura moedigt niet aan tot radicale individualistische interpretatie, maar tot een onderwerping aan de Schrift boven alles—ook boven tradities, persoonlijke gevoelens en kerkleiders.

📖 Handelingen 17:11
“Deze [de Bereeërs] onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of deze dingen zo waren.”

Zelfs toen Paulus predikte, werd zijn boodschap getoetst aan de Schrift. Dat is het model dat sola scriptura voorstaat: niet een onfeilbare menselijke instantie die alle interpretatie claimt, maar een voortdurende toetsing aan het Woord van God zelf.

👉Conclusie:
Bij katholieken is de Kerk de ultieme interpretator, waardoor de Schrift uiteindelijk onderworpen wordt aan menselijke autoriteit. Bij protestanten is de Schrift zelf de ultieme norm, en alle menselijke interpretatie—ook die van individuen—moet eraan getoetst worden. Het verschil is dus niet of mensen interpreteren, maar of die interpretaties door de Schrift gecorrigeerd mogen worden.

De Onbevlekte Ontvangenis, geschilderd in 1628-29 door Peter Paul Rubens (Museo Nacional del Prado, Madrid) / Bron; Wikimedia Commons

De Bijbel is volkomen toereikend: Wat zegt de Schrift zelf?

Als sola scriptura waar is, dan moet de Bijbel zelf verklaren dat hij volkomen toereikend is—en dat doet hij. De Schrift is niet slechts een verzameling spirituele wijsheden, maar de ultieme, complete openbaring van God, voldoende om de mens alles te geven wat nodig is voor geloof en leven.

📖 2 Timotheüs 3:16-17
“Al de Schrift is door God ingegeven en nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.”

👉 Hier staat niet dat de Schrift gedeeltelijk nuttig is of dat er nog een kerkelijke autoriteit bij moet om het compleet te maken. Nee, Gods Woord maakt de gelovige volmaakt en volkomen toegerust. Als de paus of kerkelijke traditie noodzakelijk waren als aanvullende autoriteit, dan zou deze tekst dat moeten aangeven—maar dat doet hij niet.

📖 Psalm 19:7-8
“De wet des HEEREN is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, zij geeft de eenvoudigen wijsheid. De bevelen des HEEREN zijn recht, zij verblijden het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, het verlicht de ogen.”

👉 Volmaakt. Gewis. Zuiver. Recht. Nergens wordt gesuggereerd dat de Schrift aangevuld moet worden door een menselijke instantie. Het Woord zelf is compleet en krachtig.

📖 Johannes 17:17
“Heilig hen door Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid.”

👉 Jezus Zelf noemt Gods Woord dé waarheid. Niet “een deel van de waarheid die de kerk verder moet aanvullen”, maar de ultieme norm voor heiliging en geloof.

📖 Handelingen 20:27
“Want ik heb niet nagelaten u al de raad van God te verkondigen.”

👉 Paulus zegt hier dat hij de volle raad van God heeft verkondigd. Hoe zou dat kunnen als er nog een pauselijke autoriteit nodig was om essentiële doctrines later vast te stellen?

📖 Judas 3
“Strijdt voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is.”

👉 Eenmaal overgeleverd. Niet “voortdurend uitgebreid door kerkelijke tradities en concilies”. Dit vers toont aan dat de leer van Christus en de apostelen al compleet was in de eerste eeuw.

De Schrift als ultieme norm

De Bijbel claimt dus zelf dat hij voldoende is, volmaakt, waarheid, en de volledige raad van God bevat. Er is geen ruimte voor een extra “onfeilbare” autoriteit zoals een paus of traditie die de Schrift aanvult of overstijgt.

Wie dus beweert dat de kerk noodzakelijk is als onfeilbare uitlegger van de Schrift, stelt zich direct op tegen wat de Schrift zelf over haar toereikendheid zegt. De keuze is simpel: vertrouw je op wat Gods Woord over zichzelf zegt, of op wat mensen eraan proberen toe te voegen?

De Bijbel als ultieme maatstaf / Bron: Freepik

Weerlegging van de belangrijkste tegenwerpingen

Je kent het wel. Je zit in een gesprek, iemand begint over geloof, en vroeg of laat komt het: “Ja maar, sola scriptura kan niet kloppen, want…” Vervolgens volgt een argument dat klinkt alsof het rechtstreeks uit een apologetiekboek van de Rooms-Katholieke Kerk of een vrijzinnig theoloog komt.

Laat één ding helder zijn: sola scriptura is niet een ideetje dat je even omver blaast met een oppervlakkig tegenargument. Het is niet een huis van kaarten dat in elkaar zakt zodra iemand ertegenaan blaast. En net zoals je een rots niet wegblaast met een rietje, veeg je sola scriptura niet van tafel met een paar one-liners.

Maar goed, laten we de tegenwerpingen eens onder de loep nemen.

“De Bijbel is onduidelijk, dus we hebben een kerkelijke autoriteit nodig”

Ah, de ‘Bijbel is zo moeilijk’-kaart. Klinkt bekend? Dit argument zegt eigenlijk: “We kunnen de Schrift niet zelf begrijpen, dus we hebben een kerk of een paus nodig die dat voor ons doet.”

Klinkt nobel, maar het probleem is simpel: de Bijbel zelf zegt iets anders.

  • Psalm 119:105“Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.”
  • 2 Timotheüs 3:16-17“De Schrift is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.”

Dus wacht even. De Schrift is een licht. De Schrift maakt de mens Gods volkomen toegerust. En dan zou de Bijbel ineens zo mysterieus en duister zijn dat we een onfeilbare menselijke instantie nodig hebben om ons te vertellen wat hij betekent?

Niet bepaald logisch.

Bovendien: als de Schrift echt zo obscuur zou zijn, hoe wist Jezus dan dat Hij Zijn toehoorders kon aanspreken met de woorden “Hebt gij niet gelezen?” (Mattheüs 22:31) en “Er staat geschreven…” (Mattheüs 4:4)?

Als de Bijbel een gesloten boek was zonder autoritatieve betekenis, dan was dit een totaal zinloze manier van communiceren.

Dus nee. De Bijbel is duidelijk genoeg in de zaken die ertoe doen.

“De kerk heeft de Bijbel vastgesteld, dus de kerk is de autoriteit”

Dit is een klassieker. Het idee is simpel: de kerk bepaalde de canon, dus de kerk is boven de Schrift.

Drie dingen hier.

Eén: De kerk stelde de canon niet vast, maar herkende welke boeken al door God geïnspireerd waren. Net zoals een meteoroloog het weer niet creëert, maar beschrijft, zo was de kerk niet de maker van de canon, maar de erkener ervan.

Twee: De canon bestond al voordat er een officieel kerkelijk concilie over sprak. De vroege christenen citeerden de Schrift al ruim vóórdat de kerkelijke instanties zich erover bogen.

Drie: Als de kerk werkelijk boven de Schrift zou staan omdat zij de canon ‘heeft vastgesteld’, dan zou dat betekenen dat een menselijke instantie de autoriteit heeft om te beslissen wat Gods Woord is en wat niet. Maar de Bijbel zelf laat zien dat God Zijn Woord bepaalt, niet mensen (2 Petrus 1:20-21: “Geen enkele profetie van de Schrift is van eigen uitlegging, want de profetie is voortgebracht doordat mensen van God gesproken hebben, gedreven door de Heilige Geest.”). De kerk functioneerde als een dienaar van de openbaring, niet als haar schepper. Als iemand een schat ontdekt en catalogiseert, betekent dat niet dat hij die schat heeft gemaakt—hij heeft haar slechts erkend. De Schrift had dus al autoriteit vóór de kerk haar canoniseerde, omdat haar autoriteit voortkomt uit God, niet uit kerkelijke bevestiging.

“Sola scriptura leidt tot verdeeldheid”

Ja, mensen raken mensen verdeeld over Bijbelse interpretatie. Maar vraag jezelf eens af: ligt dat aan de Schrift, of ligt dat aan de mensen?

Laten we dit doortrekken. Stel, iemand negeert verkeersborden en rijdt dwars door rood. Zeggen we dan: “Zie je wel! Verkeersregels leiden tot chaos!”?

Natuurlijk niet. Het probleem is niet dat de Bijbel verdeeldheid veroorzaakt. Het probleem is zondige mensen die weigeren de Schrift correct te hanteren.

  • 1 Korinthe 14:33“God is geen God van wanorde, maar van vrede.”
  • 2 Petrus 3:16“In [Paulus’ brieven] zijn sommige dingen zwaar om te verstaan, die de onwetenden en onvaste mensen verdraaien, zoals ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf.”

Wat is de oorzaak van verkeerde interpretatie? Onwetendheid en onvastheid, niet het gebrek aan een kerkelijke superstructuur.

Dat mensen de Bijbel verkeerd hanteren, betekent niet dat de Bijbel zelf het probleem is.

“Sola scriptura staat niet in de Bijbel”

Ah, de ironie. Dit argument probeert sola scriptura te verwerpen op basis van sola scriptura.

De vraag is: “Moet een Bijbels principe expliciet in de Bijbel genoemd worden om waar te zijn?”

  • De Drie-eenheid staat nergens expliciet genoemd, maar is toch Bijbels.
  • De alwetendheid van God wordt niet in één letterlijke zin geformuleerd, maar is toch Bijbels.

Daarbij, als je echt wilt weten waar sola scriptura in de Bijbel staat, hoef je niet ver te zoeken:

  • Jesaja 8:20“Tot de wet en de getuigenis! Indien zij niet spreken naar dit woord, dan is het omdat er geen licht in hen is.”
  • Handelingen 17:11 – De Bereeërs werden geprezen omdat ze de prediking van Paulus toetsten aan de Schrift.

Met andere woorden: de norm was altijd al de Schrift. Geen enkele profeet, geen enkele apostel, geen enkele prediker kreeg een vrijstelling om buiten de Bijbel om waarheid te definiëren.

Slotgedachte: Wie heeft écht het laatste woord?

Deze hele discussie draait om gezag. Niet alleen de vraag: “Is de Bijbel waar?”—maar een fundamentelere vraag: “Wie bepaalt waarheid?”

Als sola scriptura niet je uitgangspunt is, dan moet iets anders dat vacuüm opvullen. En dan kom je onvermijdelijk bij een menselijke autoriteit terecht:

  • Menselijke traditie? Dan moet je bepalen welke traditie, en waarom die meer gezag heeft dan een andere.
  • Persoonlijke ervaring? Dan is waarheid afhankelijk van gevoelens, die veranderen zoals de wind waait.
  • Kerkelijke structuren? Dan blijft de vraag: welke? En hoe bepaal je welke kerk het ultieme gezag heeft?

Als de Schrift niet de hoogste norm is, dan zijn mensen dat—en zodra mensen de touwtjes in handen krijgen, wordt waarheid buigzaam, manipulatief en afhankelijk van wie de macht heeft.

Dus de volgende keer dat iemand beweert: “Ja maar, sola scriptura is niet houdbaar,” stel dan één simpele, onontkoombare vraag:

“Wat is je alternatief? En wie garandeert dat dát onfeilbaar is?”

Want dát is de vraag die alles blootlegt. Er is geen neutraal midden. Of je bouwt op Gods Woord, of je drijft op menselijk drijfzand.

Praktische toepassing: Hoe leeft een christen volgens sola scriptura?

Goed, je hebt de theologie op een rijtje. Je weet dat sola scriptura geen verzinsel is, maar een fundamentele waarheid. Je hebt de geschiedenis gezien—hoe de vroege kerk erop vertrouwde, hoe het werd losgelaten, en hoe de Reformatie het terugbracht. Je hebt de tegenwerpingen doorgeploegd en ontdekt dat ze stuk voor stuk neerkomen op: “Ja maar, ik wil een andere autoriteit dan Gods Woord.”

Maar nu komt de echte vraag: wat betekent dit voor je dagelijks leven?

Want eerlijk is eerlijk, als sola scriptura alleen een theoretisch concept blijft, dan wordt het een mooi theologisch snuisterijtje—leuk om over te praten, maar zonder impact op hoe je leeft.

En dat, beste lezer, is precies niet de bedoeling.

Laten we dus de mouwen opstropen en kijken hoe sola scriptura je leven daadwerkelijk vormgeeft.

De Bijbel is geen decorstuk

Kijk, iedereen kent die ene Bijbel die ergens in huis ligt, netjes op de kast of tafel, open op Psalm 23 of Matteüs 6. Stof erop. Bladeren zo onaangeroerd dat ze nog als nieuw knisperen.

Als sola scriptura waar is, dan betekent dat maar één ding: je leeft uit het Woord.

Niet als een decorstuk. Niet als een accessoire voor de zondag. Niet als een boek dat je erbij pakt als je je even vroom voelt. Maar als de dagelijkse autoriteit in je leven.

  • Wanneer je vragen hebt over Gods wil? → Niet naar zelfhulpboeken, maar naar de Schrift.
  • Wanneer iemand je een mooie filosofie verkoopt? → Niet zomaar slikken, maar toetsen aan de Schrift.
  • Wanneer de cultuur je vertelt wat ‘normaal’ is? → Niet klakkeloos meebewegen, maar checken: “Is dit in lijn met Gods Woord?”

Sola scriptura betekent: de Bijbel is de eerste, tweede en derde raadgever.

Niet je gevoel. Niet de meerderheid. Niet de laatste bestseller van een christelijke influencer.

Schrift-met-Schrift vergelijken: Laat de Bijbel zichzelf uitleggen

Soms hoor je mensen zeggen: “Maar iedereen heeft een andere interpretatie van de Bijbel!” Alsof de Schrift een soort theologische Rorschachtest is—je kijkt ernaar en ziet wat je wilt zien.

Maar zo werkt het niet.

Sola scriptura betekent niet alleen dat je de Bijbel als enige autoriteit hebt, maar ook dat de Bijbel zichzelf uitlegt.

  • Duidelijke teksten verhelderen moeilijke teksten.
  • Context bepaalt de betekenis.
  • Het geheel van de Schrift vormt een consistent verhaal.

Neem bijvoorbeeld Jakobus 2:24: “Een mens wordt gerechtvaardigd uit werken en niet alleen uit geloof.”

Klinkt tegenstrijdig met Paulus, toch? Totdat je de context bekijkt. Jakobus spreekt over het bewijs van geloof, niet over de basis van rechtvaardiging. En hoe weten we dat? Omdat de rest van de Bijbel dat laat zien.

Dit betekent ook dat sola scriptura niet betekent dat je zomaar een vers uit z’n context mag trekken en er je eigen draai aan mag geven. Dat is geen sola scriptura, dat is sola meum sententia—”alleen mijn mening.”

Dus: wees een Bereeër (Handelingen 17:11). Onderzoek. Vergelijk. Gebruik de Schrift om de Schrift uit te leggen.

De Bijbel boven traditie, ook als dat oncomfortabel is

Traditie is hardnekkig. Mensen houden ervan. En laten we eerlijk zijn, tradities kunnen waardevol zijn. Maar zodra een traditie tegen de Schrift ingaat, is er maar één optie: de Schrift volgt men, de traditie laat men los.

Dit is waar veel mensen struikelen. Want soms betekent sola scriptura dat je iets moet loslaten wat je altijd hebt geloofd.

  • Misschien ontdekte je dat sommige kerkelijke gebruiken totaal geen Bijbelse basis hebben.
  • Misschien kwam je erachter dat een favoriete prediker een gewoonte heeft om de Bijbel verkeerd toe te passen.
  • Misschien realiseerde je je dat bepaalde culturele normen totaal niet in lijn zijn met Gods Woord.

Wat doe je dan?

Dit is het moment waarop blijkt of sola scriptura voor jou theorie of praktijk is.

Want een echte liefhebber van Gods Woord zegt dan: “Het doet misschien pijn, maar ik kies voor de Schrift.”

Een levensstijl van toetsen

Sola scriptura is geen eenmalige beslissing. Het is een levenshouding. Een continue staat van toetsen.

Toets alles. Letterlijk alles.

  • Wat je voorganger zegt.
  • Wat je favoriete christelijke auteur schrijft.
  • Wat je eigen hart je influistert.

1 Johannes 4:1 – “Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn.”

Dit is nodig omdat leugens zich niet aankondigen met sirenes en waarschuwingslichten. Ze komen subtiel binnen. Ze vermommen zich.

Een theologie die vijf graden afwijkt, lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo erg. Maar na een paar jaar ben je in een compleet andere richting aan het varen.

Dus check alles aan het Woord.

Als iets niet strookt met de Schrift? Exit. Geen excuses.

De Schrift als je wapen en schild

In Efeze 6 wordt de Bijbel het zwaard van de Geest genoemd. Niet voor niets.

Een christen die leeft volgens sola scriptura heeft een wapen in de strijd. Wanneer de vijand komt met misleiding, twijfel, verleiding—wat doe je dan? Je trekt het Woord.

  • Twijfel over je redding? → Romeinen 8:1: “Zo is er dan nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn.”
  • Aanval op de waarheid van het evangelie? → Galaten 1:8: “Indien iemand u een ander evangelie verkondigt dan hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.”
  • Strijd met zonde? → Psalm 119:11: “Ik heb Uw woord in mijn hart geborgen, opdat ik tegen U niet zondige.”

Sola scriptura betekent dat je de Schrift niet alleen als gids ziet, maar ook als een schild tegen leugens.

De duivel verdraait het Woord (zie hoe hij Jezus probeerde te misleiden in Mattheüs 4). Maar een christen die geworteld is in de Schrift? Die trapt daar niet in.

Slotgedachte: sola scriptura is een levenshouding

Dit is de kern: sola scriptura is geen intellectuele oefening. Het is een levensstijl.

  • Het betekent dat je niet afgaat op menselijke mening, maar op Gods Woord.
  • Het betekent dat je geworteld bent in de Schrift, niet in trends of gevoelens.
  • Het betekent dat je bereid bent om alles te toetsen en het Woord als hoogste autoriteit te nemen.

Dit is geen lichte zaak. Dit is niet optioneel. Dit is de kern van discipelschap.

Dus vraag jezelf af: Leef jij echt volgens sola scriptura?

Of is de Bijbel voor jou een boek naast andere autoriteiten?

Jezus zei: “Een ieder dan die deze Mijn woorden hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots bouwde.” (Mattheüs 7:24)

Bouw jij op die rots? Of is er nog zand in je fundament?

Conclusie: Waarom sola scriptura essentieel is voor het christelijk geloof

Het is zover. We hebben de geschiedenis doorgewandeld, de theologische fundamenten blootgelegd, de tegenwerpingen weerlegd en gekeken hoe sola scriptura je dagelijkse leven beïnvloedt. Dus nu komt de hamvraag: waarom is dit zo belangrijk?

Waarom is sola scriptura niet gewoon een reformatorische leus, een historisch relikwie, een theologisch randonderwerp?

Omdat het de kern van alles raakt.

Omdat zonder sola scriptura je geloof los zand is.

Omdat als de Schrift niet de enige onfeilbare norm is, iets anders dat wél is. En zodra dat “iets anders” op de troon zit—of dat nu kerkelijke traditie, menselijke rede of persoonlijke ervaring is—dan is de deur open voor dwaalleer, manipulatie en het afglijden in wat de Schrift zelf “holle filosofie” noemt (Kolossenzen 2:8).

Dit is geen bijzaak. Dit is de kern van alles.

De Bijbel als Rots in een wereld van zandkastelen

Kijk om je heen. Kijk naar de staat van de kerk vandaag. Overal zie je chaos. Dogma’s worden ingeruild voor pragmatisme. Schriftuurlijke waarheid maakt plaats voor sentiment. En men plakt er een “Gods Geest leidt ons”-sticker op, alsof dat een vrijbrief is om de Schrift los te laten.

  • Predikers verkondigen “je beste leven nu” in plaats van “Jezus Christus, en Dien gekruisigd”.
  • Kerken zwichten onder de druk van de cultuur in plaats van standvastig te blijven op het Woord.
  • Christenen laten zich leiden door emoties en trends, in plaats van door “Er staat geschreven…”

Waarom?

Omdat sola scriptura is ingeruild voor sola hoe-we-ons-voelen-vandaag.

Maar de waarheid verandert niet. De Schrift is een rots. En wie daarop bouwt, staat stevig, wat er ook gebeurt.

Efeze 4:14 zegt het treffend:

“Opdat wij niet meer zijn als kleine kinderen, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen, door hun sluwe verleidingen tot dwaling.”

Zie je het beeld? Zonder de Schrift als ultieme norm word je heen en weer geslingerd, alsof je op een wrakke boot zonder kompas zit.

Sola scriptura is het anker.

Your Best Life Now / Bron: Wikimedia Commons

De les van de geschiedenis: dwaalleer begint waar sola scriptura ophoudt

Pak een willekeurig kerkgeschiedenisboek en blader terug naar de momenten waarop de kerk het meest afweek van de waarheid. Wat zie je?

📜 De Middeleeuwen: Traditie nam de plaats in van de Schrift. Resultaat? Aflaten, heiligenverering, de mis als offer, en een verduisterd evangelie waarin genade werd verhandeld in plaats van vrij geschonken.

🧠 Liberale theologie in de 19e eeuw: De menselijke rede werd de hoogste autoriteit. Resultaat? De opstanding werd een ‘metafoor’, wonderen werden ‘poëtische overdrijvingen’, en uiteindelijk bleef er een geloof zonder Christus over—een religie van ethiek zonder bovennatuurlijke kracht.

🌈 De moderne kerk: Persoonlijke ervaring wordt de norm. Resultaat? Woorden als ‘zonde’, ‘bekering’ en ‘heiliging’ verdwijnen. Evolutieleer wordt omarmd als ‘compatibel’ met Genesis, LHBTI+ wordt gevierd als ‘inclusieve liefde’, en vrouwen in het ambt worden gepresenteerd als ‘bijbelse vooruitgang’. Maar hoe meer men zich aanpast aan de cultuur, hoe meer het evangelie verwatert tot een soft, therapeutisch verhaal zonder heiligheid, zonder waarheid, zonder kracht.

Zie het patroon?

Elke keer dat een andere autoriteit de plaats van de Schrift inneemt, glijdt men af. Dat is geen toeval.

De duivel hoeft niet eens direct te zeggen: “De Bijbel is niet waar.” Het is veel subtieler. Hij zegt:

  • “De Bijbel is waar, maar niet genoeg.”
  • “De Bijbel is een gids, maar traditie moet je ook volgen.”
  • “De Bijbel is belangrijk, maar God spreekt ook via je gevoel.”

En zodra die deur op een kier staat, komt de rest vanzelf binnen.

Daarom is sola scriptura geen kwestie van ‘een bepaalde theologische visie’. Het is de vraag of je überhaupt een vast fundament hebt.

Sola scriptura is een zaak van gehoorzaamheid

Sommige mensen behandelen sola scriptura alsof het een intellectueel debat is. Alsof je aan tafel kunt gaan zitten, argumenten kunt uitwisselen en het daarbij kunt laten.

Maar dat is het niet.

Dit is een kwestie van gehoorzaamheid aan Christus.

Jezus zelf zei:

  • “Waarom noemt gij Mij Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg?” (Lukas 6:46)

Wat zegt Hij?

  • Johannes 17:17“Uw Woord is de waarheid.”
  • Mattheüs 4:4“De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.”
  • Johannes 8:31“Indien gij in Mijn woord blijft, zijt gij waarlijk Mijn discipelen.”

Dit is het hart van discipelschap. Niet alleen zeggen “Heere, Heere,” maar blijven in Zijn Woord.

Dus, als je Christus als Heere belijdt, dan betekent dat dat je Zijn Woord als ultieme norm neemt.

Niet als één bron onder velen. Niet als een mooie aanvulling. Als het absolute gezag.

De praktische oproep: Wat ga jij doen?

Nu komt de echte test.

Je hebt nu alles gelezen. Je begrijpt waarom sola scriptura niet optioneel is. Maar de vraag blijft: Wat doe je ermee?

  • Ga je de Bijbel zien als de enige onfeilbare norm, of blijft er toch ruimte voor andere autoriteiten?
  • Ga je elk theologisch idee toetsen aan de Schrift, of blijf je vertrouwen op ‘wat de kerk altijd geleerd heeft’?
  • Ga je Gods Woord gehoorzamen, ook als het ingaat tegen wat de cultuur (of je eigen hart) zegt?

Jakobus 1:22 zegt:

“En weest daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelf met valse overlegging bedriegende.”

Sola scriptura betekent doen wat God zegt. Niet alleen erkennen dat de Bijbel belangrijk is, maar er ook naar leven.

Daar ligt de uitdaging. Daar ligt de oproep.

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.