Os Guinness over de toekomst van het Westen: verval of hernieuwing?

Last Updated on 18 maart 2025 by M.G. Sulman

Het Westen bevindt zich op een kritiek punt in de geschiedenis: worstelend met morele verwarring, ideologische strijd en een groeiend gevoel van richtingloosheid. In zijn krachtige lezing tijdens ARC 2025 waarschuwde Os Guinness dat het seculier humanisme gefaald heeft en dat een culturele en spirituele hernieuwing onmisbaar is om de beschaving te redden. Volgens Guinness heeft de mens drie essentiële dingen nodig – betekenis, verbondenheid en doel – en geen enkele traditie biedt diepere antwoorden dan het christelijk geloof, geworteld in het jodendom. Dit artikel onderzoekt hoe de fundamenten van het Westen onder druk staan, welke krachten haar ondermijnen en, belangrijker nog, hoe het herstel mogelijk is. De keuze is helder: verder afglijden in decadentie of opnieuw bouwen aan een beschaving met vaste waarden, moed en een hernieuwde geestelijke ruggengraat.

Inhoud

Het Westen op een kruispunt

Wie een huis verwaarloost, hoeft niet verrast te zijn als de muren gaan scheuren en het dak begint te lekken. Zo gaat het ook met een beschaving. Wat ooit stevig stond, kan langzaam afbrokkelen als men vergeet waarom het überhaupt gebouwd werd. En daar bevindt het Westen zich nu: krakend onder de last van zelftwijfel, morele verwarring en een diepgeworteld onvermogen om te verdedigen wat haar groot maakte.

Tijdens ARC 2025 hield Os Guinness, een dierbare vriend van de ARC-beweging, een krachtige lezing over precies dit thema. Zijn boodschap was even ontnuchterend als hoopvol: het Westen staat aan de rand van de afgrond, maar herstel is mogelijk. Alleen niet zonder een radicale culturele en spirituele hernieuwing.

Guinness waarschuwt dat seculier humanisme gefaald heeft. De belofte dat de mens zonder geloof zou kunnen floreren, blijkt een illusie. Het Westen mag dan materieel rijk zijn, het lijdt aan een diepe spirituele armoede. En die leegte laat zich niet opvullen met comfort, technologie of eindeloze politieke revoluties. De mens heeft meer nodig dan een volle bankrekening en onbeperkte keuzes. Hij heeft drie essentiële dingen nodig:

✅ Betekenis – een antwoord op de vraag: waarom ben ik hier? 
🤝 Verbondenheid – een gemeenschap die meer is dan een losse verzameling individuen. 
🎯 Doel – een richting, een hoger streven dat verder reikt dan persoonlijke bevrediging.

En waar vindt de mens deze antwoorden? Volgens Guinness is er geen diepere bron dan het christelijk geloof, geworteld in het jodendom. Het is die eeuwenoude traditie die het Westen niet alleen haar waarden gaf, maar ook haar vermogen om zich steeds weer te hernieuwen.

Het Westen heeft zijn ziel verkocht

Decennialang werd het Westen verteld dat geloof overbodig was. Dat morele principes prima zonder religie konden bestaan. Dat vooruitgang betekende dat men zich los moest maken van ‘oude verhalen’ en tradities. Het resultaat? Een cultuur waarin men alles in twijfel trekt, behalve de twijfel zelf.

Guinness ziet dit als een diepe vergissing. Het Westen werd groot door het geloof, niet ondanks. De kernwaarden – vrijheid, menselijke waardigheid, rechtvaardigheid – zijn niet zomaar uit het niets ontstaan. Ze zijn voortgekomen uit een visie op de mens als geschapen naar Gods beeld, met een intrinsieke waarde die niet afhankelijk is van sociale constructies of politieke ideologieën.

En nu? Nu worden die waarden uitgehold. Postmodern relativisme heeft waarheid tot een kwestie van mening gemaakt. Cultureel marxisme heeft de samenleving verdeeld in onderdrukkers en onderdrukten, waardoor gemeenschappelijke identiteit verdampt. Radicale ideologieën ondermijnen de structuren die de beschaving ooit stabiel hielden.

Men kan zichzelf blijven wijsmaken dat het Westen ‘evolueert’. Maar wat we zien, is geen evolutie. Het is ontbinding. En zoals de ouden zeiden: Men kan de rivier van de tijd niet tegenhouden, maar men kan wel besluiten of men haar stroomt of verdrinkt.

Tijd voor hernieuwing

Toch is Guinness geen doemdenker. Zijn boodschap is niet die van fatalisme, maar van herstel. Het Westen is nog niet verloren. Maar het zal zich moeten herpakken. Niet door nog meer politieke experimenten, nog meer breuken met het verleden, nog meer ideologische hersenspinsels. Nee, herstel begint bij een spirituele herontdekking.

Niet een ‘terugkeer’ naar een romantisch verleden, maar een herwaardering van de wortels van de beschaving. Want zonder wortels, geen groei. En zonder geloof, geen toekomst.

👉 De vraag die rest, is simpel: heeft het Westen nog de moed om zichzelf opnieuw uit te vinden?

Dat, beste lezer, is de keuze die voor ons ligt.

De broze fundamenten van het Westen

Er zijn van die momenten in de geschiedenis die als een blikseminslag de werkelijkheid blootleggen. 7 oktober 2023 was zo’n moment. De terroristische aanval van Hamas op Israël was geen ‘gewone’ gewelddaad, geen zoveelste conflict in het Midden-Oosten waar men in westerse salons de schouders over ophaalt. Het was een seismische schok die een diepere waarheid onthulde: de fragiele staat van de westerse beschaving. En, jazeker, fragiel is ze.

Os Guinness, een scherpe denker en een man met een feilloos oog voor de onderliggende krachten die samenlevingen vormen – en vernietigen – stelt dat wat hier gebeurde veel verder gaat dan Israël of Gaza. Dit is een clash van wereldbeelden. Een strijd tussen beschaving en barbarij, tussen orde en chaos, tussen een erfenis van vrijheid en een cocktail van ideologieën die erop uit lijken te zijn om de westerse wereld van binnenuit te ontwortelen. En dat, mes amis, is geen hyperbool.

Gewapende terroristen van Hamas bestormen de kibboets Alumim in het zuiden van Israël op 7 oktober 2023 / Bron: Wikimedia Commons

De aanval die verder reikt dan Israël

Voor velen kwam de aanval als een schok. “Hoe kan dit gebeuren?” vroegen nieuwslezers met gefronste wenkbrauwen. Maar voor wie al langer oplet, was dit geen donderslag bij heldere hemel. De kiemen van deze oorlog waren allang gezaaid, niet alleen in de loopgraven van Gaza, maar ook in de collegezalen van het Westen, in de politieke kringen van progressieve elites, in de ideologische netwerken die het denken van een generatie hebben gevormd.

Het is een ongemakkelijke waarheid: het Westen, ooit zo zeker van zichzelf, is moe. Vermoeid. Verward. Geen duidelijke principes, geen robuust moreel kompas. En in dat vacuüm duiken anderen op, met een radicale helderheid die juist zo aantrekkelijk is voor wie verloren is. De radicale islam heeft haar utopische kalifaat, de marxisten dromen van hun revolutie, en de postmodernen… ach, die ontkennen überhaupt dat er nog zoiets als waarheid bestaat. Tsja, wat kan daar nu misgaan?

Waarom raakt dit het Westen zo diep?

Goed, er is een aanval geweest. Gewelddadig, schokkend, gruwelijk – maar waarom raakt het de westerse wereld zo diep? Waarom schieten intellectuelen en opiniemakers direct in de defensieve kramp? Omdat de aanval, in zijn brute eenvoud, hen confronteert met een ongemakkelijke realiteit: het Westen is zijn zelfvertrouwen kwijt.

Vroeger – en dan spreken we over de tijd waarin men nog woorden als ‘deugdzaamheid’ en ‘eer’ in de mond nam zonder blikken of blozen – had het Westen een sterk narratief. Een overtuiging dat vrijheid, recht en menselijke waardigheid iets waard waren. Maar allengs, na decennia van postmoderne twijfelzucht, is dat narratief afgebrokkeld. Wat rest is een beschaving die vooral goed is in zelfkritiek, die zich constant excuseert, die liever buigt dan weerstand biedt.

En laten we eerlijk zijn: een beschaving die zichzelf niet langer verdedigt, is gedoemd te verdwijnen.

De paradox van de moderne vrijheid

Ergens in deze hele chaos schuilt een wrange ironie. Het Westen, met zijn vrijheid van meningsuiting, open debat, en tolerantie, heeft de perfecte voedingsbodem gecreëerd voor de ideologieën die haar willen vernietigen. In naam van tolerantie worden intolerante ideeën beschermd. In naam van diversiteit wordt kritiek het zwijgen opgelegd. In naam van rechtvaardigheid wordt wraak gerechtvaardigd, en wie zich niet aansluit bij de woede van de massa, wordt weggezet als medeplichtig. Wat ooit draaide om waarheid en balans, verschuift naar een systeem waarin vergelding wordt verpakt als morele superioriteit. Vergeving maakt plaats voor afrekening, dialoog wordt ingeruild voor cancelcultuur, en wie de verkeerde mening heeft, kan alles verliezen—niet door een eerlijk proces, maar door de genadeloze rechterstoel van de publieke opinie.

Kijk eens om je heen: universiteiten waar radicale stemmen zonder schroom oproepen tot de vernietiging van Israël, terwijl een tegengeluid direct wordt gesmoord onder beschuldigingen van ‘islamofobie’ of ‘koloniale overblijfselen’. Overheden die enerzijds waarschuwen voor radicalisering, maar anderzijds de ideologieën die eraan ten grondslag liggen omarmen in de naam van inclusie. Een academische wereld die trots de eigen cultuur ondermijnt, alsof dat een morele deugd is. Het Westen lijdt niet alleen aan intellectuele bloedarmoede, maar ook aan een vorm van beschavingsmasochisme.

En de rechtvaardigheid waar men zich op beroept? Die geldt steeds vaker alleen in één richting. Neem Engeland: een vrouw wordt gearresteerd voor het stil bidden in de buurt van een abortuskliniek. Geen protest, geen geroep, geen borden—alleen gebed. Maar dat is tegenwoordig al genoeg om door de politie te worden afgevoerd. Of neem de straatprediker die in Londen werd opgepakt omdat hij uit de Bijbel las over huwelijk en gender. De vrijheid om te geloven, om te spreken, om simpelweg een andere overtuiging te hebben dan de heersende norm, wordt steeds meer als een bedreiging gezien.

Het Westen beweert tolerant te zijn, maar die tolerantie is steeds vaker eenrichtingsverkeer. Vrijheid van meningsuiting is een illusie als bepaalde ideeën wel beschermd worden en andere worden bestempeld als ‘gevaarlijk’ of ‘schadelijk’. Democratische waarden worden vervangen door een nieuwe moraal, waarin rechtvaardigheid niet langer draait om waarheid en evenwicht, maar om wraak en onderdrukking van wie afwijkt. En als de basisprincipes van een beschaving worden ondermijnd door haar eigen instituties, is de vraag niet langer of ze zal vallen, maar wanneer.

Arrestaties in Engeland: wanneer bidden en Bijbellezen een misdaad wordt

De zaak van Isabel Vaughan-Spruce en David McConnell laat pijnlijk zien hoe het Verenigd Koninkrijk, ooit de bakermat van democratie en vrijheid van meningsuiting, zich steeds verder begeeft op het pad van een zachte dictatuur.

Vaughan-Spruce, een vreedzame pro-life activiste, werd gearresteerd in Birmingham simpelweg omdat ze stil stond te bidden in haar gedachten bij een abortuskliniek. Geen spandoek, geen leuzen, geen verstoring van de openbare orde—maar toch werd ze ondervraagd door de politie en meegenomen alsof ze een crimineel was. Haar ‘misdaad’? Denken op de verkeerde plek. Dit gebeurde onder een controversiële ‘bufferzone’-wet, die protest in de buurt van abortusklinieken beperkt, maar inmiddels lijkt te worden ingezet om zelfs stil gebed te bestraffen.

Even absurd is het lot van David McConnell, een straatprediker die in Leeds werd gearresteerd simpelweg omdat hij uit de Bijbel voorlas over huwelijk en seksualiteit. Zijn woorden werden door omstanders als ‘beledigend’ ervaren, en dat was genoeg voor de politie om hem in de boeien te slaan en in een politiecel te gooien. Wat ooit fundamentele vrijheden waren—bidden, preken, en geloven in iets dat tegen de mainstream ingaat—worden nu in een modern en ‘vrij’ Europa steeds vaker gecriminaliseerd. De boodschap is glashelder: vrijheid bestaat, maar alleen als je binnen de toegestane lijntjes blijft.

Een beschaving op de rand van de afgrond?

Os Guinness stelt een prikkelende vraag: is de westerse beschaving bezig met een natuurlijke dood, of wordt ze actief gesaboteerd? Het antwoord is een ongemakkelijke mix van beide. Ja, het verval is deels een cyclisch historisch proces – rijken komen en gaan. Maar de snelheid waarmee het nu gebeurt, de gewillige zelfvernietiging, dat is nieuw.

Het is alsof het Westen het geloof in zichzelf heeft opgegeven. Waar oudere beschavingen vochten tot de laatste man, lijkt het Westen zijn eigen graf te graven met een trieste mengeling van schuldgevoel en intellectuele lafheid. “Misschien verdienen we het wel,” hoor je sommigen mompelen, alsof een beschaving die miljoenen uit armoede heeft gehaald, mensenrechten heeft gepromoot en wetenschap en kunst naar ongekende hoogten heeft gebracht, op de een of andere manier verwerpelijk is.

Quatsch. Onzin. Dat is geen bescheidenheid, dat is decadente zelfhaat.

Wat staat er op het spel?

Het is verleidelijk om te denken dat dit slechts academisch geneuzel is, een filosofische discussie voor mensen met een goed glas wijn en een comfortabele fauteuil. Maar fout gedacht. Dit raakt alles. Dit raakt hoe je kinderen worden opgevoed, wat je wel en niet mag zeggen op sociale media, welke wetten er worden aangenomen, welke boeken er straks niet meer mogen worden gelezen.

Het raakt de fundamenten van de samenleving. Wie bepaalt straks wat waarheid is? Wie mag spreken en wie moet zwijgen? Zijn we nog in staat om onze eigen waarden te verdedigen, of is dat ‘te beladen’?

Dit is geen tijdperk van nuance. Dit is een tijdperk van keuzes. En de vraag is: kiezen we voor een heropleving van de westerse idealen – vrijheid, rechtvaardigheid, waarheid – of laten we ons meesleuren door de centrifugale krachten die de fundamenten van de beschaving doen schudden?

Dit is de echte inzet van de strijd. En dat gaat absoluut verder dan Israël en Hamas. Dit gaat over de toekomst van de wereld zoals we die kennen.

De convergentie van radicale ideologieën

Soms lijkt de geschiedenis op een duistere komedie. Je zou bijna denken dat iemand, ergens, een krankzinnig script heeft geschreven waarin de meest tegenstrijdige ideeën samenkomen en zichzelf verenigen in een bizarre alliantie. En wat blijkt? Dat script is realiteit. We leven in een tijd waarin radicale islam, cultureel marxisme en postmoderne waanzin elkaar de hand hebben gereikt. En dat, beste lezer, is geen toeval.

Een ongemakkelijke samensmelting

Op het eerste gezicht hebben radicale islamisten en westerse progressieve revolutionairen niets met elkaar gemeen. De ene groep droomt van een theocratische wereldorde, de andere van een utopisch socialisme waarin religie is afgeschaft. De ene groep voert een gewelddadige jihad tegen ‘het decadente Westen’, de andere verdedigt genderideologie en het afschaffen van tradities. Toch zie je ze in hetzelfde kamp. Ze marcheren samen, scanderen elkaars leuzen, delen dezelfde vijanden. Hoe kan dat?

Het antwoord is even cynisch als eenvoudig: de vijand van mijn vijand is mijn vriend. Beide groepen haten de westerse beschaving. En niets verenigt zo sterk als een gezamenlijke haat.

Radicale islam: de oude vijand in een nieuw jasje

Er is een hardnekkige mythe dat terrorisme en islamitisch extremisme alleen het probleem zijn van verre landen. Dat het zich beperkt tot oorlogszones en dat, als je maar lief genoeg blijft en niemand beledigt, het vanzelf verdwijnt. Laten we realistisch blijven: dat is groteske naïviteit.

Radicale islamisten geloven in een theocratie. Geen democratie, geen pluralisme, geen vrijheid van meningsuiting – alleen hun interpretatie van religie als absolute wet. En ja, daar hoort geweld bij. Dat is geen afwijking, dat is ingebakken in de doctrine. Dit is geen losse verzameling fanatiekelingen, dit is een systematische strategie die zich uitstrekt van de straten van het Midden-Oosten tot de buitenwijken van Parijs en de universiteitscampussen van Amerika.

En laten we één ding helder krijgen: ze minachten het Westen niet vanwege ‘onrecht’ of ‘historische koloniale schuld’. Ze minachten het omdat het zwak is. Omdat het zichzelf niet langer verdedigt. Omdat het steeds buigt, steeds toegeeft, en telkens weer op zoek gaat naar de fout bij zichzelf.

Leraar in Nederland die moest onderduiken: In Nederland werd een leraar op een middelbare school gedwongen onder te duiken nadat hij in de klas een spotprent over de islam had besproken. De dreiging kwam niet van de overheid, maar vanuit sociale en religieuze kringen. Toch greep de overheid nauwelijks in, uit angst voor ‘gevoeligheden’. Dit toont hoe vrijheid in de praktijk steeds vaker wordt beperkt, niet door wetgeving, maar door een cultuur van angst.

Samuel Paty, Franse docent die vermoord werd na een les over vrijheid van meningsuiting: Dit is een extreem voorbeeld, maar laat wel zien waar de uitholling van vrijheid kan eindigen. Paty werd onthoofd door een moslimextremist nadat hij spotprenten van Mohammed in zijn les had besproken. Wat daarna volgde, was schokkend: in plaats van unanieme steun, kwam er discussie over of hij de tekeningen eigenlijk wel had mogen tonen. Dit is post-liberalisme in actie: vrijheid geldt, maar met steeds meer onuitgesproken ‘mitsen en maren’.

Cultureel marxisme: de ‘lange mars door de instituties’

Terwijl de radicale islam het Westen wil veroveren met geweld en terreur, hebben marxistische ideologen een subtieler wapen: de ‘lange mars door de instituties’. Dit is geen wilde complottheorie, dit is een strategie die al decennialang openlijk wordt besproken en uitgevoerd. Stap voor stap, van de universiteiten tot de media, van ngo’s tot overheden, zijn de fundamenten van de westerse beschaving ondermijnd door een ideologie die zich voordoet als progressief, maar in werkelijkheid destructief is.

Wat begon als een economische strijd tussen arbeiders en kapitalisten, is verschoven naar een cultureel strijdtoneel. Klassenstrijd heeft plaatsgemaakt voor identiteitsstrijd. Rassen, geslachten, seksuele oriëntaties – alles is een strijd geworden. En wie wint in deze strijd? Niemand. Verdeeldheid is het doel. Chaos is de strategie.

Degenen die deze ideologie promoten, zien de samenleving niet als een geheel, maar als een verzameling onderdrukkers en onderdrukten. Alles is politiek. Alles is doordrongen van macht. En de enige oplossing? De complete afbraak van de bestaande structuren. Het gezin, religie, de natiestaat, tradities – alles moet weg.

Postmodern relativisme: de dood van waarheid

Waar radicale islam en cultureel marxisme nog duidelijke doelen en overtuigingen hebben, is postmodernisme de giftige mist waarin alles oplost. Dit is de ideologie die zegt: “Er is geen waarheid.” Of, in moderner jargon: “Jouw waarheid is niet mijn waarheid.”

Denk even na over de impact hiervan. Als er geen objectieve waarheid is, is er ook geen morele standaard. Goed en kwaad bestaan niet meer. Geschiedenis is slechts een verhaal dat opnieuw kan worden geschreven. En zodra feiten er niet meer toe doen, wordt alles een kwestie van macht. Wie het narratief beheerst, beheerst de realiteit.

Het is deze postmoderne waanzin die ervoor zorgt dat mensen in discussies verzuchten: “Tsja, wie kan zeggen wat waar is?” Het is deze mentaliteit die ervoor heeft gezorgd dat de meest absurde ideeën – van ‘mannen kunnen zwanger worden’ tot ‘wiskunde is racistisch’ – niet alleen zijn ontstaan, maar zelfs institutionele steun genieten.

Hoe ze elkaar versterken

Dus daar heb je het: een dodelijke cocktail van extremisme, radicale revolutie en intellectuele ontbinding. Ze verschillen van elkaar, maar ze werken samen. Ze vullen elkaars zwakke plekken aan:

☪️ De radicale islam – brengt de kracht en de dreiging van geweld. ⚔️🔥
⚒️ Het culturele marxisme – ondermijnt instituties en verzwakt de samenleving van binnenuit. 🏛️💥
🎭 Het postmodernisme – wist waarheid en identiteit uit, waardoor alles vloeibaar wordt. ❌🌀

En terwijl deze krachten zich bundelen, blijft het Westen discussiëren over micro-agressies en genderneutrale toiletten.

De keuze: buigen of vechten?

Dit alles roept een pijnlijke, maar onvermijdelijke vraag op: wat gaan we eraan doen? Accepteren we de ondermijning, de vernedering, het langzame verval? Of kiezen we ervoor om te vechten voor de fundamenten van de beschaving die vrijheid en vooruitgang mogelijk hebben gemaakt?

Dit is geen academische discussie meer. Dit is geen kwestie van ‘verschillende perspectieven’. Dit is een botsing van wereldbeelden. En of het Westen dat wil of niet, deze strijd is al begonnen.

Het enige dat nog rest, is de keuze: worden we wakker, of laten we het gebeuren?

De crisis van de westerse beschaving

Wat gebeurt er met een beschaving die zichzelf niet langer serieus neemt? Die haar eigen geschiedenis herschrijft, haar waarden ondermijnt en haar instituties onderwerpt aan de grillen van de waan van de dag? Die beschaving raakt in crisis. En niet zomaar een dipje – geen tijdelijk moreel winterweer dat met een beetje zon en optimisme wel weer verdwijnt. Nee, dit is existentiële crisis, het soort dat beschavingen de das omdoet.

Morele bloedarmoede

Er was een tijd dat het Westen wist waar het voor stond. Vrijheid, rechtvaardigheid, menselijke waardigheid. Niet als loze kreten, maar als kernwaarden waarvoor men vocht en stierf. Kijk eens rond. Wie durft die woorden nog zonder schaamte in de mond te nemen?

Men lijkt vergeten dat waarden niet vanzelfsprekend zijn. Ze zijn bevochten, verdedigd, beproefd in het vuur van de geschiedenis. En wat zien we nu? Een generatie die alles door een postmoderne blender haalt, waarin iedere overtuiging eindigt in een vormeloze brij van “alles is subjectief” en “wie zijn wij om te oordelen?”

De absurditeit is bijna komisch. Dezelfde mensen die zeggen dat goed en kwaad sociale constructies zijn, schrijven moeiteloos hele pamfletten vol over de ‘onderdrukkende’ westerse samenleving. Alsof alleen het Westen moreel beoordeeld mag worden. Alsof beschaving de enige zonde is.

Schuld en boetedoening zonder verlossing

Ah, de westerse schuldvraag. Eeuwenlang was boetedoening een religieus concept. Je erkende je fouten, je bekeerde je en je vond verlossing. Maar in het huidige Westen? Daar bestaat verlossing niet meer. Alleen eindeloze schuldbelijdenis.

Kolonialisme, slavernij, imperialisme – het Westen moet zich excuseren voor zijn verleden, zijn heden en bij voorkeur ook alvast voor zijn toekomst. En als je denkt dat er een punt komt waarop het genoeg is, vergis je je. Boetedoening zonder genade, zonder einde. Dit is geen gezonde zelfreflectie meer, dit is een collectieve zelfkastijding.

En terwijl het Westen zich in de spiegel bekritiseert, groeit elders het zelfvertrouwen. China bouwt aan zijn supermacht. Rusland doet wat het wil. Islamitische staten hebben geen seconde twijfel over hun religie of cultuur. Ze lachen zich een kriek als ze zien hoe Europa zich in morele knopen wringt.

Het verlies van trots en identiteit

Een beschaving die zichzelf niet verdedigt, heeft haar bestaansrecht verloren. Kijk eens naar de publieke ruimte. Monumenten worden neergehaald, helden gedegradeerd tot schurken, nationale trots vervangen door collectieve schaamte.

Waar vorige generaties trots waren op hun geschiedenis, moeten de huidige generaties zich vooral bezighouden met het afstand nemen ervan. De grote ontdekkingsreizigers? Koloniale onderdrukkers. De Verlichting? Eurocentrische arrogantie. De christelijke wortels van Europa? Ach, die zijn nu vooral problematisch.

Maar een cultuur zonder identiteit is stuurloos. Een schip zonder kompas, dobberend op een zee van onzekerheid. En in die leegte stappen anderen in. Ze bieden iets wat het Westen is kwijtgeraakt: overtuiging.

De illusie van vooruitgang

Er wordt vaak gedaan alsof het Westen simpelweg evolueert. Alsof we ons ontworstelen aan de ‘beperkende’ structuren van vroeger en nu eindelijk het tijdperk van absolute vrijheid bereiken. Iedereen mag zijn eigen waarheid hebben, geen enkele norm is nog heilig, tradities zijn achterhaald. En toch… is er geen vreugde.

Mensen zijn niet gelukkiger, ze zijn angstiger. Depressies, eenzaamheid, betekenisloosheid – dit zijn geen tekenen van vooruitgang. Dit zijn waarschuwingssignalen van een beschaving die haar ankers kwijt is.

Kijk eens naar de demografie. Mensen krijgen minder kinderen. Huwelijken lopen sneller stuk. Families verwateren. En waarom? Omdat men in de kern niet meer weet waarom het allemaal nog moet. Vooruitgang heeft een doel nodig, een eindbestemming. Maar het Westen lijkt vooral te bewegen zonder richting.

De crisis is geen toeval

Dit alles is niet zomaar een fase. Dit is geen tijdelijke crisis die vanzelf overwaait. Het is het gevolg van decennia van intellectuele en morele ontbinding. Dit is wat er gebeurt als een beschaving besluit dat alles vloeibaar is, dat er geen waarheden meer bestaan en dat het enige morele kompas een eindeloze reflectie over eigen fouten is.

De vraag is niet langer of het Westen in crisis verkeert. De vraag is wat we eraan gaan doen. Want laten we één ding helder stellen: als een beschaving zichzelf niet herpakt, doen anderen dat wel. En dan is er geen plek meer voor de illusie dat alles vanzelf goedkomt.

De rol van religie in de beschaving

Kijk, het Westen mag dan graag doen alsof het de verlichting en de rede heeft omarmd, maar laten we eerlijk zijn: zonder een moreel fundament blijft er weinig over. Beschaving is niet simpelweg een reeks wetten en instituties; het is een gedeelde visie op het goede leven. En waar heeft elke grote beschaving haar kompas gevonden? In religie. Ja, ja, men kan zich modern en rationeel noemen, maar zodra de fundamenten verdwijnen, stort de boel in.

Religie als ruggengraat van cultuur

Men kan er veel over zeggen, maar feit blijft: alle grote beschavingen hebben een gedeelde religieuze basis. Dat is geen toeval. Dat is niet zomaar een ‘cultureel verschijnsel’. Dat is omdat religie de lijm vormt die mensen bindt, betekenis geeft en structuur biedt.

Denk aan de middeleeuwse kathedralen. Werd die pracht gebouwd door mensen die alleen uit waren op geld en macht? Nee, daar zat een diep geloof achter. Een overtuiging dat er iets was dat groter was dan henzelf. Een hoger doel. Een reden om de wereld mooier en rechtvaardiger te maken. En datzelfde principe zie je terug in het jodendom, in het christendom, in de grote spirituele tradities van de mensheid.

Vergelijk dat met nu. Nu bouwen we kille, functionele betonnen blokkendozen en noemen dat vooruitgang. Kunst is niet langer verheffend, maar een cynische parodie op zichzelf. En waarom? Omdat men niet meer gelooft in een hoger doel.

Secularisme: een mislukte vervanger

Er was een tijd waarin men dacht dat het secularisme dé oplossing was. Geen religie meer nodig! Alles zou beter worden als men zich maar richtte op de rede, wetenschap en vooruitgang. Maar wat blijkt? Zonder geloof ontstaat er een vacuüm. En dat vacuüm wordt niet opgevuld met ‘neutrale’ rationaliteit, maar met surrogaat-religies.

Kijk maar om je heen. Klimaatactivisme als een quasi-religieuze cultus. Ideologieën die absolute gehoorzaamheid eisen. Mensen die geloven dat de overheid hen zal redden, alsof bureaucratie de nieuwe God is. En als dat niet werkt? Dan rest er cynisme, leegte, nihilisme.

De mens heeft geloof nodig. Punt. En als dat niet het geloof is in een traditionele religie, dan vindt hij wel een ander dogma om zich aan vast te klampen.

Een beschaving zonder spirituele wortels is als een afgesneden bloem

Neem een bloem. Zet haar in een vaas. Ziet er prachtig uit, niet? Maar geef het even. Eerst blijft ze fier overeind, maar allengs begint ze slap te hangen. De bladeren verdorren. De kleur verbleekt. En voor je het weet is het een zielig hoopje verwelkte ellende.

Dat is precies wat er gebeurt met een beschaving die haar spirituele wortels kapt. Het Westen heeft zichzelf afgesneden van zijn historische bronnen – en verwacht nog steeds te bloeien. Dat is een illusie. Zonder diepe wortels sterft alles af, of het nu langzaam gebeurt of met een klap.

Wat zien we in de praktijk? Een samenleving die krampachtig zoekt naar betekenis, maar niet weet waar ze die moet vinden. Mensen die massaal aan mindfulness doen, boeddhabeelden in hun vensterbank zetten en astrologie plots weer bloedserieus nemen. Een complete spirituele honger, maar zonder richting.

Terug naar de bron

Dus wat nu? Is het gedaan met het Westen? Moeten we ons maar neerleggen bij de neergang? Nee. Maar herstel begint niet met economische hervormingen of een nieuw politiek programma. Dit is geen kwestie van beleid, maar van identiteit.

Een beschaving moet weten waar ze vandaan komt. Ze moet begrijpen waarom ze ooit groot is geworden. En dat begint met een herwaardering van haar religieuze wortels. Niet als een nostalgische trip naar vervlogen tijden, maar als een besef dat zonder spirituele voeding, niets standhoudt.

Het Westen hoeft zichzelf niet opnieuw uit te vinden. De blauwdruk ligt er al. De vraag is alleen: durven we er nog naar te kijken?

De dreiging van macht en ideologieën

Wat gebeurt er als waarheid wordt vervangen door ideologie? Als principes buigen voor de grillen van de macht? Dan ontstaat een wereld waarin wie het hardst schreeuwt, het gelijk krijgt. Een wereld waarin principes geen houvast meer bieden, omdat ze worden vervangen door politieke modegrillen. En dat, beste lezer, is waar het Westen zich nu bevindt. Niet in een gevecht om de beste ideeën, maar in een gevecht om wie de macht over de definitie van de werkelijkheid krijgt.

De almacht van de staat

Lange tijd was het Westen een plek waar de staat werd gezien als een dienaar van het volk. Geen meester, geen absolute heerser, maar een instantie die burgers beschermde en de vrijheid waarborgde. Dat idee is allengs in rook opgegaan.

Kijk om je heen. Overheden bemoeien zich met elk aspect van het leven. Niet alleen met wetgeving en veiligheid, maar ook met taal, moraal en gedrag. Wat je mag zeggen, wat je mag denken, welke mening ‘acceptabel’ is. Er is geen brute dictatuur zoals in Rusland of China, maar een subtieler, geniepiger systeem van sociale controle. Bureaucratische tentakels die zich steeds verder uitstrekken, regels die zich stapelen, en voor je het weet, heeft de staat een vinger in elk aspect van het dagelijks bestaan.

De dictatuur van ideologieën

Wat vroeger een gevecht was tussen links en rechts, tussen verschillende politieke stromingen, is nu iets gevaarlijkers geworden: een ideologisch monopolie. Een enkele manier van denken wordt gepresenteerd als ‘de waarheid’, en wie het daarmee oneens is, wordt uitgespuugd als ketter.

Zie je het? Kritiek op immigratie? “Xenofoob.” Kritiek op radicale islam? “Islamofoob.” Kritiek op de trans-ideologie? “Transfoob.” Er is geen debat meer, alleen labels en verbanning. Dit is geen samenleving die discussie aanmoedigt, dit is een samenleving die conformiteit afdwingt.

En het werkt. Bedrijven knielen voor de heersende ideologie, universiteiten zuiveren hun campussen van afwijkende meningen, en media zenden vrijwel unaniem dezelfde boodschap uit. De heersende klasse heeft geleerd dat harde censuur niet eens nodig is. Sociale druk, economische sancties, subtiele uitsluiting – dat is veel effectiever.

Studio van het NOS-journaal / Bron: Wikimedia Commons

De illusie van vrijheid

Men denkt nog vrij te zijn. Men mag stemmen, men mag op social media van alles roepen, men mag consumeren, reizen, kiezen. Maar onder dat oppervlak? De controle is compleet.

Vrijheid zonder waarheid is een lege huls. Als men ‘vrij’ is om van alles te zeggen, maar alleen binnen de lijntjes van de heersende ideologie, is dat geen echte vrijheid. Dat is een geconditioneerde vrijheid, een vrijheid op geleende tijd, zolang men zich maar gedraagt zoals van hogerhand gewenst.

Denk eens aan de angst die mensen voelen om bepaalde meningen uit te spreken. Niet eens extreme meningen – gewoon, conservatieve ideeën, religieuze overtuigingen, kritiek op de status quo. Die angst is de kern van een ‘soft totalitarisme’, een systeem waarin vrijheid officieel bestaat, maar in de praktijk steeds minder ruimte biedt.

De opkomst van het ‘zachte totalitarisme’

In vroegere tijden had totalitarisme een duidelijke vorm. Brutale repressie, openlijk geweld, censuur met harde hand. Maar in het Westen? Daar heeft de heersende klasse een subtielere tactiek gevonden.

Men noemt het geen censuur, men noemt het ‘fact-checking’. Men noemt het geen propaganda, men noemt het ‘bewustwording’. Men noemt het geen sociale controle, men noemt het ‘verantwoordelijkheid nemen’. De taal wordt verdraaid, zodat mensen zich zonder dwang aanpassen.

En dat is misschien nog gevaarlijker dan brute repressie. Als men zich bewust is van onderdrukking, komt er verzet. Maar als men niet eens meer doorheeft dat men gecontroleerd wordt? Dan is de strijd al verloren voordat die begonnen is.

De dreiging van macht zonder morele grenzen

Macht op zich is niet per definitie slecht. Maar macht zonder moreel kompas? Dat is een ramp in wording.

Het Westen heeft zichzelf altijd gezien als een bastion van vrijheid en rechtvaardigheid, maar als morele fundamenten wegvallen, blijft er niets over dan brute macht. Geen universele waarden, geen hogere principes, alleen het recht van de sterkste – of in dit geval, de luidste en meest invloedrijke groep.

Wat gebeurt er als rechtvaardigheid wordt vervangen door ideologische rechtvaardigheid? Als niet langer wetten, maar activistische rechters en lobbygroepen bepalen wat ‘juist’ is? Dan verschuift de macht van democratische processen naar kleine elites, die vanuit hun ivoren torens beslissen wat het volk mag denken en doen.

De keuze: buigen of weerstand bieden?

Dit alles roept een onvermijdelijke vraag op. Blijven we zitten en laten we ons meevoeren door de stroom van macht en ideologie? Of trekken we een lijn?

Dit is geen tijd voor lafheid. Dit is geen tijd voor mensen die ‘nuance’ roepen terwijl de wereld om hen heen afbrokkelt. Dit is een tijd voor moed, voor principes, voor mensen die durven te zeggen: genoeg.

Want als het Westen nog een toekomst wil, dan zal het die niet vinden in eindeloze compromissen met ideologische tirannie. Dan zal het die alleen vinden in een hernieuwd besef van vrijheid – echte vrijheid. Niet de vrijheid die men krijgt zolang men zich gedraagt, maar de vrijheid die men neemt. En die men verdedigt.

Opkomst en neergang van beschavingen vs. het christendom

Het Westen gedraagt zich alsof het onoverwinnelijk is. Alsof beschaving iets natuurlijks is, een soort automatische evolutie waar geen inspanning voor nodig is. Maar wie een beetje historisch besef heeft, weet: beschavingen stijgen en dalen. Rijken komen op, flakkeren even op in de zon, en verdwijnen dan in de nevelen van de tijd. En telkens, als een klok die zijn uren slaat, herhaalt de cyclus zich. Opgaan, blinken en verzinken.

Maar wat als er een beschaving is die niet onderworpen is aan die wetmatigheid? Een beschaving die niet louter afhankelijk is van militaire macht, economische rijkdom of politieke invloed? Dat is precies waar het christendom zich onderscheidt van de rest. Waar seculiere rijken ten onder gaan door decadentie, interne verdeeldheid en externe dreigingen, biedt het christelijke wereldbeeld een totaal ander perspectief. Een beschaving die kan vallen, maar ook kan herrijzen.

De wet van opkomst en verval

Kijk naar de geschiedenis. Het oude Egypte, het Romeinse Rijk, het Ottomaanse Rijk, de Sovjet-Unie – grootmachten die eens onaantastbaar leken, maar nu slechts voetnoten zijn in de annalen van de tijd. En altijd volgens hetzelfde patroon: een periode van groei, van bloei, van absolute macht… gevolgd door verval.

Het begint onschuldig. De elite raakt verwend, zelfgenoegzaam. Morele waarden worden losgelaten, discipline verdwijnt, decadentie neemt de overhand. De burgers verliezen hun gemeenschappelijke identiteit, verdeeldheid woekert als een parasiet, en vijanden ruiken bloed. Eerst is er nog ontkenning. “Ach, dit gaat vanzelf weer over.” Maar het gaat niet over. Het verergert. En op een dag, als men zich omdraait, is het rijk dat ooit onsterfelijk leek, verdwenen.

De parallellen met vandaag

Herkenbaar? Dat zou het moeten zijn. Want het Westen loopt op dit moment recht in dezelfde val. Moreel verval, politieke chaos, een elite die liever discussies voert over ‘inclusief taalgebruik’ dan over de toekomst van hun beschaving. Een bevolking die steeds minder gelooft in haar eigen geschiedenis, haar eigen waarden, haar eigen bestaansrecht. En ondertussen? Vijanden die allerminst in verval verkeren.

Het verschil met eerdere beschavingen? Het Westen had een remedie. Het had een kern, een geloof, een fundament dat het door de stormen van de geschiedenis heeft geloodst. Maar dat fundament wordt nu opzettelijk gesloopt.

Het christelijke model: ballingschap en terugkeer

In tegenstelling tot de seculiere grootmachten die kwamen en gingen, heeft het joods-christelijke wereldbeeld een ingebouwd mechanisme dat voorkomt dat het definitief ten onder gaat: het idee van ballingschap en terugkeer.

Denk aan Israël in de Bijbel. Telkens wanneer het volk afweek van zijn kernwaarden, viel het in crisis. Ballingschap, onderdrukking, vernietiging. Maar nooit was dat het einde. Er was altijd een weg terug. Een kans om opnieuw te beginnen, om de wortels opnieuw te vinden en het morele kompas te herstellen.

Het christendom erfde dat model. Het Westen heeft vaker met crises geworsteld. Denk aan de val van Rome, de middeleeuwse chaos, de destructie van de wereldoorlogen. Maar telkens wist het zich opnieuw uit te vinden. En waarom? Omdat het christelijke geloof niet alleen een set morele regels biedt, maar ook een perspectief van vernieuwing. Een besef dat zelfs na verval herstel mogelijk is.

De plundering van Rome in 410 door de Vandalen / Bron: Wikimedia Commons

De gevaren van een wereld zonder dit model

Neem dat principe weg, en wat blijft er over? Een seculiere wereld die geen idee heeft hoe om te gaan met verval. Een samenleving die denkt dat als het bergafwaarts gaat, er geen weg terug is. Zie de nihilistische tendensen overal om ons heen: “Alles is toch zinloos.” “Het Westen is rot tot op het bot.” “Misschien moeten we het gewoon laten instorten.”

Die mentaliteit is dodelijk. Beschavingen gaan niet ten onder omdat ze falen – ze gaan ten onder omdat ze het opgeven.

De keuze: cyclisch verval of herstel

Dus hier staan we. Op een kruispunt. Wordt het Westen een zoveelste voetnoot in de geschiedenis? Een gevallen rijk, zoals zovelen voor ons? Of grijpen we terug naar de principes die ons eerder uit crises hebben gehaald?

Het antwoord ligt niet in politiek, niet in economie, niet in technologische innovatie. Het ligt in het herstel van de kern. Van christelijk geloof, van morele waarden, van een visie op het goede leven die groter is dan kortstondig plezier en materiële overvloed.

De keuze is simpel. Maar het vereist moed. En die is tegenwoordig zeldzaam.

De weg naar herstel

Het Westen bevindt zich op een keerpunt. Linksaf leidt naar de gebruikelijke route: verder wegzakken in decadentie, morele apathie en een steeds verstikkender systeem van ideologische dwang. Rechtsaf? Daar ligt een pad dat ruiger is, met obstakels en weerstand, maar met één essentieel verschil: het leidt ergens naartoe.

Een beschaving die weigert zichzelf te verdedigen, is ten dode opgeschreven. Maar een beschaving die zich herpakt? Die zijn wortels herontdekt, zijn moed hervindt en opnieuw gaat staan voor de principes die haar groot maakten? Die beschaving heeft nog een kans.

Terug naar de wortels van de westerse beschaving

Tijd voor een ongemakkelijke waarheid: het Westen is groot geworden door een combinatie van Griekse rede, Romeins recht en christelijke ethiek. Niet door ‘progressieve waarden’ die pas een halve eeuw geleden zijn bedacht in een collegezaal.

Men kan eindeloos discussiëren over welke invloeden het belangrijkst waren, maar één ding is duidelijk: zonder het joods-christelijke fundament had het Westen niet bestaan zoals we het kennen. Het idee dat ieder mens waarde heeft, dat rechtvaardigheid boven macht staat, dat vrijheid gekoppeld is aan verantwoordelijkheid – dat komt dáár vandaan.

En wat heeft men de laatste decennia gedaan? Die wortels verwaarloosd, besmeurd en afgedaan als ‘achterhaald’. Maar een boom zonder wortels stort vroeg of laat in.

Herstel begint bij erkenning. Erkenning dat de waarden die het Westen groot hebben gemaakt, geen toevallige evolutie waren, maar het resultaat van eeuwenlange strijd en wijsheid.

Een boom zonder wortels stort vroeg of laat in / Bron: Pixabay

Balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid

Vrijheid is een groot goed, maar zonder grenzen wordt het chaos. Het Westen is geobsedeerd geraakt door het idee dat absolute vrijheid het hoogste ideaal is. Maar vrijheid zonder verantwoordelijkheid? Dat is als een schip zonder roer.

Een samenleving waarin men alleen doet ‘waar men zin in heeft’, waarin verplichtingen worden gezien als ‘onderdrukking’ en discipline als ‘ouderwets’, is een samenleving die geen stand houdt.

Kijk naar de grote beschavingen in de geschiedenis. Allen kenden ze een evenwicht tussen vrijheid en plichtsbesef. Een burger was niet alleen iemand met rechten, maar ook met verantwoordelijkheden. Het Westen moet dat besef terugvinden. Geen vrijheid als eindeloos consumentisme, maar vrijheid als iets dat je verdient door verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf, je naasten en de samenleving.

De rol van een ‘creatieve minderheid’

Een fundamentele misvatting is dat massa’s nodig zijn om verandering teweeg te brengen. Dat is niet zo. Verandering wordt geleid door kleine groepen – door een ‘creatieve minderheid’ die weigert zich neer te leggen bij het verval.

Kijk naar de geschiedenis. Het Romeinse Rijk stortte in, maar een kleine groep christenen hield stand en legde de basis voor een nieuwe beschaving. Tijdens de Verlichting waren het niet de massa’s die de koers bepaalden, maar denkers, schrijvers en hervormers.

Het Westen heeft zo’n groep weer nodig. Mensen die weigeren mee te huilen met de wolven in het bos, die de moed hebben om principes boven gemak te stellen, die bereid zijn om weerstand te bieden tegen een cultuur van oppervlakkigheid en nihilisme.

Niet iedereen hoeft daartoe te behoren, maar zonder zo’n kern is er geen herstel.

De noodzakelijke strijd

Dit alles klinkt misschien mooi, maar laten we realistisch blijven: dit wordt geen vreedzaam proces. Beschavingen worden niet hersteld door goede bedoelingen alleen. Er zal weerstand zijn. Mensen die liever de status quo behouden, elites die hun macht niet zomaar afstaan, ideologen die niets liever willen dan dat het Westen zichzelf blijft haten.

Herstel betekent strijd. Niet met wapens, maar met ideeën. Met moed. Met de bereidheid om onpopulaire waarheden uit te spreken.

Een samenleving die vrijheid en waarden serieus neemt, verdedigt die actief. Niet door te pleasen, niet door zich eindeloos te verontschuldigen, maar door vast te houden aan wat essentieel is.

Keuze tussen decadentie of wederopbouw

Dit is waar het Westen nu staat. Blijven we wegzakken in zelftwijfel, in eindeloze discussies over hoe ‘problematisch’ onze eigen beschaving is? Of herontdekken we onze kracht?

Decadentie leidt altijd tot ondergang. Maar wederopbouw? Dat is een keuze. Het is geen garantie op succes, maar het is in ieder geval een weg vooruit.

Een weg die, met de juiste mensen, nog steeds kan leiden naar herstel.

Conclusie: de keuze is nú

Er zijn van die momenten in de geschiedenis waarop een beschaving tot stilstand komt, achterom kijkt en zich afvraagt: hoe zijn we hier beland? Het Westen staat op zo’n kruispunt. Niet als een vage metafoor, maar als een keiharde realiteit. De fundamenten wankelen. De muren brokkelen af. En de vraag die blijft hangen is simpel: gaan we dit laten gebeuren?

Dit is geen tijd voor lauwheid, geen tijd voor wegkijken, geen tijd voor eindeloze academische debatten over hoe en waarom. Dit is het moment waarop de keuze gemaakt wordt: verval of heropleving.

Afglijden naar macht en ideologie?

De makkelijke weg? Doorgaan zoals we bezig zijn. Nog meer zelftwijfel, nog meer ideologische experimenten, nog meer vervreemding van de wortels die de beschaving hebben opgebouwd.

Wat dat betekent, is duidelijk. Een maatschappij die zichzelf niet verdedigt, wordt overgenomen door wie dat wél doet. Het Westen hoeft niet bezet te worden door een externe vijand. Het wordt van binnenuit afgebroken door machtshongerige bureaucraten, ideologische fanatici en een elite die denkt dat het allemaal ‘onvermijdelijk’ is.

De tekenen zijn overal. Groeiend cynisme. Instortende gemeenschappen. Politieke chaos. En ondertussen? Mensen die zich terugtrekken in consumentisme, afleiding en apathie. Doen alsof het allemaal vanzelf goedkomt.

Maar niets komt vanzelf goed. Nooit.

Herstel door herwaardering

De moeilijke weg? Het tij keren. Niet door naïeve hoop, maar door vastberaden actie. Door terug te keren naar de principes die het Westen ooit groot maakten.

Herwaardering van waarheid – Geen postmoderne vaagheid meer, geen eindeloze relativering, maar opnieuw erkennen dat sommige dingen goed en sommige dingen fout zijn.

🏛️ Herstel van morele structuren – Een samenleving zonder gedeelde waarden is een kaartenhuis in de storm. Er moet weer iets zijn om in te geloven. Iets stevigs, iets echts.

🛑 Weerstand tegen ideologische dwang – Wie de vrijheid wil behouden, zal die actief moeten verdedigen. Dat betekent: spreken, handelen, standhouden. Ook als het oncomfortabel wordt.

Een ‘creatieve minderheid’ als katalysator

Dit gaat niet van bovenaf komen. Wachten op politici? Illusoir. Hopen op een plotseling collectief ontwaken? Onrealistisch.

Verandering komt altijd van kleine groepen. Mensen die tegen de stroom in durven te gaan. Mensen die zich niet laten intimideren door sociale druk. Mensen die begrijpen dat geschiedenis niet wordt bepaald door de massa, maar door de moedigen.

En laten we eerlijk zijn: moed ontbreekt tegenwoordig. Iedereen wacht af, kijkt om zich heen, hoopt dat iemand anders de eerste stap zet. Maar zo werkt het niet. Iemand moet beginnen. Iemand moet de impopulaire waarheid uitspreken. Iemand moet weigeren om mee te gaan in de leugen.

Terug naar de wortels: de keuze die het Westen moet maken

De toekomst van het Westen hangt aan een zijden draad. Os Guinness waarschuwt: een beschaving die haar wortels afsnijdt, zal vroeg of laat verwelken. De aanval op Israël, de ideologische chaos en de afbrokkeling van gedeelde waarden laten zien hoe diep de crisis is. Dit is geen gewone politieke strijd, maar een fundamentele keuze over wat het Westen wil zijn. En voor Guinness is het antwoord duidelijk: zonder een terugkeer naar het christendom, zonder een herwaardering van de joods-christelijke principes die het Westen hebben gevormd, is er geen stabiele toekomst. Niet als een nostalgische terugkeer naar het verleden, maar als een noodzakelijke herbronning.

Want wanneer geloof verdwijnt, verdwijnt ook de morele ruggengraat die vrijheid en gerechtigheid mogelijk maakt. Wat overblijft, is een wereld waarin macht de enige wet wordt. En de geschiedenis heeft laten zien waar dat toe leidt. De vraag is dus niet alleen of het Westen wil overleven, maar of er nog genoeg mensen zijn die bereid zijn op te staan voor de waarden die het groot hebben gemaakt.

De geschiedenis oordeelt niet over intenties. Alleen over daden.

De vraag is: wie durft?

De vraag is: wie durft? / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.