Hoe Hamas het leerde van Mohammed: kinderen als menselijk schild in de jihad

Last Updated on 6 juli 2025 by M.G. Sulman

Sommige verhalen zijn als een graat in de keel. Omdat ze iets onthullen wat je liever niet had gezien. Dit is zo’n verhaal. Een kind dat is gebruikt als menselijk schild. Niet door een terrorist, maar door een zogenaamde profeet. Mohammed zelf. Zijn jonge neef Ali, amper puber, werd in zijn bed gelegd als afleidingsmanoeuvre, op het moment dat moordenaars de deur zouden intrappen. Een slimmigheidje? Misschien. Maar ook een voorbeeld. Mohammed is in de islam niet zomaar een leider. Hij is het morele voorbeeld, uswa hasana, de maatstaf voor goed gedrag. Wat hij deed, wordt niet in twijfel getrokken, maar nagevolgd. Ja, ook als dat betekent dat kinderen worden ingezet voor de zaak. Hamas, de islamistische terroristische groepering die zonder aarzelen kinderen als menselijke schilden inzet, heeft dze ‘tactiek’ niet zelf uitgevonden. Ze erfden het. Van hun profeet, hun traditie, hun teksten. En dus moeten we durven vragen: wat gebeurt er als een religie niet het kind beschermt, maar het verheerlijkt als offer? Wat als het ultieme ideaal niet leven is, maar sterven: jong, glorieus en in dienst van de ‘zaak’? Dit artikel neemt je mee van de stoffige straten van zevende-eeuws Mekka naar de flats van Gaza, van een bed met een kind tot een ideologie die nog altijd kinderen offert. Maar ook naar een ander verhaal. Naar een andere Man met een diametraal tegengestelde boodschap. Eén waarin het kind niet sterft voor de leider, maar de Leider voor het kind.

Een kind met een speelgoedpistool op de 25e verjaardag van Hamas / Bron:Wikimedia Commons

Een kind in bed: het voorbeeld van Ali

Stel je het even voor. Een donkere nacht in Mekka. Geroezemoes in de steegjes. De spanning siddert als onweer in de lucht. En daarbinnen, in een eenvoudig huis, een jongen van twaalf, hooguit vijftien lentes jong, die zich gereedmaakt om in het bed van zijn oom te gaan liggen. Niet om te slapen. Maar om te misleiden en te dienen als lokaas. Als afleidingsmanoeuvre.

Zijn oom? Mohammed, de profeet. De aanleiding? Hij hoorde dat de Quraysh – de machtige stam van Mekka die hem vijandig gezind was vanwege zijn revolutionaire leer – plannen smeedden om hem die nacht om het leven te brengen. Zijn oplossing? Vluchten. En de jongen – zijn jonge neef Ali – in zijn plaats laten slapen. Ongezien verdwijnen, terwijl het kind in zijn bed de storm opvangt. Chivalry, anyone?

Ali, zo heet de jongen, doet wat hem gevraagd wordt. Hij kruipt onder de dekens, met de dood als potentiële bedgenoot. Als de aanvallers komen, vinden ze geen profeet, maar een puber. Het zwaard blijft in die nacht in de schede. Ali overleeft het voorval. De vertellingen noemen het een wonder. Mohammed zegt later dat hij wist dat Allah hem zou beschermen.

Maar hoe wist Ali dat dan?

Hier schuurt het. En niet een beetje ook. Want wat in sommige biografieën gepresenteerd wordt als voorbeeldige moed of devotie, onthult bij nader inzien iets onheilspellends: een leider die een kind inzet om zijn eigen hachje te redden. C’est la guerre? Nee. Dit was geen paniekreactie op oorlogsgeweld, maar een bewuste zet: een kind inzetten als menselijk schild om zichzelf te redden.

En kijk, niemand betwist dat deze gebeurtenis staat opgetekend in vroege islamitische bronnen. Ibn Ishaq. Al-Tabari. Ibn Kathir. Allen beschrijven het. En dan niet als kanttekening, maar als heroïek. Alsof dit het toonbeeld is van vertrouwen, toewijding, opoffering. Een episode die men allengs is gaan verheerlijken.

Maar laten we er geen doekjes om winden: het is de inzet van een minderjarige in een dodelijk spel. En dat door de handen van degene die in de islam als moreel summum geldt.

En dan rijst de vraag: wat voor voorbeeld is dit?

Als een profeet een kind mag gebruiken als listig substituut, waarom zouden zijn navolgers dan niet hetzelfde doen met kinderen in Gaza? Als het offer van een kind wordt verheven tot religieuze deugd, wat weerhoudt Hamas er dan van om kinderen als levende barrière te gebruiken tegen Israëlische raketten? History rhymes, zeggen de Engelsen.

Deze gebeurtenis met Ali wordt vaak over het hoofd gezien, maar het is geen detail in het leven van Mohammed. Integendeel, het vormt een blauwdruk. Het vormt de ideologische kiem van een praktijk die vandaag nog slachtoffers eist. Geen metaforisch bed meer, maar een betonnen flat. Geen bedoeïenenzwaarden, maar drones en luchtaanvallen. Het decor is veranderd. Geen bed meer, maar een school, een ziekenhuis, een woonflat. Maar het principe blijft hetzelfde: het kind vangt de klap op, zodat de gewapende mannen zich kunnen verschuilen.

Mohammed / Bron: Martin Sulman

Hamas, kinderen en de ‘heilige opoffering’

Soms moet je jezelf in de arm knijpen. Omdat het haast niet te bevatten is. Niet wat er gebeurt, want dat zie je met eigen ogen, maar hoe men het rechtvaardigt. Hamas verstopt raketten in scholen, bouwt commandocentra onder ziekenhuizen, gebruikt baby’s als buffer tegen bommen. En als je daar iets van zegt, roepen ze: “Israël schiet op kinderen!”

Waarop je je afvraagt: wie zette dat kind daar?

Dit is Mohammedaanse doctrine. Geen tragische vergissing, maar een weloverwogen plan met diepe wortels. Wortels die teruggaan tot het bed van Ali; dat moment waarop een kind dienstbaar werd gemaakt aan de zaak. Toen een profeet hem misbruikte als levend lokaas, een menselijke afleidingsmanoeuvre om zelf te kunnen ontsnappen.

En zo is het ook vandaag. Alleen is het bed veranderd in een woonwijk. En de zwaarden in raketten. De ideologie die daarachter zit, is echter onveranderd.

Hamas is een islamistische beweging met een religieuze missie. De jihad is geen middel, maar een heilige opdracht. En kinderen? Die zijn er niet om te beschermen, maar op te leiden tot de jihad en op te offeren. Afhankelijk van wat strategisch het meest oplevert. Kinderkörper als kogelvangers, dat is de grimmige logica.

En dat is geen karikatuur. In lesmateriaal van UNRWA-scholen staan martelarenliedjes. Jongetjes van tien leren dat het hoogste doel in het leven is: sterven voor Allah. En moeders die hun zonen verliezen, huilen niet zoals jij of ik. Ze glimlachen in camera’s. “Mijn zoon is nu een leeuw van Palestina.” Trots en tranen tegelijk. Een cultuur van de dood.

Kleuters in Gaza voeren militaire tactieken uit bij een afstudeerceremonie / Bron: Wikimedia Commons

In deze wereld is een kind geen individu met recht op leven, maar een schakel in een keten van verlossing. Een pion in een schaakspel waarvan de regels in de zevende eeuw zijn opgesteld. En laat het cynisch klinken, maar Hamas speelt dat spel meesterlijk.

Want wie zijn raketten lanceert vanuit kinderkamers, weet precies wat hij doet. Doden die door Israël vallen, zijn winst op het wereldtoneel. Elke camera die het kind toont, verdraait de context. En dat weet Hamas. Ze rekenen erop. Letterlijk.

En toch, hoe barbaars ook, het is volkomen logisch binnen hun wereldbeeld. Ze doen dit niet per ongeluk. Ze geloven erin. Ze volgen hun profeet, die zelf een kind inzette om zichzelf te redden. Ze verwijzen naar Ali, verheerlijken de jonge martelaar, onderwijzen de eer van het offer. En de wereld? Die blijft zwijgen, wegkijken of Israël de schuld geven, zelfs als kinderen expres in de vuurlinie worden gezet.

Errare humanum est, maar dit is geen vergissing meer. Dit is meelopen. Dit is wegkijken terwijl je weet wat er gebeurt.

Jezus geeft Zichzelf, niet het kind

Zet het eens naast elkaar en je ziet het verschil meteen. Mohammed laat een kind in zijn bed liggen om zelf te vluchten. Jezus daarentegen zegt: “Ik ben de goede Herder. Ik geef Mijn leven voor de schapen.” Het verschil? Alles.

In de islam mag een kind sterven voor de profeet. In het evangelie sterft de Profeet voor het kind. Maar Jezus is niet slechts een profeet. Hij is de Zoon van God, God Zelf in het vlees (Joh. 1:14), en de Verlosser van de wereld, gekomen om Zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Waar Hamas kinderen inzet voor de zaak, zegt Jezus: “Laat de kinderen tot Mij komen.” Niet als soldaten, maar als geliefden. Geen eer in hun dood, maar leven in overvloed.

En Hij maakt het scherp: “Wie een kind doet struikelen, beter dat hij met een molensteen verdrinkt.” Geen ruimte voor misbruik, geen excuus voor ideologische indoctrinatie. Jezus beschermt wat klein is. Mohammed gebruikte het.

Dus nee, dit is geen theologisch verschilletje. Dit is zwart-wit: Goed tegenover kwaad. Christus tegenover het rijk der duisternis.

Reacties en ervaringen

Voel je vrij om te reageren op dit artikel. Misschien heb je gedachten over het ideologisch gebruik van kinderen in conflicten, of wil je je uitspreken over religie en morele verantwoordelijkheid. Respectvolle bijdragen zijn van harte welkom. Reacties verschijnen niet direct — ze worden eerst gelezen door de redactie, zodat ongepaste of spamachtige inzendingen worden geweerd. Het kan daarom even duren voor jouw reactie zichtbaar wordt.