De toxische oorlog tegen mannelijkheid: wat wetenschap en geloof écht zeggen

Last Updated on 14 februari 2025 by M.G. Sulman

Mannelijkheid ligt onder vuur, en Nancy Pearcey duikt er met haar pennenvrucht The Toxic War on Masculinity vol in. Is ‘mannelijkheid’ nou echt het probleem, of is er iets veel complexers aan de hand? Pearcey neemt je mee door de geschiedenis, cultuur en wetenschap achter dit beladen onderwerp en laat zien hoe het beeld van ‘de man’ in de loop der tijd is gekanteld. Van beschermende vaders en verantwoordelijke echtgenoten naar het stereotype van de ongevoelige bruut—waar komt die shift vandaan? En belangrijker nog: klopt het wel? Dit boek prikt door simplistische tegenstellingen heen en gooit een bom onder de huidige debatten. Verwacht verrassende inzichten, persoonlijke verhalen en een flinke portie nuance. Want laten we eerlijk zijn: als we het over mannelijkheid hebben, wordt het gesprek vaak óf giftig, óf krampachtig politiek correct. Maar wat als er een derde optie is?

Is mannelijkheid écht toxisch? Nancy Pearcey zet de feiten op een rij

Mannelijkheid is tegenwoordig bijna een scheldwoord, en Nancy Pearcey heeft daar flink wat over te zeggen. In deze aflevering van een christelijke podcast wordt ze geïnterviewd over haar nieuwe boek The Toxic War on Masculinity, en geloof me, dit gesprek gooit wat knuppels in het hoenderhok. De heersende cultuur zegt: mannelijkheid is toxisch, gevaarlijk, onderdrukkend. Pearcey zegt: wacht eens even, wat als we naar de feiten kijken? En die feiten vertellen een heel ander verhaal.

Volgens haar onderzoek zijn het juist conservatieve evangelische mannen die de liefste echtgenoten en meest betrokken vaders zijn. Ze zorgen, ze beschermen, ze staan klaar voor hun gezin—iets wat je niet bepaald terugziet in het stereotype van de kille, dominante man. Maar hoe komt het dan dat dit beeld zo is gekanteld? Wat is de rol van geloof hierin? En hoe kunnen mannen hun kracht inzetten zonder zich schuldig te voelen over wie ze zijn? Dit gesprek graaft dieper dan de standaard cultuurstrijdjes en laat zien dat er meer aan de hand is dan simpelweg ‘goed’ versus ‘fout’. Pak een kop koffie en luister mee, want hier worden interessante dingen gezegd.

💡Wat betekent ‘evangelisch’ in de VS? Meer dan je denkt!

Evangelicalism is in de VS een veel bredere stroming dan vaak wordt gedacht. Het is niet alleen een verzameling enthousiaste, missionaire christenen uit pinkster- of baptistengemeenten, maar omvat ook Reformed Baptists, Presbyterians, Lutherans, Methodists en zelfs sommige Anglicanen. De kern zit niet in een specifieke denominatie, maar in de nadruk op persoonlijke bekering, de Bijbel als hoogste autoriteit en de opdracht om het geloof actief uit te dragen.

Binnen deze groep zijn er enorme verschillen. Je hebt de charismatische evangelicals die met handen in de lucht aanbidden en wonderen verwachten, maar ook de Reformed Baptists of Presbyterians, die theologisch stevig in de leer staan en diepgaande Bijbelstudies verkiezen boven emotionele expressie. Sommigen zijn politiek conservatief, anderen niet. Sommigen neigen naar een meer intellectualistische benadering van het geloof (think Tim Keller), anderen zijn juist meer pragmatisch en activistisch.

Wat Amerikanen niet bedoelen met ‘evangelisch’, is simpelweg ‘protestants’. Niet elke protestant is evangelisch, en niet elke evangelical is een stereotype ‘Bible Belt’-christen. Het is een diverse, maar toch herkenbare stroming binnen het christendom, die draait om vernieuwing, bekering en een diep persoonlijk geloof—of dat nu in een kerk vol lofprijzing gebeurt of in een theologisch goed doordachte preek bij een Reformed Baptist-gemeente waar ze alleen psalmen en hymnen zingen.

Mythe vs. Feiten: Evangelische mannen en gezin

Mannelijkheid en christendom? Veel mensen hebben daar zo hun preconceived notions over. Vraag het op straat en je krijgt waarschijnlijk antwoorden als: “Evangelische mannen zijn onderdrukkend” of “Conservatieve christenen houden vrouwen klein.” Maar wat als we even stoppen met aannames en naar de cijfers kijken? Wat als het verhaal compleet anders is dan wat je in de media hoort?

Nancy Pearcey gooit de data op tafel en BAM—de gangbare opvatting blijkt totaal off the rails. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat evangelische mannen die hun geloof echt serieus nemen – dus niet alleen op papier christen zijn, maar ook actief naar de kerk gaan – juist de liefste echtgenoten en meest betrokken vaders zijn. Ze hebben de laagste percentages huiselijk geweld en echtscheiding. Vrouwen die met deze mannen getrouwd zijn, omschrijven hen als liefdevol, trouw en zorgzaam. Geen control freaks, geen tyrants, maar mannen die hun gezin op één zetten.

Maar hier komt de plot twist—de échte toxische patronen worden gevonden bij een heel andere groep. Mannen die zichzelf ‘christelijk’ noemen, maar niets met geloofsbeleving doen, scoren juist HOGER op huiselijk geweld dan seculiere mannen. Say what? 🤯 Yep, dat is wat de statistieken laten zien. Dus niet christelijk geloof maakt een man onderdrukkend, maar het ontbreken van een diepgewortelde praktijk ervan. Een identiteitslabel zonder levensstijl.

Dit zet nogal wat dingen in perspectief, niet? De stereotypen over ‘gevaarlijke evangelische mannen’ blijken gebouwd op een foute generalisatie. Mannelijkheid is niet het probleem. ‘Toxic masculinity’ is geen standaardproduct van het geloof. Het draait allemaal om karakter, toewijding en hoe iemand met zijn overtuigingen omgaat. En dát—meer dan schreeuwerige headlines of politiek geladen discussies—zou het echte gesprek moeten zijn.

De evolutie van mannelijkheid

Mannelijkheid vandaag de dag voelt soms als een mijnenveld. Wat betekent het eigenlijk om ‘een man’ te zijn? Stoer en competitief? Zorgzaam en betrokken? De manier waarop we naar mannelijkheid kijken, is drastisch veranderd—en daar speelt de Industriële Revolutie een gigantische rol in.

Toen mannelijkheid nog thuis was

Vroeger, in de tijd van boerderijen en familiebedrijven, waren mannen niet alleen kostwinners, maar ook zorgende vaders, opvoeders en beschermers—gewoon thuis, in hun eigen omgeving. Werk en gezin waren met elkaar verweven. Een zoon leerde het vak van zijn vader, een vader bracht zijn waarden direct over aan zijn kinderen. Mannelijkheid werd niet los gezien van verantwoordelijkheid, zorg en gemeenschap.

De fabriek roept: de geboorte van de harde mannelijkheid

Enter de Industriële Revolutie en BOEM—alles verandert. Werk verplaatste zich van het land naar de fabriek, van het gezin naar de markt. Mannen verdwenen van huis en brachten hun dagen door in harde, hiërarchische systemen waar winst, discipline en concurrentie golden. De man werd de ‘breadwinner’, maar verloor zijn dagelijkse aanwezigheid in het gezin.

Tegelijkertijd ontstond een nieuw beeld van mannelijkheid. Sterk, onafhankelijk, meedogenloos in zaken—de ‘self-made man’ werd de nieuwe norm. Zachtheid en zorgzaamheid? Dat werd steeds vaker als vrouwelijk gezien. Mannelijkheid werd gescheiden van het huiselijke leven en groeide uit tot iets dat je moest bewijzen in de buitenwereld, niet meer binnen het gezin.

Van betrokken vaders naar afstandelijke providers

Mannen werden gewaardeerd om hun economische succes, niet om hun vaderlijke aanwezigheid. De band tussen vader en kind werd dunner, minder direct. De man als liefhebbende mentor en opvoeder werd vervangen door de man als harde werker die ‘zijn plicht doet’ door geld op tafel te leggen.

En dat heeft een lange nasleep gehad. Veel van de discussies over mannelijkheid vandaag—de angst voor ‘toxische mannelijkheid’, de zoektocht naar ‘echte mannelijkheid’—komen voort uit die historische verschuiving. De vraag is: hoe draaien we dit terug? Hoe kan mannelijkheid weer een kracht worden die opbouwt in plaats van zich moet bewijzen?

Daar ligt de échte uitdaging.

Is er écht een oorlog tegen mannen?

Je hoort het steeds vaker: “Mannen hebben het zwaar.” Maar zodra iemand dat zegt, vliegt de tegenreactie je om de oren. “Kom op, mannen hebben nog steeds alle privileges!” of “Wat een aanstellerij, mannen hebben het altijd voor het zeggen gehad.” Maar wacht even… laten we eens naar de feiten kijken. Want als je door de retoriek heen prikt, zie je dat mannen op veel fronten écht achteropraken.

Onderwijs: Jongens haken massaal af

Jarenlang werd de focus gelegd op het bevorderen van onderwijs voor meisjes—en dat heeft gewerkt. Maar nu zitten we met een nieuw probleem: jongens presteren slechter, halen lagere cijfers en gaan steeds minder vaak naar de universiteit. In sommige landen is het verschil zo groot dat universiteiten actief proberen meer jongens aan te trekken, omdat de balans compleet zoek is.

Het schoolsysteem? Meer gericht op stilzitten, luisteren, gehoorzamen. Dat werkt vaak goed voor meisjes, maar jongens leren anders. Ze zijn gemiddeld genomen beweeglijker, competitiever en leren vaak beter door trial & error dan door netjes hun huiswerk in te leveren. Maar in plaats van daar rekening mee te houden, worden veel jongens neergezet als ‘lastig’ of ‘gedemotiveerd’. Het resultaat? Ze haken af.

Werk: De verdwijnende man op de arbeidsmarkt

Nog zo’n trend waar bijna niemand over praat: mannen vallen massaal buiten de arbeidsmarkt. De traditionele ‘mannelijke’ beroepen—fabriekswerk, ambachten, technische banen—zijn steeds minder nodig of worden geautomatiseerd. Ondertussen groeien sectoren als onderwijs, zorg en dienstverlening, waar juist meer vrouwen in werken.

En dan is er nog iets anders: meer mannen dan ooit kiezen er simpelweg voor om niet te werken. In sommige leeftijdsgroepen werkt meer dan 10% van de mannen niet en is ook niet actief op zoek naar werk. Wat gebeurt hier? Gebrek aan perspectief? Demotivatie? Een systeem dat hen niet meer nodig lijkt te hebben?

📉 Ook in Nederland haken steeds meer jonge mannen af op de arbeidsmarkt

Volgens NOS Nieuws (20 juli 2019) is het aantal mannen tussen de 25 en 45 jaar dat niet werkt, in tien jaar tijd bijna verdubbeld. Waar in 2009 nog 4,6% van hen thuiszat, is dat in 2019 gestegen naar 8%—ongeveer 100.000 mannen. Werkgevers smeken om personeel, maar deze groep vindt of kiest geen plek op de arbeidsmarkt. De oorzaken? Psychische klachten, burn-outs, automatisering van simpele banen en veranderende sociale normen, waardoor financiële afhankelijkheid van anderen sneller geaccepteerd wordt. Volgens het CBS gaat het vaak om laagopgeleide, alleenstaande mannen die vroeger nog in fabrieken of ambachten aan de slag konden, maar nu sneller als arbeidsongeschikt worden bestempeld. Sommige onderzoeken wijzen ook op een andere trend: alternatieve tijdsbestedingen, zoals gamen, worden steeds aantrekkelijker.

Gezondheid: Een stil drama

Dan de harde cijfers: mannen leven gemiddeld korter dan vrouwen. Niet een beetje, maar met een verschil van jaren. Ze hebben hogere zelfmoordcijfers, gaan minder snel naar de dokter en kampen vaker met verslavingen. Mannen worden aangemoedigd om ‘sterk’ te zijn, ‘hun problemen zelf op te lossen’ en ‘niet te zeuren’. Maar ondertussen lopen ze rond met mentale problemen waar niemand iets aan doet.

Als vrouwen massaal slechter presteerden in school, sneller stierven en uit de arbeidsmarkt vielen, zou het land op zijn kop staan. Maar wanneer mannen achteropraken, lijkt er nauwelijks aandacht voor te zijn. Waarom? Omdat het narratief nog steeds is dat mannen de dominante groep zijn, de winnaars, de bevoorrechten. En dus wordt alles weggewuifd als aanstellerij.

Maar dat is niet eerlijk. Een gezonde samenleving heeft sterke, verantwoordelijke, betrokken mannen nodig—net zo goed als sterke, verantwoordelijke, betrokken vrouwen. Dus misschien is het tijd om het gesprek te voeren zonder direct in de verdediging te schieten. Misschien is het tijd om niet alleen te vragen: “Hebben mannen het te goed gehad?”, maar ook: “Hebben we mannen misschien een beetje laten vallen?”

De twee scripts van mannelijkheid

Wat betekent het om ‘een echte man’ te zijn? Vraag het aan tien verschillende mensen en je krijgt tien verschillende antwoorden. Maar Nancy Pearcey laat zien dat er in de kern twee concurrerende scripts zijn—twee totaal verschillende versies van mannelijkheid die bepalen hoe we over mannen denken en hoe zij over zichzelf denken.

👑 De “Goede Man” (Good Man)

Dit is de man die je in oude heldenverhalen tegenkomt. Eerlijk. Beschermend. Zorgzaam. Verantwoordelijk. Hij staat voor zijn gezin, hij helpt zijn gemeenschap, hij is sterk op een manier die niet onderdrukt, maar opbouwt. Dit type mannelijkheid heeft diepe wortels in christelijke waarden en eeuwenoude ethische principes. Denk aan ridders die eervol strijden, vaders die hun kinderen met liefde opvoeden, mannen die zichzelf opofferen voor het grotere goed.

In vrijwel alle culturen wordt dit ideaalbeeld geprezen. Vraag een willekeurige vrouw hoe ze haar droomman zou omschrijven, en de kans is groot dat je iets hoort dat perfect in dit plaatje past. Maar…

💪 De “Echte Man” (Real Man)

De moderne cultuur heeft een ander script neergezet. Hier wordt een man niet gewaardeerd om zijn eerlijkheid of zorgzaamheid, maar om zijn succes, zijn kracht, zijn vermogen om te domineren. De ‘Real Man’ is hard, emotioneel gesloten, gefocust op status en macht. Kwetsbaarheid? Zwakte. Empathie? Onnodig. De boodschap is simpel: je bent pas een man als je wint.

Dit beeld wordt overal gepusht—van Hollywood-films tot self-improvement goeroes die schreeuwen dat mannen ‘hun innerlijke alpha’ moeten activeren. Het resultaat? Veel mannen voelen zich gevangen. Als ze zorgzaam en betrokken zijn, worden ze als zwak gezien. Als ze zich hard en afstandelijk opstellen, worden ze als toxisch bestempeld.

🔄 Terug naar de “Goede Man”

Pearcey stelt een radicale vraag: Waarom pushen we mannen in dat harde, ongevoelige script, om ze vervolgens te veroordelen als toxisch? In plaats van mannen aan te vallen, moeten we ze aanmoedigen om de ‘goede man’ te zijn—de man die beschermt, leidt met liefde en zijn kracht inzet om anderen op te bouwen. Niet door hen te shamen of hen te vertellen dat mannelijkheid slecht is, maar door het juiste voorbeeld te geven.

Want de waarheid is: de wereld heeft geen tekort aan ‘Real Men’ die keihard voor zichzelf leven. Maar we kunnen nooit genoeg ‘Goede Mannen’ hebben die hun kracht inzetten om de wereld beter te maken.

Een afbeelding die het contrast tussen de ‘Goede Man’ en de ‘Echte Man’ visualiseert. Het laat zien hoe mannelijkheid door de tijd heen is veranderd, met aan de ene kant zorgzaamheid en verantwoordelijkheid, en aan de andere kant competitie en harde zakelijkheid. / Bron: Martin Sulman m.b.v. AI Drawing Image Generator

Conclusie: hoe verzoent het christendom de geslachten?

In een wereld waar het debat over mannelijkheid vaak uitdraait op een eindeloze strijd—mannen tegen vrouwen, feminisme tegen traditie, progressief tegen conservatief—stelt Nancy Pearcey een verrassend alternatief voor: wat als we gewoon stoppen met vechten?

Van strijd naar samenwerking

De kern van het christelijk geloof is niet competitie, maar samenwerking. Geen ‘mannen tegen vrouwen’, geen ‘wie heeft er meer macht?’, maar een dynamiek waarin beide geslachten elkaar aanvullen, versterken en ondersteunen. In plaats van een samenleving waarin mannen zich of schuldig moeten voelen over hun mannelijkheid óf zich juist keihard moeten bewijzen, stelt Pearcey dat we mannen zouden moeten aanmoedigen om hun goede mannelijkheid te omarmen. De man als beschermer, leider, mentor, liefhebbende echtgenoot, betrokken vader—sterk zonder onderdrukking, krachtig zonder kilheid.

Een nieuw narratief over mannelijkheid

Het probleem is niet mannelijkheid op zich, maar het verkeerde script dat mannen wordt voorgeschoteld. De oplossing is dus niet het afbreken van mannelijkheid, maar het herdefiniëren ervan. Mannen moeten niet worden afgeschilderd als toxisch, maar worden aangemoedigd in de rol die hen juist zo waardevol maakt: verantwoordelijk, loyaal, zorgzaam, krachtig op een manier die bouwt in plaats van sloopt.

En dat werkt niet alleen in theorie. Onderzoek laat keer op keer zien dat mannen die hun geloof serieus nemen—die niet alleen christen zijn op papier, maar echt hun geloof beleven—de beste partners en vaders zijn. Ze scheiden minder, zijn minder gewelddadig en worden door hun vrouwen omschreven als liefdevol en betrokken. Met andere woorden: geloof, goed beleefd, maakt mannen beter.

Tijd voor een ander gesprek

Misschien is het tijd om het hele debat om te draaien. Niet langer een eindeloze discussie over hoe mannen ‘zich moeten aanpassen’, maar een gesprek over hoe mannelijkheid op de beste manier kan worden vormgegeven. Geen oorlog, geen strijd, maar samenwerking. En misschien, heel misschien, ligt daar de échte oplossing.

Reacties en ervaringen

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt bijvoorbeeld je ervaringen delen over wat echte mannelijkheid is, of tips geven. Wij stellen reacties zeer op prijs. Reacties worden niet automatisch (direct) gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie gelezen zijn. Dit om ‘spam’ of anderszins ongewenste c.q. ongepaste reacties eruit te filteren. Daar kunnen soms enige uren overheen gaan.