Is het christelijk geloof écht uniek? Een Bijbels antwoord op Denkstof #11

Last Updated on 24 juni 2025 by M.G. Sulman

Wat maakt het christelijk geloof werkelijk uniek. En is die uniciteit voldoende, of noodzakelijk? In de Denkstof-video “Is het christelijk geloof als enige waar?” d.d. 27 november 2020 wordt die vraag op een toegankelijke en sympathieke manier besproken, maar onder deze vriendelijke toon schuilt een zorgwekkend tekort aan theologische diepte en epistemologische helderheid. Dit artikel biedt een kritische analyse van de kernstellingen van de video, bezien door de bril van de Schrift en de principes van de Reformatie. Want in een tijd waarin religieuze ervaring vaak als ultieme toetssteen geldt, is het meer dan ooit nodig om terug te keren naar het onfeilbare fundament: Gods Woord.

Is het christelijke geloof als enige waar? – Denkstof #11

Inhoud

🎯 Wat zegt Denkstof wél — en wat juist níet?

De Denkstof-video ademt een vriendelijke sfeer: open, nieuwsgierig, mild. Jezus wordt voorgesteld als uniek, als iemand bij wie God heel dichtbij komt. Er wordt gesproken over religieuze ervaring, over de waarde van andere geloven, en over het idee dat iedereen ergens wel “iets van God” meemaakt. God is met iedereen onderweg, zo klinkt het. En Jezus? Die is – in hun woorden – “voor mij” de mooiste of beste weg. Christelijk geloven wordt vooral gepresenteerd als een persoonlijke ontdekkingsreis, niet als een oproep tot omkeer of geloofsgehoorzaamheid.

Maar opvallend is wat er níet gezegd wordt. Geen woord over zonde. Geen enkele verwijzing naar het kruis. Het lijden en sterven van Jezus blijven onvermeld. Er is geen sprake van schuld, geen oproep tot bekering, geen urgentie. Ook Jezus’ eigen woorden – “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” – ontbreken volledig. Daarmee wordt het hart van het evangelie zorgvuldig omzeild. Wat overblijft is een warme boodschap zonder scherpte, een halve waarheid die – hoe sympathiek ook – het Woord van God geweld aandoet.

✅ Wat zeggen ze wél?

OnderwerpLetterlijke of inhoudelijke uitspraken
Jezus“Bij Jezus is God mens geworden”
“De hemel vermengt zich met de aarde”
“Jezus is iets unieks”
God in andere religies“Al die geloven zijn stukjes bevindingen van dezelfde God”
“God is met iedereen bezig”
Godservaring wereldwijd“Iedereen heeft iets van God meegemaakt”
“God spreekt in ieders eigen taal”
Religies als deel van waarheid“In al die geloven zie je iets van God”
“We kunnen van elkaar leren”
Eigen geloof als voorkeur“Voor mij is Jezus de beste weg”
“Dit geloof past bij mij”
Oordeel en redding“God gaat milder om met mensen die weinig kans hebben gehad”
“Hij houdt geen rekening met tijden van onwetendheid”
Evangelie delen“Als je trots bent op je geloof, deel het dan”
“Je mag anderen een nieuwe blik op hun leven aanreiken”
Kernpunt van het evangelieWat ontbreekt er concreet?
Zonde en schuldHet woord “zonde” valt nergens. De menselijke schuld voor God blijft volledig buiten beeld.
BekeringGeen oproep tot omkeer of geloofsvernieuwing. Geloof wordt voorgesteld als persoonlijke voorkeur.
Kruis en kruisdood van JezusEr wordt niets gezegd over het lijden of sterven van Jezus als verzoening voor zonden.
Verzoening en plaatsvervangingGeen verwijzing naar het kruis als plek waar Gods toorn rechtvaardig gedragen werd.
Toorn en oordeel van GodDe realiteit van het oordeel wordt genegeerd of afgezwakt. God verschijnt alleen als mild.
Wedergeboorte of nieuw levenGeen sprake van geestelijke vernieuwing of de noodzaak van een nieuw hart.
Exclusiviteit van JezusJezus wordt niet de enige Weg genoemd (Joh. 14:6), maar slechts "de beste" of "de mooiste".
Hel of eeuwige verlorenheidDe mogelijkheid van eeuwig oordeel wordt impliciet ontkend of als "onzin" afgedaan.
Het gezag van Jezus' woordenZijn uitspraken over waarheid, oordeel en exclusiviteit worden nergens geciteerd of uitgelegd.

Conclusie in één zin:

De video presenteert een vriendelijke Jezus en een inclusieve God, maar zonder zonde, zonder kruis, zonder oordeel, en dus zonder het evangelie.

Een eerlijke vraag of een subtiele relativisering?

Wat maakt een religie waar? Het is een eeuwenoude vraag die telkens in nieuwe kleren verschijnt. In de Denkstof-video “Is het christelijk geloof als enige waar?” wordt deze vraag opnieuw aangeraakt, op een manier die ogenschijnlijk open en uitnodigend is, maar bij nadere beschouwing is er sprake van epistemologische vaagheid die uiteindelijk afglijdt richting religieus relativisme. De video wil ogenschijnlijk jongeren helpen, maar doet dat met een hermeneutiek van sympathie en niet van waarheid.

Laten we duidelijk zijn: het christelijk geloof stelt geen vrijblijvende waarheidsclaim. Het stelt exclusiviteit. Niet als culturele arrogantie, maar als gevolg van openbaring. Niet de mens heeft God bedacht, maar God heeft Zichzelf geopenbaard. De Schrift vormt, volgens de reformatorische traditie, het norma normans van alle waarheid (de norm die alle andere normen normeert). Niet ons gevoel. Niet onze ervaring. Niet onze oprechte bedoelingen. Sola Scriptura betekent: de Bijbel heeft het laatste woord, juist omdat het het Woord van God is.

Sola scriptura / Bron: Martin Sulman

En daar wringt de schoen. Want de Denkstof-video wekt de indruk dat alle religies “iets van God” ervaren. Dat klinkt aardig, en het bevat zelfs een kern van waarheid. Denk aan Paulus’ woorden op de Areopagus: “Wat gij dan vereert zonder het te kennen, dat verkondig ik u” (Handelingen 17:23). Maar het risico is levensgroot: zodra men ervaring verheft tot criterium, versluieren we het verschil tussen de Schepper en de projecties van het schepsel. De theologie van Calvijn was daar helder over: het hart van de mens is een “idolorum fabricam”, een afgodenfabriek. Iets kan vroom lijken, en tóch vals zijn.

Bovendien: de vraag of het christelijk geloof als enige waar is, kán niet beantwoord worden zonder eerst te vragen wat waarheid überhaupt is. De Bijbel stelt dat waarheid geen concept is, maar een Persoon. “Ik ben de Waarheid” (Johannes 14:6), zegt Jezus. Dat is een messcherpe bewering. Niet: “Ik wijs de weg,” maar: “Ik bén het.” Daarmee worden alle concurrerende waarheidsclaims – hoe respectabel ook op het eerste gezicht – principieel gecorrigeerd. Dat is geen liefdeloosheid. Het is logische noodzaak: waarheid sluit per definitie haar tegenspraak uit. (De klassieke wet van de non-contradictie: iets kan niet tegelijk waar én niet waar zijn.)

Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6) / Bron: Martin Sulman

Is de vraag van de video dan verkeerd? Neen, verre van. Doch ze is gevaarlijk oppervlakkig. Een vraag stellen zonder het gereedschap aan te reiken om haar correct te beantwoorden, is geen wijsheid maar verwarring. De Heidelberger stelt niet voor niets: “Wat is uw enige troost…?” Niet: wat vóélt veilig, maar: wat is wáár? En dáárop bouwen we, of we het nu leuk vinden of niet.

Want uiteindelijk is waarheid geen abstracte formule, maar een levende realiteit. En die realiteit heeft een Naam.

De bewering: alle religies ervaren iets van God

Algemene openbaring of godservaring?

De Denkstof-video stelt dat “alle religies iets van God ervaren.” Op het eerste gehoor klinkt dat sympathiek, misschien zelfs Bijbels. Want ja, Romeinen 1 is duidelijk: “Want hetgeen van God gekend kan worden, is hun openbaar; want God heeft het hun geopenbaard” (Rom. 1:19). Paulus laat daar geen misverstand over bestaan: Gods eeuwige kracht en goddelijkheid zijn zichtbaar in de schepping. Maar de apostel voegt er direct iets messcherps aan toe: de mens onderdrukt deze waarheid. Hij erkent God niet als God, maar vervangt Hem, en dáár begint afgoderij. De mens ervaart dus niet zomaar iets van God, hij verdraait die ervaring.

Het onderscheid tussen algemene openbaring (schepping, geweten, orde) en bijzondere openbaring (de Schrift en Christus) is hier van fundamenteel belang. Algemene openbaring kan een mens aanklagen, maar niet behouden. Ze laat zien dat er een God is, ja, maar ze openbaart niet wie Hij is in Zijn verzoenende genade. Dat is het terrein van het evangelie, van de vleesgeworden Logos, van het kruis.

Religieuze ervaring als epistemologisch fundament?

Wanneer de video stelt dat religies “iets van God ervaren”, schuift het de epistemologische basis ongemerkt van openbaring naar ervaring. En daar gaat het mis. Want wat is een religieuze ervaring eigenlijk? Een gevoel van transcendentie? Verwondering? Morele verrukking? Mystieke vervoering? Als dát de toetssteen wordt, wordt alles vloeibaar. Dan is een sjamanistische trance, een hindoeïstisch eenheidsgevoel en een Pinksterbijeenkomst plots op hetzelfde niveau. Voilà la confusion.

Vanuit bijbels oogpunt is dat onhoudbaar. Want de kennis van God komt niet voort uit innerlijk zoeken, maar uit Goddelijk spreken. Zoals Calvijn stelt in het begin van zijn Institutie: ware kennis van God is tegelijk ingegeven én bevestigd door de Geest via de Schrift. Gevoelens kunnen misleiden. Verstand kan dwalen. Maar de Schrift – geestelijk verstaan – is het anker.

Godservaring buiten Christus?

De grootste valkuil van deze bewering is misschien wel deze: het suggereert dat je God kunt ervaren buiten Christus om. Alsof Jezus optioneel is. Alsof God Zich ook los van Zijn Zoon laat kennen. Maar volgens Johannes 1:18 geldt: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.” Daar is geen ruimte voor een alternatieve route. Jezus is niet alleen de Middelaar van verlossing, maar ook van openbaring. Zonder Hem geen ware kennis van de Vader. Punt uit.

Wie God buiten Christus meent te ontmoeten, ontmoet uiteindelijk een afgod; een verzinsel van het menselijke hart, een projectie, een geestelijk fata morgana. Calvijns waarschuwende diagnose is nog steeds actueel: “Al wat buiten Christus ons over God wordt voorgesteld, is enkel ijdelheid en dwaling.”

Slotakkoord: sympathiek is niet zaligmakend

Het klinkt vriendelijk, het klinkt open: “alle religies ervaren iets van God.” Maar laten we eerlijk zijn: het is theologisch zwak. Het mist precisie. En erger nog, het zaait verwarring. Want zodra de unieke bemiddelende positie van Christus wordt vervangen door een vage, ervaringsgerichte spiritualiteit, verliezen we de kern van het evangelie. De Schrift is niet vaag. De waarheid is niet fluïde. De enige ervaring die zalig maakt, is die van de wedergeboorte, en die begint bij het Woord, niet bij de zintuigen.

De kern: bij Jezus is God mens geworden

De vleeswording als theologische spil

De uitspraak in de video dat “bij Jezus God mens is geworden” raakt zonder twijfel aan het hart van het christelijk geloof. Dit is geen bijzaak. Geen poëtisch beeld of symbolisch verhaaltje. Het is het fundament. “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond” (Johannes 1:14) — met die woorden plaatst de apostel Johannes een theologische aardverschuiving midden in de religieuze wereld van zijn tijd. En de echo klinkt tot vandaag. Want als dit waar is, dan is alles anders.

De vleeswording (incarnatie) betekent dat de eeuwige, almachtige God — onzichtbaar, onbegrensd, heilig — Zichzelf werkelijk heeft verbonden aan onze vergankelijke, stoffelijke natuur. Niet tijdelijk. Niet schijnbaar. Niet als een goddelijke avatar. Neen, volledig mens, zonder op te houden volledig God te zijn. Dit is geen mystiek, geen gnostiek, geen halfslachtige vermenging. En waarom? Opdat Hij waarachtig voor ons kon lijden. Voor zondaren.

Jezus als exclusieve openbaring van de Vader

Wat in de video echter ontbreekt, is de implicatie van deze vleeswording. De vleeswording is niet enkel een wonder van nabijheid; het is ook een absolute claim op waarheid. Jezus is niet één van velen die ons iets van God laten zien. Hij is de enige die de Vader volledig openbaart. “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Johannes 14:9). Dat is geen halfzachte uitspraak. Het is een bijl aan de wortel van elke religie die een andere weg tot God poneert.

Calvijn schrijft ergens in zijn Institutie dat alle kennis van God buiten Christus duister, verward en misleidend is. Waarom? Omdat wij, zonder bemiddeling, blind zijn. En Hij, die het licht der wereld is, onze ogen opent. Christus is dus niet enkel de openbaring van God, Hij is het licht waardoor elke andere bewering over God pas kan worden beoordeeld. Hij is het axioma van elke theologie die op waarheid uit is.

De miskenning van de radicaliteit

Wat in de Denkstof-video subtiel gebeurt, is dit: de vleeswording wordt benoemd als iets intiems, bijzonders, unieks zelfs, maar niet als iets noodzakelijks. Niet als dat wat alle andere religieuze claims fundamenteel tekort laat schieten. De toon is vredelievend, maar de theologische scherpte ontbreekt. Er wordt geen appel gedaan op de absolute noodzaak van Christus. Geen verwijzing naar de schandpaal van Golgotha, naar de vloek die Hij droeg. En dus, geen urgentie. Geen botsing met andere waarheidsclaims. Geen scheiding der geesten.

En dat is tragisch. Want de vleeswording van Christus is niet bedoeld om enkel verwondering op te roepen. Ze eist bekering. Ze roept op tot gehoorzaamheid van geloof. “Dit is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem!” (Matteüs 17:5). De vleeswording is een proclamatie, geen optie. Ze sluit uit. Ze oordeelt. Ze schept een kloof tussen waarheid en dwaling.

Christus is geen religieus hoogtepunt — Hij is het begin en het einde

Kortom: wie de vleeswording van Christus noemt, maar de exclusiviteit van Zijn openbaring ontwijkt, ondergraaft haar betekenis. Jezus is niet de beste religieuze optie. Hij is het vleesgeworden Woord van God. Niet één van velen. Niet de meest liefdevolle route. Hij is de enige Weg. En ja, dat schuurt met onze postmoderne, pluralistische gevoeligheden. Maar theologie moet waarheid dienen, niet het sentiment strelen.

Wie de incarnatie verkondigt, moet ook de confrontatie aangaan. Want als het Woord werkelijk vlees is geworden, dan heeft de leugen geen excuus meer. Dan vraagt God in de gedaante van een timmerman: “Wie zeg jij dat Ik ben?” En er is geen neutraal antwoord.

De kruisiging van Jezus door Antonello da Messina / Bron: Wikimedia Commons

De echte vraag: is Jezus uniek of exclusief?

Uniekheid als veilige term

In de Denkstof-video wordt herhaaldelijk benadrukt dat Jezus “uniek” is. Een lovenswaardige observatie, zonder twijfel. Maar het woord “uniek” is in onze tijd nogal uitgehold: het zegt iets bijzonders, zonder noodzakelijk iets bindends te impliceren. Mozart was uniek. Mandela was uniek. Ook de Dalai Lama is voor zijn volgelingen uniek. De vraag is dus niet of Jezus bijzonder is — dat zullen weinig mensen ontkennen — maar of Hij exclusief is. Of Hij de enige Weg tot God is. Daar wringt het theologische schoentje. En daar ontloopt de video haar plicht.

Wanneer we Jezus enkel als “uniek” presenteren, wordt Hij een indrukwekkende figuur binnen het bredere religieuze landschap. Een spiritueel licht onder vele lichten. Een inspirerend mens onder andere geïnspireerden. Maar Jezus aanvaardt die rol niet. Hij eist de troon. “Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Johannes 14:6). Dat is geen bloemrijke hyperbool. Het is een deur die op een kier staat, met álle andere dicht.

Trouw aan de Schrift betekent uitsluiting van alternatieven

De exclusieve claim van Christus is geen menselijke projectie, maar goddelijke zelfopenbaring. Wanneer Jezus zegt dat Hij de Weg is, bedoelt Hij: buiten Mij is er geen verzoening, geen kennis van God, geen eeuwig leven. Dat is niet omdat God bekrompen is. Neen. Het is omdat er niemand anders is die de zonde kan dragen, de dood kan verslaan en de Vader kan openbaren. Er is geen tweede kruis. Geen reserve-Middelaar. Zoals Petrus zegt voor de Joodse Raad: “Er is onder de hemel geen andere Naam gegeven waardoor wij zalig moeten worden” (Handelingen 4:12).

Vanuit bijbels perspectief is dat niet enkel een troostvolle waarheid, doch het is een noodzakelijke correctie van de natuurlijke religie van de mens. De mens wil God op eigen voorwaarden benaderen, via moraal, ritueel, ervaring. Maar de ware God sluit alle eigenmachtigheid uit. “Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik aan geen ander geven” (Jesaja 42:8). Christus is niet één pad naast anderen. Hij ís het Pad, en alle andere leiden, hoe oprecht ze je ook mogen toeschijnen, uiteindelijk van God vandaan.

Jezus’ exclusiviteit en Gods rechtvaardigheid

Toch rijst bij velen een terechte vraag: is het niet onrechtvaardig van God om maar één weg tot Zichzelf open te stellen? Zou liefde niet betekenen dat alle religieuze inspanningen een weg naar boven vormen? Deze redenering lijkt empathisch, maar gaat voorbij aan twee cruciale waarheden.

Ten eerste: God is niet verplicht om enige weg tot redding te bieden. De zonde van de mens is zo ernstig — zo radicaal God-ontkennend — dat het volledig rechtvaardig zou zijn geweest als God de mens aan zijn lot had overgelaten. Genade is geen recht. Het is soeverein geschenk. Ten tweede: juist de enige weg is ook de vrije weg. Het evangelie is geen elitair programma voor de geestelijk begaafden, geen mystieke ladder voor de spirituele helden. Het is een boodschap voor zondaren. Voor ieder mens, uit elk volk, van elke achtergrond, door geloof alleen.

Juist daarin openbaart zich de majesteit van Gods liefde: Hij sluit elke menselijke verdienste radicaal uit, opdat niemand zou roemen, en Hij sluit in wie zich verootmoedigt onder het kruis van Zijn Zoon.
Want “niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:6), en “uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is de gave van God” (Ef. 2:8). Niet door afkomst, niet door religieuze inspanning, niet door innerlijke ervaring, maar alleen door het Lam dat de zonde der wereld wegneemt (Joh. 1:29).

Het ongemak van exclusiviteit in een inclusieve tijd

Het blijft lastig. Heel lastig. De taal van exclusiviteit schuurt tegen het sentiment van onze tijd, waarin inclusiviteit als hoogste deugd geldt. Zeggen dat Jezus de enige Weg is, voelt in deze cultuur als heiligschennis. Maar de waarheid van Christus is niet onderhandelbaar. Ze vraagt geen goedkeuring van talkshows, onderwijsbeleid of publieke opinie. Ze vraagt overgave. Wie Hem volgt, zal botsen met de geest van deze eeuw. Hij zei het zelf: “Een ieder die uit de waarheid is, hoort Mijn stem” (Joh. 18:37). En wie Zijn stem negeert, zal vroeg of laat de stem van een andere meester volgen; een die wel behaagt, maar niet redt.

De keuze is dus niet tussen Jezus of “ook iets spiritueels”. Niet tussen kerk of zingeving. De keuze is tussen waarheid en illusie. Tussen het kruis dat leven geeft en de afgod die je bevestigt, tot je leegloopt. Tussen het evangelie van genade en alle alternatieven die er misschien op lijken, maar je nooit thuisbrengen bij de Vader.

Wat zegt de Reformatie hierover?

Sola Scriptura: de Schrift als enig richtsnoer

De Reformatoren maakten korte metten met subjectieve fundamenten voor geloof. Of het nu traditie was (zoals in Rome), of innerlijke ervaring (zoals bij mystici), het oordeel was helder: alleen de Schrift kan met gezag spreken over God, zonde en verlossing. Dit is het hart van Sola Scriptura. Niet dat de Bijbel de enige bron is die iets zegt over God, maar dat zij de enige is die absoluut gezag heeft. Of, om het met Luther te zeggen: “Mijn geweten is gebonden aan het Woord van God.” Niet aan een stem vanbinnen. Niet aan de consensus van de tijd. Niet aan de stem van de meerderheid.

De Denkstof-video spreekt wel over Jezus als unieke openbaring, maar plaatst die openbaring onvoldoende in het kader van openbaring als gezaghebbend Woord. Daarmee wordt Jezus een belevingsfiguur in plaats van de vleesgeworden Waarheid. En dát is het probleem. Want zodra de Schrift niet langer normatief is, wordt elke uitspraak over Jezus onderhandelbaar. Dan is het slechts één interpretatie naast vele. Maar het Woord van God laat zich niet domesticeren tot “een mooi verhaal”.

Sola Christus: geen waarheid buiten de Middelaar

De Reformatie stond ook in het teken van Sola Christus. Niet Maria. Niet de heiligen. Niet de Kerk als instelling. Christus alleen. Als Middelaar. Als Profeet, Priester en Koning. In deze driedubbele bediening (drievoudig ambt) is Hij tegelijk de openbaring van God, de verzoening met God, en het gezag van God. Of, in meer filosofische termen: Christus is de epistemologische, soteriologische én eschatologische sleutel.

De video lijkt Jezus wel te erkennen als bijzonder, maar erkent Hem niet als noodzakelijk. Dat is de essentie van het verschil. Calvijn schreef dat wie buiten Christus om God zoekt, zich begeeft in een “weg zonder eind”. De bijbelse visie is onmiskenbaar exclusief: alleen Christus leidt tot de Vader. En wie dat uitsluit, sluit in feite het evangelie zelf uit.

De idolorum fabricam en de religieuze misleiding

Centraal in het denken van Calvijn is ook zijn diagnose van het menselijke hart: het is een idolorum fabricam, een afgodenfabriek. De natuurlijke mens is religieus, ja. Onmiskenbaar. Maar die religiositeit is niet neutraal. Ze is bedorven. Ze produceert valse godsbeelden. Vals vuur. Spirituele kopieën. Religie als zodanig is geen brug naar God, maar een uiting van de verlorenheid van de mens. “Want ook al kenden zij God, zij hebben Hem niet als God verheerlijkt” (Romeinen 1:21). Ervaring alléén is dus niet genoeg. Integendeel. Zonder herboren hart, zonder wedergeboorte door het Woord en de Geest, zijn zelfs de meest vrome religieuze gevoelens bedrieglijk.

En dát is waarom de Reformatie niet begon als kerkpolitiek meningsverschil, maar als geestelijke revolutie. Een bevrijding van de mens uit de slavernij van zijn eigen verzonnen goden, terug naar de God die spreekt, oordeelt, en redt.

Geen pluralisme, maar waarheid

In de Denkstof-video wordt er — wellicht onbedoeld — een brug geslagen tussen religieuze ervaringen wereldwijd, alsof ze samen één bredere werkelijkheid weerspiegelen. De Reformatie zou dit resoluut afwijzen. Niet omdat zij gesloten stond voor waarheid, maar omdat zij wist: waarheid is niet verspreid over vele wegen, maar geconcentreerd in Eén. Eén Middelaar. Eén Naam. Eén Evangelie.

De echte vraag is dus niet of we religieus zijn. Niet of we geraakt worden door het goddelijke. De echte vraag is: zijn we teruggebracht tot Christus? Heeft het Woord ons neergeveld én opgewekt? Of blijven we ronddolen in een geestelijk landschap vol stemmen, zonder ooit tot de Herder te komen die spreekt?

De Reformatie roept niet op tot vroomheid, rituelen of innerlijke rust. Ze roept op tot bekering. Tot een breuk met jezelf. Tot een nieuw hart dat buigt voor Christus alleen. Niet geleid door een warm gevoel of een vage intuïtie, maar door het onontkoombare appel van Gods Woord. Het begint niet met een subjecrtieve ingeving diep vanbinnen. Neen, het begint met de donderslag van Schrift die zegt: “Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij” (Mat. 4:17). Niet jij zoekt God, God zoekt jou. En Hij spreekt, niet via vage ingevingen of innerlijke impulsen, maar via Zijn Woord.

Geloof is niet voelen maar verlicht worden

De grens tussen ervaring en waarheid

We leven in een tijd waarin voelen vaak als synoniem wordt beschouwd voor waarheid. “Het voelt goed, dus zal het wel kloppen.” Ook binnen religieuze beleving is dat denken diep doorgedrongen. De Denkstof-video ademt die sfeer: Godservaring als iets intuïtiefs, als een bijna universeel beschikbaar gevoel. Het is een welgemeende boodschap, maar gevaarlijk naïef. Want volgens de Schrift is het hart van de mens niet slechts verward, maar diep verdorven: “Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het; wie zal het kennen?” (Jeremia 17:9). Er is geen veilige route tot God via het innerlijk kompas.

Wedergeboorte als geestelijke herschepping

De reformatorische traditie laat daar geen twijfel over bestaan. Geloof is geen subjectieve stemming, geen plotselinge religieuze helderheid, geen optelsom van mystieke indrukken. Het is een geestelijk werk van God zelf. De mens komt niet langzaam tot besef; hij wordt opnieuw geboren. Jezus is daar radicaal in, tegen Nicodemus zegt Hij: “Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien” (Johannes 3:3). Let op: niet zien. Dus niet slechts niet binnengaan, maar zelfs niet herkennen.

Die geestelijke geboorte is geen extatische ervaring, maar een daad van verlichting. Het is alsof God het licht aandoet in een kamer waar we dachten al jaren alles te zien. De waarheid blijkt groter. Dieper. En confronterender. Calvijn omschreef het als “de inwendige verlichting van de Heilige Geest, die ons verstand opent om de Schrift te verstaan.” De ervaring die telt is dus de ervaring die voortvloeit uit het Woord, niet andersom.

De innerlijke getuigenis van de Geest

Dat betekent overigens niet dat ervaring waardeloos is, en je deze bij het grofvuil kunt zetten. Zeker niet. Maar de volgorde is heilig. Ervaring mag nooit de bron zijn van geloof, maar wél een vrucht ervan. De reformatoren spraken over de testimonium internum Spiritus Sancti: de innerlijke getuigenis van de Heilige Geest. Dit is geen vaag gevoel van rust of zingeving, maar het diepe, geestelijk gegenereerde besef dat de Schrift waar is, dat Christus werkelijk leeft, en dat mijn zonden verzoend zijn door Zijn bloed. Die overtuiging is diep, persoonlijk en existentieel, doch geworteld in het objectieve Woord. Niet in mijn emoties of wat dan ook.

Daarom is de vraag niet: wat voel je bij Jezus? Maar: wie is Hij en geloof je Hem? Niet: heb je iets van God ervaren? Maar: heeft God jou nieuw gemaakt, door Zijn Geest en Woord?

Mystiek zonder waarheid is misleiding

Zonder deze orde van genade wordt geloof gereduceerd tot mystiek. En mystiek — zonder anker in de waarheid — is een broedplaats voor misleiding. De geschiedenis van religie barst van mensen die beweerden God te ervaren. Sommigen zagen licht, hoorden stemmen, voelden extase. Velen deden dat oprecht. Maar oprechtheid redt niet. Want oprecht dwalen blijft dwalen. “Er is een weg die iemand recht schijnt, maar het einde daarvan zijn de wegen van de dood” (Spr. 14:12).

Denk aan iemand die na een intense aanbiddingsdienst zegt: “Ik voelde Gods aanwezigheid zó sterk — ik wist gewoon: dit is echt.” Maar zodra je vraagt: “Ben je tot bekering gekomen? Ben je gestopt met die geheime zonde? Heb je je leven onder het gezag van Christus gebracht?” blijft het stil. Dan was de ervaring misschien indrukwekkend, maar niet levensvernieuwend.

De echte ervaring van God begint niet met een gevoel van vrede, maar met het besef van schuld. Geen euforie, maar verootmoediging. Geen applaus, maar een gebroken hart. Want het evangelie begint niet met jouw zoektocht naar God. Het begint met Gods doorborende licht dat jouw duisternis blootlegt. Eerst moet de oude mens worden ontmaskerd, opdat de nieuwe geboren mag worden.

Het geloof dat redt, wordt niet gevonden — het wordt geschonken

Wie dit beseft, ziet de radicaliteit van het evangelie: de mens vindt het geloof niet in zichzelf, maar ontvangt het van boven. “Want uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave” (Efeze 2:8). Dit geloof is meer dan weten. Meer dan hopen. Het is vertrouwen. En dat vertrouwen wortelt niet in een warme beleving, maar in het ijzeren fundament van het kruis, het lege graf, en het levende Woord.

Zonder dat fundament blijft elke religieuze ervaring een huis op zand. En hoe goed het ook voelt; het zal onherroepelijk bezwijken, als de storm komt. Maar wie gebouwd is op de Rots, zal staan. Onwankelbaar.

“Een ieder die Mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijk zijn aan een dwaze man die zijn huis bouwde op het zand.” – Mattheüs 7:26 / Bron: Martin Sulman

Conclusie: sympathiek maar niet schriftuurlijk

De toon is vriendelijk — de waarheid ontbreekt

De Denkstof-video presenteert zich als een open uitnodiging tot dialoog. De stijl is zacht, de taal inclusief, en de intentie vermoedelijk goed. Er wordt geprobeerd een brug te slaan tussen verschillende religieuze tradities, met Jezus als hoogtepunt van het spirituele spectrum. Maar wie goed luistert, hoort dat het fundament ontbreekt. Wat overblijft klinkt aardig, maar het stelt eigenlijk niks voor. Het is geloof waar niemand zich aan hoeft te storen. Een Jezus die vooral inspirerend is, maar niet stierf voor je zonde. Een waarheid die iedereen gelijk geeft, zelfs als het botst. Maar zo’n geloof verandert je niet. En het redt je ook niet.

En juist dát maakt het zo link. Want een halve waarheid is geen waarheid. Het klinkt mooi, maar het misleidt. Het evangelie is niet bedoeld om je een goed gevoel te geven. Het is bedoeld om je wakker te schudden. Om je te laten zien wat er mis is in je hart. Om je te breken — en dan opnieuw op te bouwen. “Het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan een zwaard” (Hebreeën 4:12).

De video wil vooral aardig zijn en mensen verbinden. Maar als je de waarheid niet durft te zeggen, verandert er niets. Zonder botsing met de waarheid, geen bekering. En zonder bekering… geen redding. Zo simpel is het.

Waarheid is geen gevoel, maar een Persoon

In de kern draait het om deze vraag: is Jezus slechts uniek of ook exclusief? Is Hij een leraar onder velen, of de Zoon van de levende God? Is Hij een inspiratiebron, of de enige Redder van zondaren? Het christelijk geloof laat daar geen ruimte voor misverstand. Jezus is niet slechts de weg naar God. Hij is God. En wie Hem niet kent, kent de Vader niet. “Wie de Zoon niet heeft, heeft ook de Vader niet” (1 Johannes 2:23).

Het denken in gradaties van waarheid — alsof verschillende religies verschillende perspectieven bieden op hetzelfde licht — klinkt intellectueel verfijnd, maar het ontkent de radicaliteit van de Schrift. Er is geen half licht. Er is geen half evangelie. Christus vraagt niet of je er nog even over wilt nadenken. Hij roept je tot bekering. Tot een totaal nieuw leven. Niet half, niet later, maar nu. Hij wil niet alleen je interesse; Hij wil je overgave. Je hart, je keuzes, je toekomst. Alles.

De Reformatie als gids in de verwarring

Juist daarom hebben we vandaag meer dan ooit de stem van de Reformatie nodig. Want de oude vragen zijn weer springlevend: Wat is waarheid? Wat is genade? Wie is Christus? De antwoorden zijn onveranderd: Sola Scriptura. Sola Gratia. Solus Christus. De video raakt mooie noten aan, maar blijft steken in een akkoord zonder slot. Ze opent een deur, maar wijst niet de weg. Ze stelt een vraag, maar lijkt bang voor het antwoord.

De Reformatoren zouden zeggen: als je Jezus predikt zonder te wijzen op zonde, oordeel en verzoening, dan predik je een andere Jezus. Misschien klinkt Hij vriendelijker. Misschien is Hij maatschappelijk aantrekkelijker. Maar Hij is niet de Messias van de Schrift.

Een oproep tot helderheid

Laat het dus gezegd zijn, zonder verontschuldiging maar met bewogenheid: deze video verwart waar zij had moeten verhelderen. Zij sust waar zij had moeten wakkerschudden. Zij relativeert waar zij had moeten verklaren: dat Jezus niet optioneel is, maar noodzakelijk. Niet aanvullend, maar allesbepalend. Niet een inspiratiebron, maar de Redder. Niet een stem, maar het Woord.

En aan wie dit als hard klinkt, een laatste gedachte: de waarheid die redt, begint vaak met pijn. Maar “gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:32). Er is geen grotere liefde dan iemand op die waarheid te wijzen. Al schuurt het. Al wringt het. Al kost het wat. Want aan het einde van alle vragen staat niet een overtuiging, maar een Persoon. En Zijn Naam is Jezus.

Tot slot: geestelijke branding in een tijd van geestelijke verdamping

We leven in een tijd waarin de waarheid niet langer als absoluut wordt ervaren, maar als fluïde. In het postmodernisme is waarheid geen objectieve werkelijkheid meer, maar een persoonlijke ervaring. “Wat voor jou waar is, hoeft dat voor mij niet te zijn.” Deze denktrant sijpelt in toenemende mate door in de kerk, in jongerenwerk, in theologische opleidingen, en, zoals we zagen, in programma’s als Denkstof. Maar jonge mensen hebben geen behoefte aan vage religieuze prietpraat. Ze dorsten naar waarheid. Naar werkelijke zin. Naar God.

Dat wist Henk Binnendijk dondersgoed. Op EO-jongerendagen sprak hij niet als entertainer, maar als een man onder gezag. “De Here God heeft vandaag tienduizenden jongeren aan mij toevertrouwd,” zei hij eens. “Zou ik dan niet gespannen zijn?” Dat was geen professioneel script, dat was heilige ernst. Geen feel-good-theologie, maar geestelijke voeding. En dat mist vandaag vaak. We trakteren jongeren op luchtige praatjes, videoclips met een punchline, een religieus sausje over existentiële vaagheid, maar geen vlees. Geen zwaard. Geen Schrift. Geen confrontatie met zonde, oordeel en de redding door het kruis.

En Henk durfde daar eerlijk over te zijn. “Soms ben ik weleens bang dat er in onze kerken massa’s mensen rondlopen die zich nooit daadwerkelijk hebben bekeerd.” Dat is geen stemmingmakerij. Dat is realisme. Want als je nooit hebt gehoord dat je zondaar bent, waarom zou je dan Christus nodig hebben als Verlosser? Als het kruis slechts symboliek is, waarom zou je dan je leven eraan toevertrouwen?

Wat we nodig hebben, is geen nieuwe verpakking, maar het oorspronkelijke evangelie, onversneden en onbeschaamd. Geen spirituele TED-talk, maar profetisch onderwijs. Geen vergiet op het hoofd, maar de helm van het heil. Jonge mensen haken niet af omdat het evangelie te scherp is, maar omdat het vaak te zacht is geworden. Te aangepast. Te veilig.

Jezus sprak niet in disclaimers. Hij sprak als iemand met gezag. En dat is precies wat jongeren diep van binnen zoeken: geen vrijblijvende mening, maar een Woord dat houvast biedt. Dat breekt en geneest. Dat slaat en zalft. En dat is het enige wat werkelijk leven voortbrengt. Geef dus geen geestelijk snoepgoed. Geef dagelijks brood. Geef wat eeuwigheidswaarde heeft.

Geestelijke branding; geen oppervlakkig geklets.

💬 Reacties en gesprek

We nodigen je van harte uit om mee te denken. Voel je geraakt, uitgedaagd of misschien zelfs geïrriteerd door de inhoud van dit artikel? Laat van je horen. Heb je vragen over de exclusiviteit van Christus, worstel je met geloof en ervaring, of wil je gewoon je visie delen, dan ben je welkom.

✍️ Reageren kan hieronder!